10 Beslissing
De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 2 primair ten laste gelegde voorbereidingshandelingen voor gijzeling heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair alternatief ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
bepaalt dat deze jeugddetentie een gedeelte groot 5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden;
stelt de proeftijd vast op 2 jaren onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
-
zijn medewerking zal verlenen aan het jeugdreclasseringstoezicht (uit te voeren door de instelling de Jeugd-& Gezinsbeschermers, gevestigd te [plaats] ) bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
-
zich gedurende de proeftijd zich zal melden bij de Jeugd-& Gezinsbeschermers, [adres] , [plaats] , op door de Jeugdreclassering te bepalen tijdstippen. Zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
-
zal meewerken aan het behouden van een zinvolle dagbesteding.
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, te weten 133 dagen, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.G. van de Grampel, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. B.E. Dijkers en G.P. van de Beek, rechters,
in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 31 oktober 2017.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Primair
hij
op of omstreeks 21 en/of 22 april 2017 te Rotterdam, en/of elders in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ter
beschikking stellen van een of meer gegevens, te weten het telefoonnummer van
[naam slachtoffer 3] , in elk geval van enig gegeven, welk geweld en/of welke bedreiging
met geweld hierin bestond(en)dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) die
[naam slachtoffer 2] heeft opgebeld en heeft gezegd dat er een granaat in het restaurant
van die man zou worden gegooid als het telefoonnummer niet die avond zou
worden gegeven;
subsidiair,voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[naam medeverdachte 1] en/of een of meerdere personen,
op of omstreeks 21 en/of 22 april 2017 te Rotterdam, en/of elders in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ter
beschikking stellen van een of meer gegevens, te weten het telefoonnummer van
[naam slachtoffer 3] , in elk geval van enig gegeven, welk geweld en/of welke bedreiging
met geweld hierin bestond(en)dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) die
[naam slachtoffer 2] heeft opgebeld en heeft gezegd dat er een granaat in het restaurant van
die man zou worden gegooid als het telefoonnummer niet die avond zou worden
gegeven.
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 21 april
2017 te Rotterdam, en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid,
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is
geweest door:
- voor die [naam medeverdachte 1] telefoongesprekken te voeren en (in die gesprekken) als
tolk te fungeren van de Engelse naar de Nederlandse taal en vice versa;
art 317 Sr
art 48 ahf Sr lid 1 en 2
art 47 Sr
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2017 tot
en met 23 april 2017 te Rotterdam en/of Amsterdam en/of te Amersfoort en/of te
Alphen aan de Rijn en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meer anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf waarop
naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaar of meer is
gesteld, te weten gijzeling als bedoeld in artikel 282a Wetboek van Strafrecht
(Sr) en/of wederrechtelijke vrijheidsberoving als bedoeld in artikel 282 Sr,
opzettelijk informatie heeft/hebben verzameld over/van één of meerdere
personen, te weten
- [naam slachtoffer 1] en/of
- [naam slachtoffer 4] en/of
- [naam slachtoffer 3] en/of
- [naam slachtoffer 5] en/of
- [naam slachtoffer 2]
en/of afspraken te hebben gemaakt en/of besprekingen te hebben gehad met [naam medeverdachte 2]
en/of andere personen over:
-het weghalen/kidnappen van de vrouw van [naam slachtoffer 1] en/of zijn kinderen en/of
zijn schoonmoeder;
-het (vervolgens) een aantal maanden verborgen houden van de vrouw van [naam slachtoffer 1]
;
-het regelen van bakens voor de auto's van een of meer personen uit de familie
van [naam slachtoffer 1] ;
en/of samen met anderen de (schoon)familie van [naam slachtoffer 1] heeft geobserveerd
door bij die familie aan te bellen en/of de tuin van de woning van die familie
zonder toestemming te hebben betreden;
en/of voorwerpen/informatiedragers/vervoermiddelen bestemd tot het begaan van
dat misdrijf voorhanden heeft gehad, te weten: een huurauto (Skoda Octavia met
kenteken [kentekennummer] ), een telefoon, een baken, tie-wraps, een foto van [naam slachtoffer 3]
met zijn kleinkind, een foto van het adres van [naam slachtoffer 3] , een foto van het
kenteken van de auto van [naam slachtoffer 3] en [naam slachtoffer 1] , een foto van de
verblijfsvergunning van [naam 3] ;
artikel 46 jo. 282/282a Sr
hij
in of omstreeks de periode 19 tot en met 22 april 2017 te Rotterdam, en/of
elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s)
voorgenomen misdrijf
om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer 3] , [naam slachtoffer 5] en [naam slachtoffer 3] heeft
gedwongen tot de afgifte van 12 miljoen euro, in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) , welk geweld en/of welke
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat:
- hij en/of zijn mededader(s) heeft/hebben gezegd dat de woning van
bovengenoemde personen zou worden opgeblazen;
- hij en/of zijn mededader(s) aan die [naam slachtoffer 3] heeft medegedeeld dat als er
geen kinderen waren geweest deze [naam slachtoffer 3] niet meer in leven zou zijn geweest;
- hij en/of zijn mededader(s) aan die [naam slachtoffer 3] heeft/hebben gevraagd of hij
die mannen in de tuin niet gezien heeft. Dat hij tegen die [naam slachtoffer 3] heeft
gezegd dat die mannen bij hem hoorden en dat hij zo 10 man naar het huis van
die [naam slachtoffer 3] kan sturen en dat zijn huis een wit hekje heeft, terwijl er in
de dagen ervoor reeds meerdere malen onbekend gebleven personen met zwarte
kleding over de schutting van de woning geklommen waren en in de tuin van die
[naam slachtoffer 3] hadden gestaan en hadden aangebeld
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 317 Sr
art 47 Sr
art 45 Sr
Subsidiair,voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[naam medeverdachte 1] en/of een of meerdere personen,
in of omstreeks de periode 19 tot en met 22 april 2017 te Rotterdam, en/of
elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s)
voorgenomen misdrijf
om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer 3] , [naam slachtoffer 5] en [naam slachtoffer 3] heeft
gedwongen tot de afgifte van 12 miljoen euro, in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) , welk geweld en/of welke
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat:
- hij en/of zijn mededader(s) heeft/hebben gezegd dat de woning van
bovengenoemde personen zou worden opgeblazen;
- hij en/of zijn mededader(s) aan die [naam slachtoffer 3] heeft medegedeeld dat als er
geen kinderen waren geweest deze [naam slachtoffer 3] niet meer in leven zou zijn geweest;
- hij en/of zijn mededader(s) aan die [naam slachtoffer 3] heeft/hebben gevraagd of hij
die mannen in de tuin niet gezien heeft. Dat hij tegen die [naam slachtoffer 3] heeft
gezegd dat die mannen bij hem hoorden en dat hij zo 10 man naar het huis van
die [naam slachtoffer 3] kan sturen en dat zijn huis een wit hekje heeft, terwijl er in
de dagen ervoor reeds meerdere malen onbekend gebleven personen met zwarte
kleding over de schutting van de woning geklommen waren en in de tuin van die
[naam slachtoffer 3] hadden gestaan en hadden aangebeld
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 22 april
2017 te Rotterdam, en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen
en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest
door:
- voor die [naam medeverdachte 1] telefoongesprekken te voeren en (in die gesprekken) als
tolk te fungeren van de Engelse naar de Nederlandse taal en vice versa;
- die [naam medeverdachte 1] naar de afspraak in het Art Hotel in Rotterdam te begeleiden.
art 317 Sr
art 48 ahf Sr lid 1 en 2
art 47 Sr
art 45 Sr
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht