11. Beslissing
De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 4 primair heeft begaan en spreekt hem daarvoor vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 subsidiair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van tien (10) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot twee (2) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer: 1 stuk papier inhoudende diverse prints uit de systemen van de belastingdienst (KVI-021, IBN-code C.009);
- gelast de teruggave aan de verdachte van: 1 stuk telefoontoestel merk Sony Experio Z5, kleur: zwart (KVI-019 IBN-code A.002 / [nummer 1] );
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van: 1 stuk computer merk Lenovo Thinkpad (KVI-018 IBN-code C.002 / [nummer 2] ).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. N. Doorduijn, voorzitter,
en mrs. J.L.M. Boek en A. Bonder, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.P. Eekhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 juli 2020.
Verklaart de jongste rechter buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
12 . Bijlage I
tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 31 maart 2013 tot en met 18 maart 2015 te Vlaardingen en/of elders in Nederland,
(telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) (elektronische) aangifte(n) voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het/de jaar/jaren 2012 (DOC-006) en/of 2014 (DOC-008) ten name van [naam verdachte] ,
onjuist en/of onvolledig heeft gedaan bij (de) Inspecteur(s) der belastingen of de belastingdienst, terwijl dat/die feit(en) er (telkens) toe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven,
immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk op het/de bedoelde (elektronische) aangifte(n) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het/de genoemd(e) jaar/jaren, een te laag bedrag aan belastbaar inkomen en/of (een) te ho(o)g(e), althans (een) gefingeerd(e)
bedrag(en) aan uitgaven voor giften en/of (andere) aftrekposten opgegeven/vermeld, te weten 1000 euro en/of 2000 euro, althans enig geldbedrag en/of gift aan de Islamitische Universiteit van Europa en/of Stichting Fazilet, terwijl dat feit (telkens) ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven;
2.
hij in of omstreeks de periode 1 januari 2014 van tot en met 28 december 2016, te Vlaardingen en/of Den Haag, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
een geheim waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden,
immers heeft verdachte als medewerker van de Belastingdienst, in strijd met zijn geheimhoudingsplicht, een of meer documenten (DOC-034 tot en met DOC-047), althans (voor derden) geheime informatie, uit een of meerdere belastingsystemen (ABS en/of IKB en/of FLG) geraadpleegd en/of geprint en/of gebruikt ten behoeve van nevenwerkzaamheden voor Belasthink (v.o.f.);
3.
hij op of omstreeks 16 mei 2016 te Rotterdam althans in Nederland,
- bezwaarschrift tegen aanslag IB 2013 ten name van [naam 5] (D-099)
zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen valselijk heeft opgemaakt of vervalst, met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) valselijk, immers opzettelijk in strijd met de waarheid, op het bezwaarschift vermeld dat deze is ondertekend door [naam 6] terwijl in werkelijkheid deze is ondertekend door verdachte;
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 te Den Haag en/of Rotterdam en/of Vlaardingen althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
als ambtenaar te weten als belastingdienstmedewerker,
een gift en/of dienst en/of belofte heeft aangenomen en/of gevraagd, te weten een geldbedrag van EUR 500,-, althans enige gift en/of dienst en/of belofte, gedaan en/of verleend en/of aangeboden door [naam 7] terwijl hij, verdachte, die gift(en) en/of belofte(en) en/of dienst(en) telkens heeft
- aangenomen, terwijl hij wist of redelijkerwijs vermoedde dat deze hem werd(en) gedaan en/of verleend en/of aangeboden:
teneinde hem te bewegen om, in zijn bediening iets te doen en/of na te laten, en/of ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door hem, in zijn huidige en/of vroegere bediening is gedaan en/of nagelaten, gevraagd:
teneinde hem te bewegen om, in zijn bediening iets te doen en/of na te laten, en/of
ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door hem, in zijn huidige en/of vroegere bediening is gedaan en/of nagelaten,
te weten het voor die [naam 7] een bezwaarschrift (DOC-112) in behandeling te nemen en/of goed te keuren en/of de belastingaanslag te verlagen;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[naam medeverdachte] , in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016
te Den Haag en/of Rotterdam en/of Vlaardingen althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
als ambtenaar te weten als belastingdienstmedewerker,
een gift en/of dienst en/of belofte heeft aangenomen en/of gevraagd, te weten een geldbedrag van EUR 500,-, althans enige gift en/of dienst en/of belofte, gedaan en/of verleend en/of aangeboden door [naam 7] terwijl [naam medeverdachte] ,
die gift(en) en/of belofte(en) en/of dienst(en) telkens heeft
- aangenomen, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze hem
werd(en) gedaan en/of verleend en/of aangeboden:
teneinde hem te bewegen om, in zijn bediening iets te doen en/of na te laten, en/of
ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door hem, in zijn huidige en/of vroegere bediening is gedaan en/of nagelaten, gevraagd:
teneinde hem te bewegen om, in zijn bediening iets te doen en/of na te laten, en/of
ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door hem, in zijn huidige en/of vroegere bediening is gedaan en/of nagelaten,
te weten het voor die [naam 7] een bezwaarschrift (DOC-112) in behandeling te nemen en/of goed te keuren en/of de belastingaanslag te verlagen,
bij en/tot het plegen van welk misdrijf verdachte, op of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 te Den Haag en/of Rotterdam en/of Vlaardingen, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door een bezwaarschrift (DOC-112) ter behandeling door te sturen aan [naam medeverdachte] , met het verzoek dit bezwaarschrift in behandeling te nemen.