11 Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het bij parketnummer 10/199580-21 onder feit 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde, en het bij parketnummer 10/317980-22 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
bepaalt dat ten aanzien van de bewezenverklaarde feiten geen straf wordt opgelegd;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer] , te betalen een bedrag van € 5.000 (zegge: vijfduizend euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 17 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen € 5.000 (zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 februari 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 5.000,- niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 60 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij Penitentiaire Inrichting [naam PI] , locatie [locatie] , te betalen een bedrag van
€ 18.105,70 (zegge: achttienduizend honderd vijf euro en zeventig cent), aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 juli 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van Penitentiaire Inrichting [naam PI] , locatie [locatie] , te betalen € 18.105,70 (zegge: achttienduizend honderd vijf euro en zeventig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 juli 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 18.105,70 ,- niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 125 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Feraaune, voorzitter,
en mrs. E. Rabbie en E. IJspeerd, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.S. Beukema, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Tekst gewijzigde tenlastelegging parketnummer 10/199582-21
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 17 februari 2021 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[slachtoffer]
opzettelijk
en met voorbedachten rade
van het leven te beroven,
meermalen met kracht met een scherp en puntig voorwerp in de wang
en/of oor, althans gezicht, en/of richting de hals van die [slachtoffer]
heeft gestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 289 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 februari 2021 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [slachtoffer]
opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
meermalen met kracht met een scherp en puntig voorwerp in de wang
en/of oor, althans gezicht, en/of richting de hals van die [slachtoffer]
heeft gestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 februari 2021 te Rotterdam
[slachtoffer] heeft mishandeld
door meermalen met kracht met een scherp en puntig voorwerp in de
wang en/of oor, althans gezicht, en/of richting de hals van die
[slachtoffer] te steken;
2
hij op of omstreeks 17 oktober 2021 te Rotterdam,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan een ambtenaar, te weten de aangever die in het dossier wordt
aangeduid met nummer [nummer] ,
gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn
bediening
opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
hete olie en/of een hete vloeistof, althans een pan met hete olie en/of
een hete vloeistof, in de richting van die ambtenaar heeft gegooid,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 oktober 2021 te Rotterdam,
een ambtenaar, te weten de aangever die in het dossier wordt aangeduid
met nummer [nummer] ,
gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn
bediening
heeft mishandeld door hete olie en/of een hete vloeistof, althans een
pan met hete olie en/of een hete vloeistof, in de richting van die
ambtenaar te gooien;
3
hij op of omstreeks 17 oktober 2021 te Rotterdam
opzettelijk en wederrechtelijk
een televisie, een airfryer, een magnetron, een camera, een playstation,
een plafondplaat, een overhemd, een vest en/of een blender, in elk geval
enig goed,
die geheel of ten dele aan de Penitentiaire Inrichting [naam PI] , in elk
geval aan een ander toebehoorden,
heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
Tekst tenlastelegging parketnummer 10/317980-22
hij op of omstreeks 15 juli 2022 te Rotterdam
opzettelijk en wederrechtelijk
een hardloopband, een fiets, een crosstrainer, een airfryer, een televisie, een houten tussendeur
en/of zes glazen ruiten, in elk geval enig goed,
die geheel of ten dele aan de Penitentiaire Inrichting [naam PI] , in elk geval aan een ander
toebehoorden
heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;