2.3
Wastelab is het innovatiecentrum van [verzoekster tevens verweerster] en was ten tijde van de indiensttreding van [verweerder tevens verzoekster] bij [verzoekster tevens verweerster] een nieuw op te starten onderdeel binnen [verzoekster tevens verweerster] . [verweerder tevens verzoekster] kreeg de opdracht om een businessplan voor Wastelab op te stellen, inclusief activiteiten, focus, verdienmodel en positionering. [verweerder tevens verzoekster] had als speerpunten: een fundament leggen, eerste valorisatieprojecten opstarten, adviesopdrachten oppakken, externe samenwerkingsverbanden aangaan en de strategie van Wastelab verder uitwerken.
2.5
In een addendum bij de arbeidsovereenkomst tussen partijen, dat door beide partijen vóór aanvang van de arbeidsovereenkomst is ondertekend, zijn een concurrentiebeding, een relatiebeding en een boetebeding opgenomen. Het concurrentiebeding luidt als volgt:
“1. Werknemer verbindt zich om zowel tijdens het dienst als gedurende een periode gelijk aan de totale duur van het dienstverband, met een maximum van één jaar, na het einde van het dienstverband, direct noch indirect, noch voor zichzelf noch voor anderen, in enigerlei vorm werkzaam of betrokken te zijn in of bij enige onderneming met activiteiten op een terrein, gelijk of gelijksoortig aan of anderszins concurrerend met dat van werkgever, noch daarbij zijn bemiddeling, in welke vorm ook, direct of indirect te verlenen.
2. Onder activiteiten gelijk, gelijksoortig of anderszins concurrerend met dat van werkgever wordt begrepen het aanbieden van diensten, producten en/of concepten op het gebied van integraal afval- en grondstoffenmanagement, waarbij de klant volledig ‘in control’ wordt gebracht over zijn afvalstromen en wordt gefaciliteerd in het terugdringen van de verspilling van grondstoffen.
3. De activiteiten zoals genoemd in lid 2 van dit artikel kenmerken zich door de volgende, niet limitatieve en niet cumulatieve, eigenschappen:
a) de werkwijze en middelen waarmee de dienst en/of het product worden aangeboden zijn
vergelijkbaar met de werkwijze en middelen van [verzoekster tevens verweerster] (o.a. e-rapportage, web services,
plan-do-check-act cyclus);
b) de te behalen resultaten worden gedefinieerd in vooraf overeengekomen prestatie-
indicatoren voor afval- en grondstoffenprestaties;
c) het sturen op prestaties gebeurd op basis van data, die zorgen voor inzicht en
transparantie;
d) de werkzaamheden omvatten niet uitsluitend advies maar ook uitvoering (implementatie)
en worden op basis van projectmanagement verricht.
4. Uitzonderingen op het non-concurrentiebeding zijn uitsluitend mogelijk als werknemer
daartoe voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever heeft gekregen, aan welke
toestemming werkgever voorwaarden kan verbinden.
5. Tot de bedrijven met activiteiten zoals benoemd in artikel 1, lid 1 behoren onder andere,
maar niet uitsluitend: Van Gansewinkel & Shanks Nederland (inmiddels samen als Renewi), SUEZ, Beelen en de dochter- dan wel zusterondernemingen van de genoemde bedrijven.”
2.8
Op 13 en 14 juni 2019 hebben [verweerder tevens verzoekster] en [naam 1] via WhatsApp berichten met de volgende inhoud aan elkaar verstuurd:
Op 13 juni 2019 van [verweerder tevens verzoekster] aan [naam 1]
“ [naam 1] , je hebt gisteren met [naam 2] gesproken over mijn beoogde vertrek. Ik vroeg me af wat hier uit is gekomen. Kunnen we hier zo even contact over hebben?
Op 13 juni 2019 van [naam 1] aan [verweerder tevens verzoekster]
“Laten we daar morgenochtend even contact over hebben. Ik spreek [naam 2] hier vanavond opnieuw over.”
Op 13 juni 2019 van [verweerder tevens verzoekster] aan [naam 1]
“Ok, dat is prima. Ik verwacht alleen morgen niet in Rotterdam te zijn, dus laten we dan even bellen.”
Op 14 juni 2019 van [naam 1] aan [verweerder tevens verzoekster]
“Wij zijn er nog niet uit [verweerder tevens verzoekster] . Het concurrentiebeding is er niet voor niets en dat gewoon laten vallen geeft intern én extern zeer ongewenste effecten. Dat jij er belang bij hebt op korte termijn een besluit te hebben, begrijpen we best. Jij zult er omgekeerd begrip voor hebben dat wij hier zorgvuldig mee om moeten gaan. Dus we moeten verder in gesprek. Wie zijn jouw contactpersonen bij Renewi?”
Op 14 juni 2019 van [verweerder tevens verzoekster] aan [naam 1]
“Kan ik je hier even over bellen [naam 1] ?”
2.9
Bij e-mail van 17 juni 2019 heeft [verweerder tevens verzoekster] het volgende aan [naam 1] geschreven:
“(…)
We spraken elkaar vrijdag over mijn beoogde vertrek naar Renewi en de zorgen die er bij jullie leven hierover. Je gaf aan dat deze zorgen zich met name richten op dat mijn vertrek een signaal afgeeft naar de concurrentie (afvalmarkt): dat senior mensen van [verzoekster tevens verweerster] kunnen worden aangetrokken. En daarnaast naar de medewerkers van [verzoekster tevens verweerster] : dat zij blijkbaar eenvoudig naar deze partijen in de afvalmarkt kunnen overstappen.
Ik wil je laten weten dat ik jullie zorgen begrijp en graag wil meedenken over mogelijke oplossingen hiervoor. Kun jij aangeven op welke manier ik jullie zorgen zou kunnen wegnemen?
Zelf kan ik me voorstellen dat we bv. afspraken maken over een strengere geheimhoudingsplicht. Of dat we gezamenlijk een passende verklaring formuleren over hoe mijn vertrek intern te communiceren.
Wat betreft het signaal naar de afvalmarkt wil ik nog meegeven dat ik in mijn werk nauwelijks met de (traditionele) afvalmarkt te maken heb en daar dus geen netwerk heb. Mijn werk focused zich meer op innovaties en startups en niet op de meer ‘gevestigde’ partijen. Ik verwacht dat een overstap naar Renewi hen niet zal opvallen.
Graag ga ik deze week verder in gesprek met je over bovenstaande. (…)”
2.10
Bij e-mail van 25 juni 2019 heeft [verweerder tevens verzoekster] het volgende aan [naam 1] bericht:
“(…)
Komende donderdag is het 3 weken geleden dat ik je aangaf te willen vertrekken bij [verzoekster tevens verweerster] en je vroeg of we konden afzien van (het in werking zetten van) mijn concurrentiebeding. Tot dusver heb ik van jullie geen voorstel ontvangen hoe hiermee verder te gaan. Ik heb jullie aangegeven dat ik graag meedenk over oplossingen voor de zorgen die je deelde (met name het signaal dat er van mijn vertrek zou uitgaan naar 1. de afvalmarkt en 2. [verzoekster tevens verweerster] collega’s intern), maar heb hierop nog geen reactie ontvangen.
Nogmaals, ik begrijp jullie zorgen en overleg graag met jullie over hoe deze zorgen weg te nemen.
Komende vrijdag verloopt mijn opzegtermijn van twee maanden voor mijn beoogde vertrekdatum (30 augustus). Graag zou ik voor vrijdag horen wat jullie voorstel is voor de te volgen stappen. Niet alleen ik heb behoefte aan duidelijkheid, ook Renewi wil graag weten waar het aan toe is; ze willen graag dat ik daar per 1 september begin. Daarnaast levert de huidige situatie onduidelijkheid op richting klanten en relaties van [verzoekster tevens verweerster] waar ik contact mee heb. Kunnen we morgen of donderdag met elkaar afspreken om te bespreken hoe we verder gaan?
Zoals ik ook in mijn gesprek met jou op donderdag 6 juni heb aangegeven denk ik dat een vertrek van mij bij [verzoekster tevens verweerster] het beste is voor beide partijen. Zoals jij ook beaamde zit ik niet lekker op mijn plek bij [verzoekster tevens verweerster] en het lukt me niet de verwachte resultaten voor Wastelab waar te maken. Daarnaast is de samenwerking en de persoonlijke klik tussen mij en de directie niet optimaal. Ik zie hierdoor geen toekomst voor mij binnen [verzoekster tevens verweerster] , en wil daarom mijn carrière ergens anders voortzetten. Ik doe graag een beroep op jullie begrip en medewerking. (…)”
2.12
Bij brief van 18 juli 2019 heeft [naam 1] als volgt op deze brief gereageerd:
“(…)
In vervolg op ons gesprek van vanmiddag en tevens in reactie op jouw brief d.d. 28 juni jl., bevestigen wij jouw opzegging te hebben ontvangen en deze te accepteren.
Hierbij tekenen wij aan dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet in opschortende zin voorwaardelijk kan zijn, zodat het dienstverband op basis van jouw brief en conform jouw wens, aldus per 31 augustus a.s. zal eindigen.
Ten aanzien van jouw verzoek om ontheven te worden van het concurrentiebeding dat deel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst, moeten wij je helaas meedelen dat wij je daarin niet tegemoet kunnen komen. Je blijft dan ook gebonden aan het concurrentiebeding.
Wij hebben deze afweging – waarbij wij ons zeer goed bewust zijn van de consequenties die dit voor jou persoonlijk heeft – op zeer zorgvuldige wijze gemaakt en zijn daarbij niet over één nacht ijs gegaan. Wij hebben uiteindelijk besloten dat [verzoekster tevens verweerster] een gerechtvaardigd belang heeft om jou aan het beding te houden.
Het concurrentiebeding is juist bedoeld voor situaties als deze – een overstap naar een directe concurrent, waarbij jij bovendien in een vergelijkbare rol gaat functioneren als je thans doet bij [verzoekster tevens verweerster] /Wastelab – en je hebt daarvoor destijds getekend. De mogelijke interne en externe gevolgen en risico’s voor [verzoekster tevens verweerster] voor het buiten werking laten van het beding, zijn van dusdanige aard en omvang dat wij jouw verzoek niet kunnen honoreren. Daar komt bij dat wij een voor [verzoekster tevens verweerster] zeer onwenselijk precedent zouden scheppen. (…)”