12 Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 t/m 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
- -
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- -
de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- -
de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, afdeling reclassering, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
2. de veroordeelde zal zich onthouden van het gebruik van verdovende middelen en alcohol, onder de verplichting ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan controles hierop;
3. de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen van Forensisch Polikliniek de Waag of een soortgelijke instelling, zolang de reclassering dit noodzakelijk vindt, en zal zich houden aan de aanwijzingen die de reclassering hieromtrent geeft ook indien dit inhoudt een kortdurende klinische opname voor de duur van maximaal zeven weken;
4. de veroordeelde zal ingeschreven blijven bij de opleiding die hij vanaf september 2017 volgt;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J. Snitker, voorzitter,
en mrs. J.C.M. Persoon en J. de Lange, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.S. Beukema, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 november 2017.
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 27 februari
2015 tot en met 19 januari 2016 te Rotterdam en/of Schiedam en/of
's-Gravenhage, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
a.
(telkens) een of meer voorwerpen, te weten een (grote) hoeveelheid bitcoins
en/of (grote) (girale en/of contante) geldbedragen een hoeveelheid van 988, 11 bitcoins, althans een (grote) hoeveelheid bitcoins en/of een of meer geldbedrag( en) van in totaal 229 .974,07 euro, althans een of meer (grote) (girale en/of contante) geldbedrag( en),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of
omgezet, en/of van genoemde voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans
redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) van het plegen van dat feit
een gewoonte heeft/hebben gemaakt,
b.
(telkens) van voorwerpen, te weten een (grote) hoeveelheid bitcoins en/of
(grote) (girale en/of contante) geldbedragen een hoeveelheid van 988, 11 bitcoins, althans een (grote) hoeveelheid bitcoins en/of een of meer geldbedrag( en) van in totaal 229 .974,07 euro, althans een of meer (grote) (girale en/of contante) geldbedrag( en),
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de
verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft
verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op genoemde voorwerpen
was/waren, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie genoemde voorwerpen
voorhanden heeft/hebben gehad,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans
redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) van het plegen van dat feit
een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 420ter lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 19 januari 2016 te 's-Gravenhage, althans in Nederland
opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 203 ampullen/buisjes ( [documentnaam] ), in elk geval een hoeveelheid van een
materiaal
bevattende GHB (4-hydroxyboterzuur), zijnde GHB (4-hydroxyboterzuur)
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
ongeveer drieënvijftig (53) tabletten/pillen en/of 51,9 gram ( [documentnaam] ),
althans één of meerdere tabletten/pillen, in elk geval een hoeveelheid van een
materiaal
bevattende MDMA (3,4 methyleendioxymethamfetamine) en/of MDA (tenamfetamine)
en/of MDEA (3,4 methyleendioxyethylamfetamine, synoniem: N-ethyl-MDA) en/of
afmetamine, zijnde MDMA (3,4 methyleendioxymethamfetamine) en/of MDA
(tenamfetamine) en/of MDEA (3,4 methyleendioxyethylamfetamine, synoniem:
N-ethyl-MDA) en/of afmetamine (te weten zogeheten XTC-pillen),
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan
wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
art 2 ahf/ond C Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 10 lid 3 Opiumwet
hij op een of meer tijdstippen in op of omstreeks de periode van 27 februari
2015 tot en met 19 januari 2016, althans op 19 januari 2016, te 's-Gravenhage,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de
Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van
Nederland brengen en/of telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen,
afleveren, verstrekken en/of vervoeren van
een hoeveelheid van een materiaal
bevattende MDA en/of MDMA en/of MDEA en/of N-ethylMDA en/of amfetamine (te
weten zogeheten XTC-pillen), zijnde MDA en MDMA en MDEA en N-ethylMDA en
amfetamine,
een hoeveelheid van een materiaal
bevattende GHB (4-hydroxyboterzuur), zijnde GHB (4-hydroxyboterzuur),
(telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst
I en/of (een) ander(e) materia(a)l(en) bevattende (een) middel(en) vermeld op
de bij de Opiumwet behorende lijst I,
voor te bereiden en/of te bevorderen
voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere
betaalmiddelen, te weten:
- verpakkingsmateria(a)l(en) en/of
- een meerdere weegschalen en/of
- een vacuümsealer en/of
- een laptop en/of een desktop en/of een of meerdere mobiele telefoons en/of
diverse (andere) gegevensdrager(s) en/of
- bitcoins en/of/althans
andere voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of
gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte
wist of ernstige redenen had te vermoeden dat dat/die bestemd was/waren tot
het plegen van dat/die feit(en);
art 10a lid 1 ahf/sub 3 alinea Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 10 lid 4 Opiumwet
art 10 lid 5 Opiumwet