Blijdorp verzoekt om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
voor zover geoordeeld wordt dat de arbeidsovereenkomsten moeten worden hersteld
I. de arbeidsovereenkomst met [verzoekster 1] te herstellen per 1 oktober 2021, althans een datum gelegen in de toekomst;
II. de arbeidsovereenkomst met [verzoekster 2] te herstellen per 1 oktober 2021, althans een datum gelegen in de toekomst;
III. [verzoekster 1] te veroordelen om de aan haar betaalde transitievergoeding van € 19.760,61 bruto (€ 11.247,80 netto) binnen 14 dagen terug te betalen;
IV. [verzoekster 2] te veroordelen om de aan haar betaalde transitievergoeding van € 1.949,97 bruto (€ 1.226,54 netto) binnen 14 dagen terug te betalen;
voor zover geoordeeld wordt dat de arbeidsovereenkomst met terugwerkende kracht moet worden hersteld:
V. de arbeidsovereenkomst met [verzoekster 1] en [verzoekster 2] binnen 14 dagen na betekening van de beschikking te herstellen;
VI. [verzoekster 1] te veroordelen om de aan haar betaalde transitievergoeding van € 19.760,61 bruto (€ 11.247,80 netto) binnen 14 dagen terug te betalen;
VII. [verzoekster 2] te veroordelen om de aan haar betaalde transitievergoeding van € 1.949,97 bruto (€ 1.226,54 netto) binnen 14 dagen terug te betalen;
VIII. te bepalen dat Blijdorp het achterstallig salaris van verzoeksters mag verminderen met
de reeds door verzoeksters ontvangen WW-uitkering en te bepalen dat Blijdorp het
achterstallige salaris binnen 14 dagen na betekening van de beschikking betaalt;
IX. het verzoek van [verzoekster 2] tot betaling van de wettelijke verhoging en wettelijke rente af te wijzen, althans te matigen;
met veroordeling van [verzoekster 1] en [verzoekster 2] in de proceskosten, te vermeerderen met de
nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente bij niet tijdige betaling van de nakosten.