[naam verzoeker] verzoekt bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. primair: de arbeidsovereenkomst ex artikel 7:682 lid 2 sub a BW jo. artikel 3:300 BW te herstellen vanaf 9 juli 2020, althans vanaf een in goede justitie te bepalen datum, dan wel
subsidiair:
[naam firma] te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van deze beschikking de arbeidsovereenkomst met terugwerkende kracht te herstellen vanaf 9 juli 2020, althans op een in goede justitie te bepalen datum, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag dat [naam firma] in gebreke blijft aan deze beschikking te voldoen;
meer subsidiair:
[naam firma] te veroordelen tot betaling aan [naam verzoeker] van een transitievergoeding van € 4.451,34 en tot betaling aan [naam verzoeker] van een bedrag van € 235,- per week vanaf week 25 voor de resterende duur van de huurovereenkomst zoals genoemd onder 8.2 in het verzoekschrift;
II. te bepalen dat [naam firma] per 9 juli 2020 aan [naam verzoeker] 90% van het salaris verschuldigd is zolang [naam verzoeker] arbeidsongeschikt is;
III. [naam firma] te veroordelen tot betaling aan [naam verzoeker] van het achterstallig salaris inclusief overige emolumenten, zijnde een bedrag van € 3.631,46 voor de periode van week 25 tot 9 juli 2020 en een bedrag van 90% van € 3.679,18 per vier weken vanaf 9 juli 2020 tot datum vonnis, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente;
IV. indien de arbeidsovereenkomst niet aansluitend op 9 juli 2020 wordt hersteld, de voorziening te treffen dat [naam firma] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 235,- voor iedere week dat de onderbreking duurt, zulks ter compensatie van het door [naam verzoeker] geleden nadeel;
V. [naam firma] te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure.