Het door eiseres overgelegde taxatierapport van B.J.B.M. Dankbaar van 10 november 2016, waarin wordt geconcludeerd tot een waarde van de onroerende zaak van € 1.890.000,-, maakt het voorgaande niet anders. Hierin wordt de waarde onderbouwd met een drietal verkoopcijfers van objecten in niet-verhuurde staat. Dit zijn [object 2] en [object 3] te Rijswijk en tot slot [object 4] in Den Haag.
Het verkoopcijfer van [object 4] is in 2012 tot stand gekomen, wat te ver van de waardepeildatum (1 januari 2015) is om daaraan betekenis toe te kennen.
[object 3] heeft als bouwjaar 1985, wat aanzienlijk afwijkt van het bouwjaar van de onroerende zaak (2008). Bovendien is niet alleen de uitstraling van dit object anders, maar het ligt – in tegenstelling tot de onroerende zaak – ook niet direct op een zichtlocatie. Gelet hierop acht de rechtbank dit object onvoldoende vergelijkbaar met de onroerende zaak, nog daargelaten dat niet inzichtelijk is hoe door eiseres rekening is gehouden met deze grote verschillen.
Daarnaast maakt eiseres, in het licht van wat verweerder daarover stelt, niet aannemelijk dat de kantorenmarkt in Rijswijk vergelijkbaar is met die in Delft. Delft heeft een specifiek economisch profiel met een technische universiteit en een historische binnenstad, terwijl dit in Rijswijk ontbreekt. De verwijzing van eiseres naar de tabel van Zadelhoff Vastgoed met de gegevens van de kantorenmarkt in januari 2015 legt hier tegenover onvoldoende gewicht in de schaal. Bovendien volgt uit deze gegevens dat het aanbod van vierkante meters kantoorruimte in 2015 in Rijswijk meer dan het dubbele was van het aanbod in Delft. Dit volgt eveneens uit de verwijzing van verweerder naar het overzicht van NVM Business Kantorenmarkt Randstad 2015. Ook in die zin is de (kantoren-)markt in Delft en Rijswijk niet vergelijkbaar. Daarom acht de rechtbank de verkoopcijfers van [object 3] en van de Laan van Vredenoord 48-78, beide gelegen in Rijswijk, niet bruikbaar.
Voor zover eiseres haar waarde nog onderbouwt met de verkoopcijfers van twee objecten in verhuurde staat, [object 5] en [object 6], zijn die niet bruikbaar, die van [object 5] al niet in verband met de ligging in Rijswijk en het onvoldoende vergelijkbare bouwjaar (1973 tegenover 2008, het bouwjaar van de onroerende zaak) en [object 6] in Delft niet, omdat verweerder onbestreden heeft gesteld dat dat object niet op de vrije markt te koop heeft gestaan.