12.
Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) maanden
;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
6 (zes) maanden
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een
proeftijd
, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar
;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich bij aanvang van de proeftijd melden bij de reclassering en zal zich blijven melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren. De veroordeelde werkt mee aan het toezicht en de begeleiding door de reclassering, zolang de reclassering dat nodig vindt, ook als dit inhoudt deelname aan een ambulante behandeling en meewerken aan het vinden en behouden van een zinvolle dagbesteding;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarde:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de veroordeelde op
de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van twee jaren
, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
1. zich te onthouden van direct of indirect contact met [slachtoffer01]
, geboren op [geboortedatum02] 2006 te [geboorteplaats02] ;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregel voldoet, vervangende hechtenis zal worden toegepast;
bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van twee weken, met een totale duur van ten hoogste zes maanden;
beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
* 1 STK Computer (A.01.01.002) (SD kaart);
* 1 STK Computer (A.01.02.002) (SD kaart);
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer01] , te betalen een bedrag van
€ 2.000,- (zegge: tweeduizend euro
), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 24 november 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoeding
op, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer01] te betalen
€ 2.000
,- (hoofdsom,
zegge: tweeduizend euro
), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 november 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzeling
kan worden toegepast voor de duur van
30 (dertig) dagen
; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Franken, voorzitter,
en mrs. M. Timmerman en F. van Laanen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.C. Wennekes, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 24 november 2021 tot en met 25 april 2022 te
Schiedam, althans in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal,
met [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum02] -2006, die de leeftijd van twaalf jaren
maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of
mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer01] , hebbende verdachte:
- zijn penis in de vagina en/of de mond van die [slachtoffer01] gebracht en/of geduwd
en/of bewogen en/of
- de handen en/of voeten, althans het lichaam, van die [slachtoffer01] vastgebonden
aan/met een ketting en/of die [slachtoffer01] een halsband en/of handboeien
omgedaan en/of
- diverse voorwerpen (o.a. een vibrator en/of een zweep en/of een masker en/of
tepelklemmen) op het lichaam van die [slachtoffer01] gebruikt;
2.
hij
in of omstreeks de periode van 19 april 2022 tot en met 31 mei 2022
te Schiedam, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal
telkens
afbeeldingen, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd
van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
in bezit heeft gehad
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis, vinger(s) en/of hand oraal, vaginaal en/of anaal penetreren
van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had
bereikt
(film 2, film 3, film 4, film 6, film 7, film 9 en/of film 10)
en/of
het met de/een vinger(s) en/of hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel
van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger(s) en/of hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel
van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet had bereikt
(film 5, film 8, film 11 en/of film 17);
3.
hij in of omstreeks de periode van 19 april 2022 tot en met 31 mei 2022 te Schiedam,
in elk geval in Nederland, een hoeveelheid afbeeldingen in bezit heeft gehad, terwijl
op die afbeeldingen telkens ontuchtige handelingen zichtbaar zijn, waarbij een
mens en een dier zijn betrokken en/of schijnbaar zijn betrokken, welke
voornoemde ontuchtige handelingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit
(onder meer):
- het door een dier (te weten een hond en/of een paard) vaginaal penetreren van
een volwassen persoon.