5.5.
Op grond van artikel 45 lid 1 aanhef en onder a Awir mag voor verhaal van een vordering tot betaling van huur beslag worden gelegd op een vordering op de Belastingdienst tot betaling van huurtoeslag. Blijkens de Memorie van Toelichting op dit artikel (Kamerstukken II, 2004-2005, 29.764, blz 63) heeft de wetgever met dit artikel willen waarborgen dat de tegemoetkoming moet worden aangewend voor het doel waarvoor die is verleend. De wetgever heeft het daarom alleen aan de schuldeiser voor wie de tegemoetkoming is bedoeld, toegestaan om op die tegemoetkoming beslag te leggen. Daarmee is gewaarborgd dat andere schuldeisers geen beslag kunnen leggen op de huurtoeslag, zodat de huurtoeslag kan worden aangewend waarvoor zij bedoeld is, namelijk het voldoen van de huur aan de verhuurder.
5.6.
Net als de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland en de kantonrechter van rechtbank Gelderland (ECLI:NL:RBNNE:2017:4223, ECLI:NL:RBNNE:2017:4159 en ECLI:NL:RBGEL:2018:652) en anders dan Gerechtshof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2017:1154) is de kantonrechter van oordeel dat het doel en de strekking van artikel 45 lid 1 aanhef en onder a Awir er niet aan in de weg hoeven te staan dat de artikelen 475b en 475d Rv op de huurtoeslag van toepassing kunnen worden verklaard. De kantonrechter overweegt daartoe dat het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in het arrest van 21 oktober 2014 (ECLI:NL:GHARL:2014:8231) heeft overwogen dat er geen reden is om aan te nemen dat de ratio van artikel 475f Rv zich ertegen verzet dat een beslagvrije voet over de huurtoeslag wordt vastgesteld voor zover de schuldenaar onvoldoende andere middelen van bestaan heeft. De kantonrechter acht daarbij van belang dat, gelijk het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in voornoemd arrest heeft overwogen, staatssecretaris Teeven in zijn brief aan de waarnemend Ombudsman van 13 maart 2014, kenmerk 477873, op p. 3/4 heeft bevestigd dat de schuldenaar bij onvoldoende middelen om in zijn bestaan te voorzien de kantonrechter kan verzoeken de beslagvrije voet toe te passen op de zorg- en/of huurtoeslag. Verder acht de kantonrechter bij dit oordeel van belang dat na inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet aan artikel 475c Rv (sub j) zal worden toegevoegd “een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel h, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, met uitzondering van de kinderopvangtoeslag, bedoeld in artikel 1.5 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen”. Dan zal de beslagvrije voet derhalve direct van toepassing zijn op huurtoeslag. De huurtoeslag is bestemd voor betaling van de huur. Door beslag te leggen op de huurtoeslag is de kans groot dat de lopende betalingsverplichtingen met betrekking tot de huur niet meer kunnen worden voldaan. Daarnaast kan het totale inkomen van [verzoekster] ten gevolge van het beslag op de huurtoeslag onder de beslagvrije voet komen.
5.7.
De kantonrechter is dan ook van oordeel dat [verzoekster] de huurtoeslag dient te kunnen aanwenden voor de betaling van de lopende betalingsverplichting jegens Woonbron, hetgeen door de beslaglegging op de huurtoeslag wordt verhinderd. Weliswaar kan [verzoekster] de huurtoeslag ook aanwenden voor andere doeleinden dan waarvoor die is verstrekt, maar dit staat naar het oordeel van de kantonrechter er niet aan in de weg dat, gelet op het bepaalde in artikel 475f Rv, de artikelen 475b en 475d Rv op de huurtoeslag van toepassing kunnen worden verklaard, nu er sprake is van een wederkerende betaling. Gelet op het voorgaande zal de kantonrechter de artikelen 475b en 475d Rv van toepassing verklaren op de vordering van [verzoekster] op de belastingdienst ter zake de huurtoeslag.
5.9.
De hoogte van de beslagvrije voet wordt berekend aan de hand van artikel 475d Rv. Op grond van lid 3 aanhef sub b wordt de beslagvrije voet verhoogd met de voor rekening van de schuldenaar komende woonkosten verminderd met ontvangen huurtoeslag. Nu de huurtoeslag door de beslaglegging niet daadwerkelijk door [verzoekster] wordt ontvangen strekt de huurtoeslag bij de berekening van de beslagvrije voet niet in mindering op de woonkosten. Nu Woonbron bij de berekening van de beslagvrije voet de huurtoeslag wel in mindering heeft laten strekken op de woonkosten, is de berekening van Woonbron niet correct. Nu partijen bij de berekening voor het overige wel van dezelfde bedragen zijn uitgegaan zal de kantonrechter aan de hand van het door Woonbron gehanteerde model van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders de beslagvrije voet berekenen. Bij die berekening zal wel worden uitgegaan van de per 1 juli 2020 geldende grondslag beslagvrije voet van € 953,13.
Netto inkomsten € 947,08
(…)
Subtotaal netto inkomen: € 947,08
Grondslag beslagvrije voet € 953,13
Premie ziektekostenverzekering € 115,95
Normpremie ziektekosten € 33,00
Subtotaal € 82,95
Ontvangen zorgtoeslag € 104,-
Saldo verhoging ziektekosten indien negatief, automatisch 0,00 € 0,00
Bijtelling ziektekosten, saldo gecorrigeerd € 0,00
Woonkosten huur € 630,24
Service kosten € 0,00
Subtotaal € 630,24
Ontvangen huurtoeslag € 0,00
Totaal rekenhuur € 630,24
Normhuur € 215,71
Verhoging beslagvrije voet op grond van de rekenhuur
indien negatief, automatisch € 0,00: € 414,53
Aanpassingen aan woning als gevolg van handicap: nee
Alle meerderjarige gezinsleden zijn jonger dan 23
en hebben geen handicap: nee
Bijtelling woonkosten, saldo gecorrigeerd
(maximale bijtelling: € 368,34): € 368,34
De verdeling vindt plaats naar evenredigheid over u
en de kostendelers (in dit geval: 0) € 0,00
verblijfkosten inrichting € 0,00
Subtotaal bijtelling verb.-/servicekosten € 0,00
Bijtelling verblijfs-/servicekosten, saldo gecorrigeerd
(maximale bijtelling: € 0,00): € 0,00
Jaarbedrag voor geen kinderen € 0,00
(…)
Verhoging inzake kindgebonden budget € 0,00
BEREKENING
Grondslag beslagvrije voet € 953,13
Bijtelling ziektekosten € 0,00
Bijtelling huur-/woonkosten € 368,34
Bijtelling kosten verblijf inrichting € 0,00
Bijtelling kindgebonden budget € 0,00
Halvering beslagvrije voet € 0,00
Verlaging ivm inkomsten overige
Meerderjarige gezinsleden € 0,00
Verlaging i.v.m. andere inkosten schuldenaar € 0,00
De beslagvrije voet is vastgesteld op: € 1.321,47