Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBROT:2018:10563

Rechtbank Rotterdam
17-12-2018
17-01-2019
C/10/561811 / JE RK 18-3466
Personen- en familierecht
Beschikking

Wachtlijst uitvoeren OTS. Verplichting GI op grond van artikel 4.4.2. Uitvoeringsbesluit Jeugdwet.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd

zaakgegevens: C/10/561811 / JE RK 18-3466

datum uitspraak: 17 december 2018

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht, hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,

betreffende

[naam minderjarige 1] ,
geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2008 te [geboorteplaats minderjarige 1] , hierna te noemen [voornaam minderjarige 1] ,

[naam minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2009 te [geboorteplaats minderjarige 2] , hierna te noemen [voornaam minderjarige 2] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] , hierna te noemen de moeder, wonende te Spijkenisse,

[naam vader] , hierna te noemen de vader, wonende te Hellevoetsluis.

De kinderrechter merkt als informant aan:

[naam stiefmoeder] , hierna te noemen de stiefmoeder, wonende te Hellevoetsluis.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van

5 november 2018, ingekomen bij de griffie op 6 november 2018.

Op 17 december 2018 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:

- de moeder,

- de vader,

- de stiefmoeder, als informant,

- een vertegenwoordigster van de Raad, mw. [naam vertegenwoordigster 1] ,

- een tweetal vertegenwoordigsters van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming
Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen de GI, mw. [naam vertegenwoordigster 2] en mw. [naam vertegenwoordigster 3] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de ouders.

[voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wonen bij de vader en de stiefmoeder.

Het verzoek
De Raad heeft een ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verzocht voor de duur van twaalf maanden.

Het standpunt van de Raad
De Raad heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht.
De kinderen hebben veel meegemaakt. Er is sprake van een instabiele opvoedsituatie. Door de onrust vertonen de kinderen in toenemende mate gedragsproblemen. Bij de moeder is sprake van persoonlijke problematiek. De kinderen wonen op dit moment bij de vader. De vader toont zich niet open naar de hulpverlening. Een jeugdbeschermer dient het perspectief van de kinderen duidelijk te krijgen, zodat zij weten waar zij zullen opgroeien.

Het standpunt van de GI
De GI heeft ter zitting het verzoek van de Raad ondersteund en medegedeeld dat een ondertoezichtstelling helpend kan zijn om de situatie voor de kinderen te stabiliseren en te verbeteren. De hulpverlening voor [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] is inmiddels gestart. Het is niet bekend wanneer er een vaste voogdijwerker aan het gezin kan worden toegewezen omdat er binnen de GI een wachtlijst bestaat.

Het standpunt van de belanghebbenden
De moeder heeft zich ter zitting niet verzet tegen het verzoek van de Raad, maar zij heeft medegedeeld dat zij wel een vaste jeugdbeschermer toegewezen wil krijgen. De moeder wil het beste voor haar kinderen. De hulpverlening voor de kinderen loopt en de vader toont zich betrokken. De GI heeft bodemeisen gesteld, maar nadien heeft er geen contact meer met de GI plaatsgevonden.

De vader heeft zich ter zitting verzet tegen het verzoek van de Raad. Hij heeft medegedeeld dat het goed gaat met de kinderen en dat de hulpverlening zich op de moeder dient te richten. Er is reeds hulp ingezet voor de kinderen vanuit Lucertis.

Het standpunt van de informant

De stiefmoeder heeft ter zitting naar voren gebracht dat zij in beginsel geen bezwaar heeft tegen een ondertoezichtstelling, maar dat het wel haalbaar moet zijn voor alle betrokkenen mede in verband met werk.


De beoordeling
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. In de afgelopen jaren is de kinderen onvoldoende veiligheid, continuïteit en voorspelbaarheid geboden in de opvoedsituatie. [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] zijn getuige geweest van huiselijk geweld. De kinderen hebben last van de onverwerkte gebeurtenissen uit het verleden. Er is inmiddels hulpverlening ingezet voor de kinderen vanuit Lucertis. Bij de moeder is sprake van persoonlijke problematiek en er bestaan zorgen over haar emotionele beschikbaarheid voor de kinderen. De ouders zijn op dit moment onvoldoende bereid en in staat om onder eigen verantwoordelijkheid de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen af te wenden. De kinderrechter acht hulpverlening in het gedwongen kader, door middel van een ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] , thans noodzakelijk om passende hulp in te zetten en om de behartiging van de belangen en de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen.

Het is van belang dat er zo spoedig mogelijk een vaste jeugdbeschermer wordt aangesteld. De kinderrechter wijst de GI er op dat de GI op grond van artikel 4.4.2. Uitvoeringsbesluit Jeugdwet verplicht is om binnen vijf werkdagen nadat de gecertificeerde instelling is belast met de uitvoering van de ondertoezichtstelling en zij hiervan in kennis is gesteld, een gezinsvoogdijwerker aan te wijzen en het eerste contact dient plaats te vinden tussen de gezinsvoogdijwerker en de minderjarige en de met het gezag belaste ouder of voogd.

Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:

stelt [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 17 december 2018 tot

17 december 2019;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 december 2018 door mr. M.J. van den Broek-Prins, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans als griffier.

De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op .. november 2018.

Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:

- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,

- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.

Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.