RECHTBANK ROTTERDAM
Zaaknummer: 8385346 \ HA VERZ 20-32
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTERSAFE NETHERLANDS B.V. (voorheen INTERSAFE GROENEVELD B.V.),
gevestigd te Dordrecht,
verzoekster en verweerster,
gemachtigde: mr. C.P. Kuijer,
[verweerster]
,
wonende te [woompplaats verweerster] ,
verweerster en verzoekster,
gemachtigde: mr. M.H.J. Provó Kluit.
Partijen worden hierna aangeduid als “Intersafe” en “ [verweerster] ”.
2. De verdere beoordeling van het geschil
In het verzoek
2.1
Verwezen wordt naar de tussenbeschikking van 27 mei 2020, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd.
2.2
Intersafe heeft verzocht om [verweerster] te veroordelen in de kosten van het door [naam] uitgevoerde onderzoek van € 12.517,21 exclusief btw. Intersafe stelt dat zij met behulp van dit onderzoek heeft kunnen achterhalen wie betrokken was bij de diefstal van bedrijfseigendommen. [verweerster] betwist dat het door [naam] gefactureerde bedrag redelijk is, omdat het onderzoek ook ziet op kennelijk ontvreemde spullen waarvan hij niets af weet en ook omdat een duidelijke specificatie van de kosten ontbreekt. De kantonrechter overweegt dat, gelet op de aard van de tegen [verweerster] geuite beschuldigingen, Intersafe in redelijkheid heeft kunnen besluiten om een onderzoek door [naam] te laten instellen. Nu daaruit is gebleken dat [verweerster] zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal en derhalve onrechtmatig heeft gehandeld jegens Intersafe, dient [verweerster] de redelijke kosten van dat onderzoek te vergoeden. Intersafe heeft ondanks het verweer van [verweerster] geen specificatie van de factuur van [naam] overgelegd. Voorts is in deze procedure weliswaar komen vast te staan dat [verweerster] bedrijfseigendommen heeft ontvreemd, maar de exacte omvang kon daarbij (nog) niet worden vastgesteld. Bij gebreke van een nadere specificatie en onderbouwing van de kosten zal de kantonrechter die kosten naar billijkheid begroten op een bedrag van € 6.000,- exclusief btw.
2.3
[verweerster] zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
2.4
De apart gevorderde nakosten worden toegewezen als hierna vermeld, nu de proceskostenveroordeling hiervoor reeds een executoriale titel geeft en de kantonrechter van oordeel is dat de nakosten zich reeds vooraf laten begroten.
2.5
Verwezen wordt naar de tussenbeschikking van 27 mei 2020, waarin is bepaald dat het loon over de periode van 1 april 2020 tot en met 31 mei 2020 alsmede het door [verweerster] opgebouwde vakantiegeld van 8% door Intersafe verschuldigd is op het gebruikelijke tijdstip. Voorts is Intersafe bij akte in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het aantal overuren en opgebouwde maar niet-genoten vakantiedagen. Intersafe heeft daarop bij akte overzichten overgelegd waaruit volgt dat het saldo aan openstaande overuren en niet-opgenomen vakantie-uren 78,32 uur bedraagt. Gelet op het uurloon van € 19,56 bruto, inclusief 8% vakantietoeslag, zal in dit kader een bedrag worden toegewezen van € 1.531,94 bruto.
2.6
De wettelijke verhoging over het loon van de maanden april en mei 2020, zal worden toegewezen tot een percentage van 25% , welk percentage de kantonrechter billijk acht.
De gevorderde wettelijke verhoging en wettelijke rente over de gevorderde overuren zal worden afgewezen omdat dit tijd-voor-tijd uren betreffen en deze derhalve eerst ten tijde van het einde van het dienstverband opeisbaar worden in geld.
2.7
Intersafe zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
2.8
De apart gevorderde nakosten worden toegewezen als hierna vermeld, nu de proceskostenveroordeling hiervoor reeds een executoriale titel geeft en de kantonrechter van oordeel is dat de nakosten zich reeds vooraf laten begroten.
3. De beslissing
De kantonrechter:
in het verzoek:
veroordeelt [verweerster] om aan Intersafe te betalen € 6.000,- exclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de datum van deze beschikking tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [verweerster] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Intersafe vastgesteld op:
- -
€ 124,- aan verschotten;
- -
€ 480,- aan salaris voor de gemachtigde;
- -
voornoemde bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
en, indien [verweerster] niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, begroot op € 120,- aan nasalaris. Indien daarna betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, dient het bedrag aan nasalaris nog te worden verhoogd met de kosten van betekening. Ook is [verweerster] de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over al deze bedragen verschuldigd vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
in het tegenverzoek:
veroordeelt Intersafe tot betaling binnen 14 dagen na de datum van deze beschikking aan [verweerster] van het loon van € 3.138,98 bruto per maand te vermeerderen met 8% vakantietoeslag over de periode 1 april 2020 tot en met 31 mei 2020, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 25% en te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 14 dagen na de datum van beschikking tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Intersafe tot betaling binnen 14 dagen na de datum van deze beschikking aan [verweerster] van € 1.531,94 bruto aan overuren en opgebouwde maar niet-genoten vakantiedagen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 14 dagen na de datum van beschikking tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Intersafe tot afgifte van een deugdelijke salarisspecificatie en afrekening van het dienstverband;
veroordeelt Intersafe tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [verweerster] tot en met vastgesteld op:
- € 480,- € 480,- aan salaris voor de gemachtigde;
en, indien Intersafe niet binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, begroot op € 120,- aan nasalaris. Indien daarna betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, dient het bedrag aan nasalaris nog te worden verhoogd met de kosten van betekening.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. van Steenderen-Koornneef en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
590