Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBROT:2021:2570

Rechtbank Rotterdam
11-02-2021
25-03-2021
8927657 HA VERZ 20-133
Civiel recht
Beschikking

Afwijzing verzoek ontbinding arbeidsovereenkomst op de H-grond. Niet gebleken dat werknemer door lichamelijke gebreken niet alle werkzaamheden kan verrichten die horen bij functie. Enkele verwachting dat werknemer zal uitvallen bij volledige inzet in regulier productieproces geen grond voor ontbinding.

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2021-0377
VAAN-AR-Updates.nl 2021-0377

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8927657 HA VERZ 20-133

uitspraak: 11 februari 2021

beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,

inzake het verzoek van:

de besloten vennootschap Allied Motion Dordrecht B.V.,

gevestigd te Dordrecht,

verzoekster,

gemachtigde: mr. J.A. Macken,

tegen

[verweerster] ,
wonende te [woonplaats verweerster],

verweerster,

gemachtigde: mr. M. Weener.

Partijen worden hierna aangeduid als Allied Motion en [verweerster].

1. Het verloop van de procedure

1.1

De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:

- het verzoekschrift met producties, ter griffie ontvangen op 16 december 2020;

- het verweerschrift, ter griffie ontvangen op 4 januari 2021;

- de nader door Allied Motion overgelegde producties.

1.2

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 januari 2021. Namens Allied Motion waren aanwezig [naam 1], HR manager, en [naam 2], product manager, bijgestaan door mr. Macken. [verweerster] was aanwezig, bijgestaan door mr. Weener. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken. Beide partijen hebben ter zitting hun standpunten (nader) toegelicht. De gemachtigde van Allied Motion heeft pleitaantekeningen overgelegd.

1.3

De uitspraak van de beschikking is bepaald op vandaag.

2. De feiten

In deze procedure zal van de volgende feiten worden uitgegaan.

2.1

[verweerster], geboren op 3 februari 1972, is op 7 juni 2012 via een uitzendorganisatie bij Allied Motion gaan werken in de functie van monteuse II. Per 20 januari 2014 heeft Allied Motion [verweerster] in dienst genomen op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar. Per 20 januari 2015 hebben partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gesloten. Het salaris van [verweerster] bedraagt € 2.664,- bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag.

2.2

Op de arbeidsovereenkomst is de CAO voor personeel in de Metalelektro van toepassing.

2.3

Allied Motion ontwikkelt geavanceerde motion control-producten en -systemen voor onder meer de lucht- en ruimtevaart, defensie, de medische markt en de voertuigmarkten. Allied Motion werkt grotendeels volgens het one piece flow-principe. Hierbij stromen motoren door het productieproces zonder stil te staan. De productie wordt veelal staand en lopend uitgevoerd.

2.4

In 2019 is een deel van de productie van Allied Motion verplaatst naar Portugal.

2.5

In opdracht van Allied Motion heeft op 24 mei 2019 een arbeidsdeskundig herplaatsingsonderzoek plaatsgevonden. Het van dat onderzoek opgemaakte rapport van 28 juni 2019 vermeldt het volgende:

“(…) 8. Organisatie- en functiebeschrijving (…)

Bij Allied Motion werken ca. 90 FTE werknemers. Werknemer is werkzaam op de Afdeling productie: ze werkte aan een productielijn welke recent (mei 2019) verplaatst is naar Portugal. Ze werkte met 8-10 medewerkers aan deze productielijn. (…)

9. Belastingen in de functie in de relatie met de vastgestelde belastbaarheid (…)

Door de bedrijfsarts zijn er geen beperkingen geduid. Wel geeft hij aan dat het de voorkeur heeft dat zij afwisselend zittend en staand werk kan verrichten (…)

10. Gesprek werknemer

Werknemer heeft bij koude en slecht weer last van pijnklachten met name aan allebei de knieën. Iedere 2 weken gaat ze naar de fysiotherapeut (manuele massage), wanneer ze veel staat tijdens het werk heeft ze te maken met een toename van de klachten. Ze moet iedere dag steunkousen dragen. Sinds 2017 heeft ze een kruk, ze doet haar huidige werk voornamelijk zittend de dag door. Af en toe staat ze op, haalt ze dingen op of gaat even wat water drinken. (…)

11. Gesprek werkgever

Haar huidige leidinggevende geeft aan dat werknemer extreem behulpzaam is (…). Als back-up zou ze in magazijn of incomingsinspector aan de slag kunnen. Haar Nederlands is redelijk, ze heeft een zacht karakter, altijd bereid om te werken en ze gaat niet zomaar thuis zitten. Het is een medewerker met een hoog arbeidsethos.

12 . Knelpunten analyse eigen werk

De functie op de afdeling productie (monteuse II) heeft voor werknemer de volgende knelpunten waar op termijn een overbelasting (lees uitval) door kan ontstaan:

 Zitten tijdens het werk: bij haar huidige werkzaamheden moet zij de gehele dag door zitten tijdens het werk. Voor werknemer zou het goed zijn als de werkzaamheden deels zittend en deels staand of lopend verricht kunnen worden.

 Het fijnmotorisch werk kost haar veel energie, met name als dit lang achtereen plaats vindt.

(…)”

2.6

Op 25 september 2019 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerster], haar leidinggevende [naam 2] en personeelsfunctionaris [naam 3]. De gespreksnotitie vermeldt het volgende:

“(…)

Toelichting

In Q2 2019 is de KM68 lijn getransfereerd naar de vestiging van AM in Porto. Hierdoor is een deel van het werk van [verweerster] weggevallen. Momenteel verricht ze nog enkele deelwerkzaamheden die op termijn ook getransfereerd gaan worden en ze werkt de middagdienst in verband met haar gezondheid. Het kost wegens medicijngebruik moeite om in de ochtend vroeg te starten.

Tijdens het gesprek geven [naam 3] en [naam 2] aan dat het herplaatsen van [verweerster] in de toekomst moeilijk gaat worden. Door haar klachten aan haar knie kan ze moeilijk staand werk doen en alle productielijnen zullen in de toekomst staand draaien en vrijwel zeker in dagdienst. [verweerster] is een zeer behulpzame medewerker met een zacht karakter en hoog arbeidsethos. Het werk wat aangegeven door de arbeidsdeskundige, magazijnmedewerker en incoming inspector zijn niet passend. Voor incoming inspector mist [verweerster] de vereiste vooropleiding en kennis van analysetechnieken e.d. en deze functie is niet vacant/ Het werk in het magazijn is fysiek zwaar. Zoals Allied Motion het ziet zal het steeds moeilijker worden om [verweerster] aan het werk te houden en de gedachte is nu dat [verweerster] haar kwaliteiten beter tot haar recht zouden kunnen komen bij een andere werkgever. Een plek waar ze zittend werk zou kunnen doen waar de mogelijkheid is om tussendoor even te bewegen. Hiervoor zouden

we diverse oplossingen kunnen bedenken welke Allied Motion zal gaan uitwerken.

Gemaakte afspraken

[naam 3] zal naar de diverse mogelijkheden kijken en deze uitwerken waarna een nieuwe afspraak met [verweerster] gemaakt zal worden.”

2.7

Allied Motion heeft [verweerster] op 11 november 2020 een beëindigingsvoorstel, inclusief een outplacementtraject, gedaan. Dit voorstel is door [verweerster] afgewezen.

3. Het verzoek

3.1

Allied Motion heeft verzocht de arbeidsovereenkomst met [verweerster] op de kortst mogelijke termijn te ontbinden.

3.2

Aan het verzoek heeft Allied Motion – samengevat – het volgende ten grondslag gelegd.

Er is sprake is van omstandigheden die zodanig zijn dat van Allied Motion in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, als bedoeld in artikel 7:669 lid 3, aanhef en onder h, BW. [verweerster] kan door haar beperkingen niet alle werkzaamheden doen die horen bij haar functie. Met name kan zij slechts beperkte tijd staand werken. Het productieproces van Allied Motion is inmiddels grotendeels zo ingericht dat het werk staand moet worden uitgevoerd. Als hierbij toch rekening zou worden gehouden met de beperkingen van [verweerster], zou dit leiden tot verstoring van het productieproces. Allied Motion heeft sinds de verplaatsing van een deel van de productie naar Portugal met de beperkingen van [verweerster] rekening willen houden door haar zo veel mogelijk zittend werk te geven. Zittend werk is echter schaars geworden. Het wordt daardoor steeds lastiger [verweerster] aan het werk te houden. [verweerster] doet thans vooral werk dat overbodig is. Verder gebruikt [verweerster] medicatie die haar minder geschikt maakt voor ochtenddiensten. Omdat Allied Motion in de loop van 2021 overgaat naar dagdiensten, zal ook dit problematisch kunnen zijn voor [verweerster]. Allied Motion vreest dat [verweerster], als zij volledig in het normale productieproces wordt ingezet, wegens arbeidsongeschiktheid zal uitvallen. Het is daarom in het belang van [verweerster] dat zij ander werk vindt. Er zijn geen herplaatsingsmogelijkheden.

4. Het verweer

4.1

Het verweer strekt primair tot niet-ontvankelijkverklaring van Allied Motion in haar verzoek, subsidiair tot afwijzing van het verzoek en meer subsidiair tot toewijzing aan [verweerster] van de wettelijke transitievergoeding en een billijke vergoeding, met veroordeling van Allied Motion een deugdelijke netto/bruto-specificatie te verstrekken.

4.2

[verweerster] heeft aan haar verweer – samengevat – het volgende ten grondslag gelegd.

Allied Motion is niet-ontvankelijk in haar ontbindingsverzoek omdat het verzoek feitelijk is gebaseerd op bedrijfseconomische omstandigheden dan wel op arbeidsongeschiktheid. Allied Motion zal zich daarom tot het UWV moeten wenden. Het ontbindingsverzoek is bovendien voorbarig: de gestelde organisatorische wijzigingen zijn nog niet doorgevoerd. Het is onjuist dat [verweerster] vooral overbodig werk doet. [verweerster] kan ook (volledig) staand werken. Overdag werken is ook geen probleem. Zij is niet arbeidsongeschikt. Allied Motion heeft niet voldaan aan haar herplaatsingsverplichting. [verweerster] heeft een groot belang bij het behoud van haar baan. Indien geoordeeld wordt dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden, dan heeft [verweerster], wegens ernstige verwijtbaarheid aan de kant van Allied Motion, recht op een billijke vergoeding.

5. De beoordeling van het verzoek

5.1

Allied Motion heeft haar verzoek niet op het vervallen van arbeidsplaatsen of langdurige arbeidsongeschiktheid maar op de zogenoemde h-grond gebaseerd (artikel 7:699 lid 3, aanhef en onder h, BW). Het beroep van [verweerster] op niet-ontvankelijkheid wordt daarom verworpen.

5.2

Nu Allied Motion een beroep doet op de h-grond, moet worden beoordeeld of zich zodanige omstandigheden voordoen dat van Allied Motion in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te laten voortduren. Het moet daarbij gaan om omstandigheden die niet geschaard kunnen worden onder één van de andere in artikel 7:699 lid 3 BW genoemde ontslaggronden.

5.3

De kantonrechter neemt aan dat Allied Motion in het belang van [verweerster] heeft willen handelen door haar, sinds de verplaatsing van een deel van de productie naar Portugal, zo veel mogelijk op zittend werk in te zetten. [verweerster] heeft dit ook niet betwist.

5.4

De kantonrechter oordeelt echter dat geen sprake is van zodanige omstandigheden dat van Allied Motion in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te laten voortduren. Niet duidelijk is geworden of [verweerster] inderdaad niet alle werkzaamheden kan verrichten die horen bij haar functie. [verweerster] heeft gesteld dat zij wel degelijk staand kan werken, ook hele dagen, en dat dagdiensten geen probleem zijn. Volgens [verweerster] is het arbeidsdeskundig rapport van mei 2019 niet meer actueel. Zij is inmiddels behandeld aan haar knieën. Allied Motion heeft hier onvoldoende tegenovergesteld. Dat de bedrijfsarts in het arbeidsdeskundig rapport van mei 2019 heeft opgemerkt dat het de voorkeur heeft als [verweerster] afwisselend zittend en staand werk kan verrichten, is onvoldoende om aan te nemen dat [verweerster] thans niet alle werkzaamheden kan verrichten die horen bij haar functie. De kantonrechter weegt ook mee dat [verweerster] de laatste maanden een aanzienlijk deel van haar uren is ingezet in het reguliere productieproces (met staand werk). Het ging, afgaande op een door Allied Motion overgelegd overzicht, om gemiddeld zeventien uur per week, met uitschieters naar 26 en 32 uur per week. Gesteld noch gebleken is dat dit bij [verweerster] tot gezondheidsproblemen heeft geleid.

5.5

De enkele verwachting van Allied Motion dat [verweerster] zal uitvallen als zij volledig in het reguliere productieproces wordt ingezet, is geen grond voor ontbinding. Mocht blijken dat [verweerster] inderdaad beperkingen heeft die haar volledige inzet belemmeren, dan zullen de wettelijke regels over ziekte en re-integratie moeten worden gevolgd.

5.6

De conclusie is dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst moet worden afgewezen.

5.7

Allied Motion zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld.

6. De beslissing

De kantonrechter:

wijst het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst af;

veroordeelt Allied Motion in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 747,- aan salaris voor de gemachtigde van [verweerster].

Deze beschikking is gegeven door mr. S. Veling, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

452

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.