[eiser] vordert – na vermeerdering van eis vóór de zitting en na vermindering én vermeerdering van eis ter zitting (inhoudende een intrekking van de vordering tot het verkrijgen van een machtiging om de ontruiming op kosten van [gedaagde] te bewerkstelligen met de sterke arm alsmede wijziging van de ontruimingstermijn van 14 dagen in 3 dagen) - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, bij wijze van voorlopige voorziening:
I. [gedaagde] te veroordelen om binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis het gehuurde te verlaten en te ontruimen en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking te stellen van [eiser];
II. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag dat [gedaagde] met gehele of gedeeltelijke nakoming van de onder I. verzochte verplichting in gebreke blijft, zulks met een maximum van € 25.000,-;
III. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 2.700,-, zijnde een voorschot op de achterstallige huurtermijnen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van verzuim in de betaling van de respectieve huurtermijn tot aan de dag van volledige betaling;
IV. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 3.168,-, zijnde een voorschot op de tot aan 12 mei 2021 verschuldigde contractuele boete;
V. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
VI. [gedaagde] te veroordelen in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van dit vonnis.