beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Synres Almoco B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
verzoekster,
gemachtigde: mr. C.I.M. Molenaar.
tegen
[verweerster]
,
wonende te [woonplaats verweerster],
verweerster,
gemachtigden: mr. F.K. Doornbos en mr. N. Blanke,
Partijen worden hierna aangeduid als “[verweerster]” en “Almoco”.
1. Het verloop van de procedure
1.1
De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst en het daartegen gevoerde verweer, zoals behandeld op de zitting van 14 december 2020, waarbij namens Almoco zijn verschenen haar manager HR
[naam 1] en haar locatiemanager [naam 2], bijgestaan door mr. Molenaar, en waarbij tevens is verschenen [verweerster], bijgestaan door mr. Doornbos en mr. Blanke.
1.2
De kantonrechter heeft de datum waarop de beschikking wordt uitgesproken bepaald op heden.
2. De vaststaande feiten
2.1
Op grond van een tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is [verweerster] op 1 mei 2020 bij Almoco in dienst getreden in de functie van medewerker ondersteuning management en financiën, voor de duur van 14 maanden, eindigend op
30 juni 2021. In de arbeidsovereenkomst is geen tussentijdsopzegbeding opgenomen.
3. De standpunten van partijen
3.1
Almoco verzoekt - verkort weergegeven - de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te ontbinden per 15 januari 2021. Aan dit verzoek legt Almoco ten grondslag dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, zodanig dat van haar in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Hiervan valt [verweerster] geen verwijt te maken. Er is geen opzegverbod dat aan ontbinding van de arbeidsovereenkomst in de weg staat.
3.2
[verweerster] voert verweer, maar erkent dat de arbeidsverhouding verstoord is.
4. De beoordeling van het verzoek
4.1
Uit artikel 7:669 lid 1 BW gelezen in samenhang met artikel 7:671b lid 1, aanhef en onder a, BW volgt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer in een andere passende functie binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. Gelet op artikel 7:669 lid 3, onder g, BW kan een verstoorde arbeidsverhouding een redelijke grond opleveren om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
4.2
Onderkend wordt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die niet tussentijds kan worden opgezegd, maar dat laat onverlet de bevoegdheid van de kantonrechter om een dergelijke arbeidsovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter ziet ook reden om daartoe over te gaan, nu ter zitting is komen vast te staan dat de arbeidsverhouding tussen partijen verstoord is en dat van geen van hen kan worden verlangd het dienstverband voort te zetten. De verstoring is onherstelbaar.
4.3
Er is geen sprake van een opzegverbod dat aan ontbinding van de arbeidsovereenkomst in de weg staat.
4.4
Daarom zal de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbinden. De datum hiervan wordt bepaald op 15 januari 2021.
4.5
Ten aanzien van de proceskosten wordt beslist op de wijze als hieronder vermeld.
5. De beslissing
De kantonrechter,
- ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 15 januari 2021;
- bepaalt dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.H. Poiesz en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
465
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: