[eiseres] heeft gevorderd bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
I. ASVZ te bevelen [eiseres] binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden in de functie van senior administratief medewerkster voor 24 uur per week, tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag dat ASVZ in gebreke blijft;
II. ASVZ te veroordelen tot betaling aan [eiseres] van het salaris over de periode
2 december 2019 tot 1 juli 2020, zijnde een bedrag van € 13.103,27 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW;
III. ASVZ te veroordelen tot betaling aan [eiseres] van het salaris ter hoogte van
€ 1.935,06 bruto per maand, vanaf 1 juli 2020 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW;
IV. ASVZ te veroordelen tot het verstrekken van een bruto/netto specificatie aan [eiseres] van de op grond van het te wijzen vonnis te betalen bedragen binnen één week na betekening van het te wijzen vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 100,- per dag dat ASVZ in gebreke blijft;
V. ASVZ te veroordelen tot betaling aan [eiseres] van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van voornoemde bedragen tot aan de dag der algehele voldoening;
VI. ASVZ te veroordelen in de kosten van deze procedure, een bedrag aan salaris van de gemachtigde daaronder begrepen.