11 Beslissing
De rechtbank:
verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging;
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 primair (parketnr. 10/996716-17) ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 subsidiair en 3 (parketnr. 10/996716-17) en primair (parketnr. 10/993044-19) ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren.
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. B.A. Cnossen, voorzitter,
en mrs. J.C.M. Persoon en G. Schnitzler, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Aagaard, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 maart 2020.
Parketnummer 10/996716-17
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
[naam bedrijf 1] in de periode van 1 april 2011 tot en met 1 mei
2013 te Rotterdam en/of Venlo en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland (in
haar hoedanigheid van algemeen fiscaal vertegenwoordiger) meermalen
[naam bedrijf 2] (gevestigd te Hong Kong met BTW-nummer [btw-nummer] ) heeft
doen plegen het opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte als
bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten kwartaalaangiften
omzetbelasting over de jaren 2011 en/of 2012 en/of het eerste kwartaal 2013,
onjuist en/of onvolledig doen (DOC-050, 6 tot en met 14),
immers heeft [naam bedrijf 1] (in haar hoedanigheid van algemeen
fiscaal vertegenwoordiger van [naam bedrijf 2] ) telkens opzettelijk in die
(digitale) aangiften ten name van [naam bedrijf 2] een te laag bedrag aan
belaste prestaties (rubriek 1a) en/of een te laag bedrag aan (af te dragen)
omzetbelasting (AMB-013 en AMB-004, tabel 11, dossier p. 424) opgegeven,
terwijl dat feit er (telkens) toe strekte dat te weinig belasting werd geheven,
aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, (telkens) feitelijk leiding
heeft gegeven;
art 68 lid 1 ahf/ond a Algemene wet inzake rijksbelastingen
art 69 lid 2 Algemene wet inzake rijksbelastingen
2.
hij in de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 mei 2013 te Rotterdam
en/of Venlo en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, meermalen opzettelijk
een hoeveelheid geld (tot een totaal van ongeveer 4,7 miljoen euro), die
(telkens) geheel of ten dele toebehoorde aan [naam bedrijf 2] en/of
Zollagentur [naam ] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
hem,verdachte, en/of [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 5]
en/of [naam bedrijf 6] en/of [naam bedrijf 7] ,
en welke hoeveelheid geld hij, verdachte, en/of [naam bedrijf 1]
(telkens) uit hoofde van het beroep van algemeen fiscaal vertegenwoordiger van
[naam bedrijf 2] en/of tegen geldelijke vergoeding (in het kader van de fiscale
en financiële dienstverlening) onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft
toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
art 322 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[naam bedrijf 1] in de periode van 1 januari 2011 tot en met 31
mei 2013 te Rotterdam en/of Venlo en/of elders in Nederland meermalen
opzettelijk
een hoeveelheid geld (tot een totaal van ongeveer 4,7 miljoen euro), die
(telkens) geheel of ten dele toebehoorde aan [naam bedrijf 2] en/of
[naam ] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
hem, verdachte, en/of [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 5]
en/of [naam bedrijf 6] en/of [naam bedrijf 7] ,
en welke hoeveelheid geld [naam bedrijf 1] (telkens) uit hoofde
van het beroep van algemeen fiscaal vertegenwoordiger van [naam bedrijf 2]
en/of tegen geldelijke vergoeding (in het kader van haar fiscale en
financiële dienstverlening), onder zich had, wederrechtelijk zich heeft
toegeëigend,
aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, (telkens) feitelijk leiding
heeft gegeven;
art 321 Wetboek van Strafrecht
art 322 Wetboek van Strafrecht
3.
[naam bedrijf 1] op verschillende tijdstippen in de periode 1
februari 2015 tot en met 31 mei 2017 te Rotterdam en/of elders in Nederland
(telkens) als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voor
raadpleging beschikbaar stellen van boeken en/of bescheiden en/of ander
gegevensdragers of de inhoud daarvan,
deze (telkens) in valse of vervalste vorm voor dit doel beschikbaar heeft
gesteld, immers heeft [naam bedrijf 1]
(op of omstreeks 25 februari 2015) rekeningafschriften op naam van [naam bedrijf 1]
(betreffende de rekening-courant bij de Rabobank met
nummer [bankrekeningnummer 1] ) (DOC-027-01, DOC-063, DOC-027-02 en DOC-064)
en/of
(op of omstreeks 12 en 13 september 2016) (digitale bestanden met) Excel
spreadsheets betrekking hebbende op de (Nederlandse) omzet/verkoopfacturen van
[naam bedrijf 2] over de jaren 2011 en/of 2012 (DOC-004-D) en/of
(op of omstreeks 20 september 2016) een drietal sets bescheiden met betrekking
tot de currentnummers [nummer 5] , [nummer 6] en [nummer 7] en/of de verkoopfacturen van
[naam bedrijf 2] aan [naam bedrijf 3] . KG met nummer [factuurnummer 1] d.d. 8 september
2011 (DOC-010-01 blad 5, blz. 1024) en/of [factuurnummer 2] d.d. 28 september 2011
(DOC-010-02 blad 6, blz. 1031) en/of [factuurnummer 3] d.d. 9 september 2011
(DOC-010-03 blad 5, blz. 1037) en/of
(op of omstreeks 22 september 2016) de verkoopfacturen van [naam bedrijf 2] aan
[naam bedrijf 3] . KG betreffende currentnummers [nummer 1] , [nummer 2] , [nummer 3] en
[nummer 4] (DOC-014-01, 02, 03 en 04) en/of
(op of omstreeks 17 maart 2017) (28) verkoopfacturen van [naam bedrijf 2] . aan [naam bedrijf 3]
KG (H14/1; DOC-037-D) en/of
(op of omstreeks 10 april 2017) (3 enveloppen met) verkoopfacturen van [naam bedrijf 2]
aan [naam bedrijf 3] . KG (H15/1 tot en met H15/4; DOC-042-01 tot en met 04)
en/of (in mei 2017) (17) verkoopfacturen van [naam bedrijf 2] . aan [naam bedrijf 3] KG
(H15/5; DOC-044-D)
beschikbaar gesteld en/of verstrekt aan de controlerende belastingambtenaren
( [naam ambtenaar 1] en/of [naam ambtenaar 2] ) (nadat op 22 april 2014 de eindcontrole
omzetbelasting van [naam bedrijf 2] was aangezegd aan de vennootschap als
fiscaal vertegenwoordiger en de Belastingdienst in de tussenliggende periode
van ruim twee jaren op de voet van de artikelen 47 en 48 van de Algemene wet
inzake rijksbelastingen en/of artikel 31a van de Uitvoeringsbeschikking
omzetbelasting 1968 bij herhaling verzocht heeft om de administratie in te
zien of beschikbaar te krijgen en/of om overlegging van spreadsheets en/of
facturen en/of bankrekeningafschriften in samenhang met de
omzetbelastingaangiften namens [naam bedrijf 2] ),
bestaande die valsheid of vervalsing uit - zakelijk weergegeven:
-(onder meer) de wijziging van de naam [naam ] in [naam bedrijf 2]
op die rekeningafschriften en/of
-(onder meer) de weglating en/of wijziging van verkoopomzet op de Excel
spreadsheets en/of
-(onder meer) de wijziging van factuurbedragen en/of in rekening gebrachte
omzetbelasting op die verkoopfacturen,
terwijl dat feit er (telkens) toe strekte dat te weinig belasting werd geheven,
aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, (telkens) feitelijk leiding
heeft gegeven.
art 69 lid 2 Algemene wet inzake rijksbelastingen
art 68 lid 1 ahf/ond c Algemene wet inzake rijksbelastingen
art 51 lid 2 ahf/ond 2° Wetboek van Strafrecht
Parketnummer 10/993044-19
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Primair:
hij in of omstreeks de periode van 7 november 2017 tot en met 8 januari 2018
te Venlo en/of Amsterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door
een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[naam bedrijf 8] en/of [naam bedrijf 4] heeft
bewogen tot het aangaan van een schuld (te weten het aangaan van een
kredietovereenkomst ter hoogte van 50.000,- euro), en/of tot afgifte van een
geldbedrag (van 50.000,- euro) door overmaking naar de bankrekening (met
nummer [bankrekeningnummer 2] ) ten name van hem, verdachte,
hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met voren omschreven oogmerk
- zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of
bedrieglijk in strijd met de waarheid via de website van [naam bedrijf 4] een
kredietaanvraag voor een persoonlijke lening (ter grootte van 50.000,- euro)
ingediend en ter onderbouwing van deze aanvraag een (vals) pensioenoverzicht
van mijnpensioenoverzicht.nl op naam van hem, verdachte, inhoudende een
pensioen van 55.857,- euro per jaar (dossier p. 31) en/of een (vals)
rekeningafschrift van rekeningnummer [bankrekeningnummer 2] , inhoudende een
creditsaldo (van 9.012,29 euro op 30 november 2017) en/of een salarisbetaling
van European Customs Clearan aan hem, verdachte, over de maand november
(dossier p. 39 - 46) ingediend,
waardoor [naam bedrijf 8] en/of [naam bedrijf 4]
werd(en) bewogen tot het aangaan van bovengenoemde schuld en/of afgifte;
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 7 november 2017 tot en met 8 januari 2018
te Venlo en/of Amsterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
opzettelijk
- een pensioenoverzicht op naam van hem, verdachte, van
mijnpensioenoverzicht.nl, gedateerd 22 december 2017 (dossier p. 31) en/of
- een rekeningafschrift (8 pagina's) van de Rabobank op naam van hem,
verdachte, en/of [naam] met rekeningnummer [bankrekeningnummer 2]
(dossier p. 39-46),
- ( elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, zulks (telkens) met het
oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door
anderen te doen gebruiken, hebbende dat valselijk opmaken en/of dat vervalsen
(telkens) hierin bestaan dat
- op genoemd pensioenoverzicht was opgenomen dat hij, verdachte, een bedrag
van 44.743,00 euro bruto per jaar ontvangt van Zwitserleven en/of een
gezamenlijk pensioen van 55.857,- euro bruto per jaar ontvangt en/of
- op genoemd rekeningafschrift was vermeld dat hij, verdachte, een
salarisbetaling van European Customs Clearan ten bedrage van 4.068,38 euro had
ontvangen over de maand november en/of de bankrekening een creditsaldo (van
9.012,29 euro op 30 november 2017) had.
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht