11 Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes (6) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte groot vier (4) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 1 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
de veroordeelde zal, indien de reclassering dit gedurende het toezicht wenselijk acht, zich onder ambulante behandeling stellen van Fivoor te Dordrecht of een soortgelijke zorgverlener, voor haar problematiek, gedurende de proeftijd of zoveel korter als de reclassering verantwoord vindt;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 1: voorwerpen 4, 5, 8, 9, 16 en 18;
- verklaart onttrokken aan het verkeer: voorwerpen 1, 7 en 15;
- gelast de teruggave aan de medeverdachte van: voorwerpen 2, 6, 10, 11, 12, 13 en 14;
- gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van voorwerpen 3 en 19.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M.G. van de Kragt, voorzitter,
en mrs. J. Fransen en B. Krijnen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van Empelen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 juli 2019.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 24 juni 2016 tot en met 20 juli 2017 te Sliedrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans éénmaal, (telkens) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht, (telkens) als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet,
althans opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
47 orders, met een totale netto weeghoeveelheid van 155 gram,
met per order 1 of 2 of 2,5 of 5 of 10 of 20 gram, in elk geval (telkens) één of meer
hoeveelhe(i)d(en) van oen materiaal bevattende heroïne en/of cocaïne en/of
afleidingen daarvan, (telkens) een of meer middel(en) als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, (telkens) dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hebbende hij en/of zijn mededader(s):
- de voornoemde inhoud verstuurd en/of laten versturen per post met adressen met (een) bestemming(en) in het en/of de land(en) Duitsland, en/of Finland en/of Denemarken en/of Oostenrijk en/of
-de voornoemde inhoud in katoen geplaatst en/of laten plaatsen en/of
-in (een) kaart(en) en/of kaarten geplaatst en/of laten plaatsen en/of
- in enveloppen gedaan en/of laten doen en/of
-de enveloppen verstuurd en/of laten versturen met adressen met (een) bestemming(en) in het en/of de land(en) Duitsland en/of Finland en/of Denemarken en/of Oostenrijk;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[naam medeverdachte] op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 24 juni 2016 tot en met 20 juli 2017 te Sliedrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans éénmaal,
(telkens) opzettelijk buiten het, grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht, (telkens) als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet,
althans opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
- 47 orders, met een totale netto weeghoeveelheid van 155 gram, met per order
1. of 2 of 2,5 of 5 of 10 of 20 gram, in elk geval (telkens) één of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende heroïne en/of cocaïne en/of afleidingen daarvan, (telkens) een of meer middel(on) als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, (telkens) dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hebbende [naam medeverdachte] en/of haar mededader(s):
- de voornoemde inhoud verstuurd en/of laten versturen per post met adressen met (een) bestemming(en) in het en/of de land(en) Duitsland, en/of Finland en/of Denemarken en/of Oostenrijk en/of
- de voornoemde inhoud in katoen geplaatst en/of laten plaatsen en/of
- in (een) kaart(en) en/of kaarten geplaatst en/of laten plaatsen en/of
- in enveloppen gedaan en/of laten doen en/of
- de enveloppen verstuurd en/of laten versturen met adressen met (een) hestemming(en) in het en/of de land(n) Duitsland en/of Finland en/of Denemarken en/of Oostenrijk;
bij/ tot het plegen van welk misdrij(f)(ven) hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 24 juni 2016 tot en met 20 juli 2017 te Sliedrecht (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft door (telkens) haar mobiele telefoon en/of laptop ter beschikking te stellen aan die [naam medeverdachte] voor de verkoop en/of overdracht van verdovende middelen;
2.
Hij in of omstreeks de maand februari 2018 te Sliedrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 16 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan,
zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan
wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid wan die wet;
3.
Hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 juni 2016 tot en met
21 februari 2018 te Sliedrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, tweede of derde lid Wetboek van Strafrecht (computervredebreuk) te plegen
-een computerwachtwoord(en) en/of toegangscode of daarmee vergelijkbare gegevens waardoor toegang kan worden gekregen tot een geautomatiseerd werk of een deel daarvan, te weten identificerende gebruikersgegevens, althans gebruikersnamen en/of gebruikerswachtwoorden van (een) I Cloud account en/of (een)email account(s), in gebruik bij de heer [naam] , heeft verworven en/of verspreid en/of voorhanden heeft gehad.