Waardering van het bewijs
Feit 1
De verdachte wordt onder 1 - kort gezegd - verweten het (mede)plegen van computervredebreuk door middel van het binnendringen in modems en/of in een (of meerdere) Cable Modem Termination System(s) (CMTS)(en). De verdachte heeft het binnendringen in modems bekend, maar heeft ontkend dat hij in een CMTS is binnengedrongen.
Standpunt officier van justitie
Aangevoerd is dat ook wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het binnendringen in één of meer CMTS(en) van Ziggo. Uit de aangifte van Ziggo blijkt dat de CMTS van Leeuwarden was gehackt. De logfiles van de laptop van de verdachte laten zien dat er vanaf zijn laptop contact is gemaakt met de CMTS in Leeuwarden. Ook is op zijn laptop een mappenstructuur aangetroffen onder de hoofdmap ‘leeuwarden’ met 1103 submappen bevattende een grote hoeveelheid MAC-adressen. Uit de laptop van de verdachte komen ook aanwijzingen naar voren dat de CMTS van Arnhem was gekraakt.
Beoordeling
Er bestaan onvoldoende aanwijzingen voor betrokkenheid van de verdachte als medepleger bij computervredebreuk in één of meer CMTS-en. Niet gebleken is dat het de verdachte is geweest die een CMTS-netwerk (van Leeuwarden dan wel Arnhem) heeft betreden teneinde gegevens hiervan te kopiëren. Hetgeen de officier van justitie heeft aangevoerd laat de niet denkbeeldige mogelijkheid open dat de verdachte, zoals hij op zitting heeft verklaard, de MAC-adressen van modems uit Leeuwarden via de software ‘1337suite’ heeft ontvangen zonder hier zelf een actieve bijdrage aan te hebben geleverd. Bovendien blijkt uit de aangifte van Ziggo dat het vermoeden bestaat dat één of meer CMTS-en gecompromitteerd zijn geweest. Dat daadwerkelijk een CMTS is gehackt, kon niet worden vastgesteld.
Conclusie
De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van dit onderdeel an het onder 1 ten laste gelegde feit. Nu de verdachte het binnendringen in modems heeft bekend, behoeft de bewezenverklaring van dat onderdeel geen nadere bespreking.
Standpunt officier van justitie
Aangevoerd is dat de verdachte als medepleger betrokken is bij het vervaardigen van malware. Op de laptop van de verdachte stond een ‘to do-list’, behorende bij de 1337suite, met als taak hacking. Ook had hij veel contact met leden van de hackingssgroep. Vermoedelijk heeft de verdachte zelf meegedaan aan het ontwikkelen en testen van de 1337suite. Wellicht heeft de verdachte niet zelf één of meer programmaregels geschreven, maar dan nog heeft hij een bijdrage van voldoende gewicht geleverd om van medeplegen te kunnen spreken.
Beoordeling
De door de officier van justitie geschetste omstandigheden roepen weliswaar vragen op over de rol die de verdachte in het kader van het vervaardigen van de malware heeft gespeeld, maar onduidelijk blijft welke rol dat dan precies is geweest. Dat de verdachte een significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd, kan niet worden vastgesteld. Er is dan ook onvoldoende bewijs voor de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking.
Conclusie
De verdachte zal worden vrijgesproken van het medeplegen van het vervaardigen van malware.
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat het bewezen te verklaren witwasbedrag beduidend lager is dan
€ 40.730,-- De verdachte heeft verklaard dat hij ook geld heeft verdiend met het repareren en de verkoop van laptops. Een deel van de stortingen is daarmee te verklaren. Het bedrag dat door de verdachte zou zijn witgewassen is lastig vast te stellen.
Beoordeling
Vast staat dat in de periode van 1 januari 2015 tot en met 13 november 2017 een totaalbedrag van € 40.730,- aan contanten is gestort op de privérekening van de verdachte, terwijl over die periode geen legale inkomsten bij de belastingdienst bekend zijn.
Dit levert zonder meer een vermoeden van witwassen op. Daartegenover staat de verklaring van de verdachte dat hij pas eind 2016 inkomsten verwierf uit de verkoop van gekloonde modems. De opbrengsten stortte hij op zijn rekening om hiermee vervolgens in zijn levensonderhoud te voorzien. De stortingen vóór deze periode waren afkomstig uit onder andere reparatie en verkoop van laptops. Deze verklaring is niet hoogst onaannemelijk. De medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] hebben ook verklaard dat ze de verdachte eind 2016/begin 2017 voor het eerst hebben ontmoet. De contante stortingen in 2015 en 2016 zijn niet dermate hoog dat deze niet afkomstig zouden kunnen zijn van de reparaties en verkoop van laptops. De rechtbank zal de verdachte om die reden vrijspreken van het witwassen van de contante stortingen in de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016.
Anders is dat ten aanzien van de contante stortingen in de periode van 1 januari 2017 tot en met 13 november 2017. De rechtbank acht bewezen dat de verdachte in die periode de illegale opbrengsten van de verkoop van gekloonde modems op zijn betaalrekening heeft gestort en deze geldbedragen ook heeft gebruikt. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich in de periode van 1 januari 2017 tot en met 13 november 2017 heeft schuldig gemaakt aan witwassen.
Gelet op de frequentie van de stortingen en de periode waarin dit is gebeurd, acht de rechtbank bewezen dat sprake is van gewoontewitwassen.
Conclusie
Het verweer wordt verworpen.
Het onder 4 ten laste gelegde is door de verdachte bekend, terwijl door de raadsman nadien geen vrijspraak is bepleit. Dit feit zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
Feit 5
Standpunt officier van justitie
Aangevoerd is dat bewezen kan worden dat de verdachte als oprichter en leider heeft deelgenomen aan een criminele organisatie. De verdachte vormde samen met zijn twee medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] een soort van schaduw-internetprovider waarin iedereen een eigen rol had.
Beoordeling
Een organisatie in de zin van artikel 140, eerste lid, Sr vereist een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband tussen twee of meer personen. Uit de tenlastelegging en het requisitoir van de officier van justitie wordt afgeleid dat met de verweten criminele organisatie een samenwerkingsverband is bedoeld tussen de verdachte en zijn twee medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] . Eventuele samenwerking tussen de verdachte en personen in het buitenland (Servië, België of Canada) kunnen om die reden buiten beschouwing blijven.
Zoals hieronder onder 1, 2 en 4 zal worden bewezenverklaard heeft de verdachte zich bezig gehouden met het klonen van modems en het verkopen en aansluiten van die modems teneinde de afnemers van gratis internet te voorzien. Vast staat dat de verdachte hierbij niet alleen heeft geopereerd, maar dat hij dit tezamen en in vereniging met zijn medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] heeft gedaan. Daarbij had een ieder zijn eigen rol. Hoewel sprake is geweest van meer dan incidentele samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten, beoordeelt de rechtbank dit samenwerkingsverband niet dermate gestructureerd en duurzaam dat gesproken kan worden van een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Conclusie
De verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 5 ten laste gelegde feit.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1.
hij in de periode van 1 januari 2017 tot en met 13 november 2017 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
opzettelijk en wederrechtelijk
in een geautomatiseerd werk, te weten modems toebehorende aan VodafoneZiggo, is binnengedrongen
a. door het doorbreken van een beveiliging en
b. door een technische ingreep en
c. met behulp van valse signalen
gebruik te maken van malware, welk programma gebruikt wordt om kwetsbaarheden in de beveiliging op te sporen encertificaten en/of MAC-adressen, van het binnengedrongen geautomatiseerde werk over te nemen en hij, verdachte, en/of zijn mededaders gegevens van voornoemde modems waarin hij zich wederechtelijk bevond, voor zichzelf en/of een
ander heeft overgenomen, afgetapt en/of opgenomen.
2.
hij in de periode van 1 januari 2017 tot en met 13 november 2017 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, tweede lid Wetboek van Strafrecht te plegen
een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt en ontworpen is tot het plegen van een zodanig misdrijf, malware voorhanden heeft gehad.
3.
hij in de periode van 1 januari 2017 tot en met 13 november 2017 in Nederland,
geldbedragen heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of gebruik heeft gemaakt,
immers heeft hij, verdachte, toen en daar die geldbedragen die door verkoop
van gekloonde modems ontvangenwaren onder zich genomen en/of gehouden en/of
uitgegeven voor privé-doeleinden en/of gestort op privé bankrekeningen,
terwijl hij, verdachte wist dat bovenomschreven geldbedragen
- onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit misdrijven,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
4.
hij in de periode van 1 januari 2017 tot en met 13 november 2017 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk voorwerpen
a. openlijk ter verspreiding aanbiedt en
b. ter verspreiding in Nederland voorhanden heeft
en
c. uit winstbejag vervaardigt,
welke voorwerpen kennelijk bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf, bedoeld in artikel 326c lid 1 Wetboek van Strafrecht, zijnde het misdrijf om, met het oogmerk daarvoor niet (volledig) te betalen door technische ingrepen en met behulp van valse signalen gebruik te maken van een dienst die via telecommunicatie aan het publiek wordt aangeboden,
immers heeft hij, verdachte, en zijn mededaders gekloonde modems via hem verdachte en/of zijn mededaders te koop aangeboden,
waarbij hij, verdachte, en zijn mededaders van voornoemd misdrijf hier hun beroep van hebben gemaakt .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Motivering van de straf
In deze zaak staat het klonen van modems centraal. De unieke modemgegevens van honderden betalende klanten van Ziggo zijn met behulp van malware gekopieerd en geplaatst op andere modems. Tegen betaling van een eenmalig bedrag van zo’n € 150,- konden de afnemers van de gekloonde modems gratis internetten zolang de betalende klant wiens modem was gekloond een abonnement had.
De verdachte kloonde de modems en installeerde die bij zijn afnemers. De modems kocht hij in bij een medeverdachte die bij Ziggo werkte. Een andere medeverdachte, die via een onderaannemer in dienst was bij Ziggo, installeerde de gekloonde modems als de Ziggo-straatkast moest worden geopend om de internetverbinding mogelijk te maken.
Uit het klonen van modems blijkt wel dat de technologische vooruitgang naast gemak voor de gebruiker ook zorgt voor risico’s en gevaren waarmee criminelen hun voordeel doen. In deze zaak ging dat gepaard met hinderlijke criminaliteit in de vorm van diefstal van modemgegevens en illegaal internetgebruik. Gevaarlijk is dat gekloonde modems ook kunnen worden gebruikt om kwaadaardige aanvallen op bedrijven uit te voeren of om persoonlijke informatie van derden te achterhalen. De veiligheid en integriteit van de infrastructuur kan daarmee ernstig in gevaar komen.
Gelet op die grote risico’s en gevaren acht de rechtbank, met de officier van justitie, het vanuit het oogpunt van generale preventie van groot belang dat een duidelijk en krachtig signaal wordt gegeven.
De geschetste potentiële gevaren hebben zich in deze zaak -gelukkig- niet voorgedaan. Wel heeft de verdachte hinder en schade veroorzaakt voor met name Ziggo en heeft hij door het witwassen van zo’n € 20.000,- de integriteit van het financiële en economische verkeer aangetast.
De officier van justitie heeft veel gewicht toegekend aan het langdurige, internationale en georganiseerde karakter van de misdrijven. Dat daarvan sprake is, acht de rechtbank echter niet bewezen. Dat geldt ook voor de computervredebreuk in het CMTS-systeem en het vervaardigen van malware. Verder ziet de bewezenverklaring op een minder lange periode en minder modems dan is tenlastegelegd. In deze zaak ligt de nadruk dan ook niet op grootschalige, georganiseerde criminaliteit gericht op fors gewin. Dat dient tot uitdrukking te komen in de straf en dat maakt dat de rechtbank een lagere straf aan de verdachte zal opleggen dan door de officier van justitie is geëist.
Gezien de rol van de verdachte, die groter is dan die van zijn mededaders, en de aard en de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf passend en geboden is.
De rechtbank zal een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden opleggen, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Dat betekent dat de verdachte niet meer terug hoeft naar de gevangenis. De rechtbank ziet aanleiding een fors gedeelte van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen, omdat de verdachte bewust misbruik heeft gemaakt van zijn kennis op computergebied. Een stok achter de deur wordt nodig geacht om te voorkomen dat de verdachte, die niet eerder is veroordeeld, zich in de toekomst opnieuw schuldig zal maken aan soortgelijke strafbare feiten. De rechtbank ziet gelet op de rapportages van de reclassering en de psycholoog geen aanleiding om aan de voorwaardelijke straf reclasseringstoezicht te verbinden.
Daarnaast wordt aan de verdachte een taakstraf van 180 uur opgelegd.
Beslissing
De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 5 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde onder 3 voor zover het het geldbedrag van € 6.083,48 betreft geen strafbaar feit oplevert en ontslaat de verdachte ten aanzien daarvan van alle rechtsvervolging;
stelt vast dat het overige bewezen verklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 12 maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 3 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden.
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 90 dagen;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
mr. J.C.M. Persoon en mr. J. de Lange, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Ince, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 oktober 2018.
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op één of meer tijdstip)pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 13 november 2017 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk
in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten één of meerdere
modem(s) (ongeveer 500) en/of één of meerdere CMTS (Cable Modem Termination
System) appara(a)t(en) en/of netwerk(en) toebehorende aan VodafoneZiggo,
althans aan een ander dan verdachte en/of zijn mededader(s), is binnengedrongen
a.door het doorbreken van een beveiliging en/of
b.door een technische ingreep en/of
c.met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of
d.door het aannemen van een valse hoedanigheid,
althans is binnengedrongen, door (onder meer) gebruik te maken van
hackingsprogrammatuur (genaamd "1337suite"), althans malware, welk programma
gebruikt wordt om kwetsbaarheden in de beveiliging op te sporen en/of
(vervolgens) certificaten en/of MAC-adressen, althans gegevens, van het
binnengedrongen geautomatiseerde werk over te nemen en/of daarop aan te
brengen en/of te wijzigen
en hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) vervolgens gegevens van voornoemde
modem(s) en/of CMTS (Cable Modem Termination System) appara(a)t(en) en/of
netwerk(en) waarin hij zich wederechtelijk bevond, voor zichzelf en/of een
ander heeft overgenomen, afgetapt en/of opgenomen;
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2015
tot en met 13 november 2017 te Rotterdam, althans Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, tweede lid Wetboek
van Strafrecht (computervredebreuk) te plegen
(telkens) een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt en/of
ontworpen is tot het plegen van een zodanig misdrijf, te weten
hackingsprogrammatuur (genaamd "1337suite"), dan wel malware met een
vergelijkbare werking heeft vervaardigd en/of verkocht en/of verworven en/of
ingevoerd en/of verspreid en/of voorhanden heeft gehad,
3.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari
2015 tot en met 13 november 2017 (telkens) te Rotterdam en/of elders in
Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander,
althans alleen, (telkens)
a)
van één of meerdere voorwerpen, te weten één of meerdere geldbedrag(en) tot
een totaal van Euro 40.730,00 of daaromtrent, althans (telkens) één of
meerdere geldbedrag(en),
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats heeft verborgen
en/of heeft verhuld, dan wel verborgen heeft gehouden of heeft verhuld wie de
rechthebbende op dit voorwerp is/deze voorwerpen is, en/of dit voorwerp/deze
voorwerpen geld voorhanden heeft gehad
b)
één of meerdere voorwerpen, te weten één of meerdere geldbedrag(en) tot een
totaal van Euro 40.730,00 of daaromtrent, althans (telkens) één of meerdere
geldbedrag(en),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of
heeft omgezet en/of
van één of meerdere voorwerpen, te weten één of meerdere geldbedrag(en) tot
een totaal van Euro 40.730,00 of daaromtrent, althans (telkens) één of
meerdere geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt,
immers hebben/heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) toen en daar
(telkens) die/dat geldbedrag(en), die/dat (telkens) door (contante) verkoop
(van gekloonde modems ontvangen) waren/was, althans die/dat
geldbedrag(en)/voorwerp(en), onder zich genomen en/of gehouden en/of
uitgegeven voor privé-doeleinden en/of gestort op één of meerdere privé
bankrekening(en),
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat
bovenomschreven voorwerp(en)/geldbedrag(en) (telkens) geheel of gedeeltelijk
- onmiddelijk of middelijk - afkomstig waren/was uit enig(e) misdrijf/
misdrijven,
van het plegen van witwassen een gewoonte hebben/heeft gemaakt;
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 13 november 2017
te Rotterdam, althans Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk voorwerpen
a. openlijk ter verspreiding aanbiedt en/of
b. ter verspreiding of met het oog op de invoer in Nederland voorhanden heeft
en/of
c. uit winstbejag vervaardigt of bewaart
welke voorwerpen kennelijk bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf,
bedoeld in artikel 326c lid 1 Wetboek van Strafrecht, zijnde het misdrijf om,
met het oogmerk daarvoor niet (volledig) te betalen door één of meer
technische ingrepen en/of met behulp van (een) vals(e) signalen gebruik te
maken van een dienst die via telecommunicatie aan het publiek wordt
aangeboden,
immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) één of meer (gekloonde)
modem(s) via hem verdachte en/of zijn mededader(s) te koop, in elk geval
openlijk ter verspreiding, aangeboden,
waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) van voornoemd misdrijf hier
zijn/hun beroep van heeft/hebben gemaakt en/of als bedrijf heeft/hebben
uitgeoefend;
hij op of omstreeks de periode 1 januari 2015 tot en met 13 november 2017 te
Rotterdam, althans Nederland,
als oprichter en/of leider en/of bestuurder heeft deelgenomen aan een
organisatie, gevormd door hem, verdachte, en/of één of meer andere
perso(o)n(en), die tot oogmerk had het plegen van misdrijven,
welke misdrijven bestonden uit het
- plegen van computervredebreuk als bedoeld in artikel 138ab Wetboek van
Strafrecht en/of
- vervaardigen, verspreiden en/of voorhanden hebben van malware, althans
handelen in strijd met artikel 139d Wetboek van Strafrecht en/of
- plegen van listiglijk gebruik maken van een telecommunicatiedienst als
bedoeld in artikel 326c Wetboek van Strafrecht.