Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBROT:2023:12348

Rechtbank Rotterdam
24-11-2023
25-01-2024
10553614 CV EXPL 23-16701
Arbeidsrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Arbeidsrecht. Recht op promotie.

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2024-0150
VAAN-AR-Updates.nl 2024-0150

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam

zaaknummer: 10553614 CV EXPL 23-16701

datum uitspraak: 24 november 2023

Vonnis van de kantonrechter

in de zaak van

[eiseres01] ,

woonplaats: [woonplaats01] ,

eiseres,

gemachtigde: mr. R.G.J. Booij,

tegen

Stichting Hogeschool Rotterdam ,

vestigingsplaats: Rotterdam,

gedaagde,

gemachtigde: mr. A.M. Straasheijm.

De partijen worden hierna ‘ [eiseres01] ’ en ‘Hogeschool Rotterdam’ genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

  • -

    de dagvaarding van 26 mei 2023, met bijlagen;

  • -

    het antwoord, met bijlagen;

  • -

    de brief van [eiseres01] , met bijlagen;

  • -

    de spreekaantekeningen van beide partijen.

1.2.

Op 26 oktober 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig: [eiseres01] met de gemachtigde en [naam01] ( [functie01] ) met de gemachtigde.

2 De feiten

2.1.

[eiseres01] is op 10 februari 2017 in dienst getreden bij Hogeschool Rotterdam als kerndocent.

2.2.

In het beoordelingsverslag van 27 november 2023 staat het volgende vermeld:

“Met de onderwijsmanager is afgesproken dat [voornaam eiseres01] deze twee projecten inzet als activiteit om over twee jaar promotie naar schaal 12 te kunnen maken. Naast deze twee activiteiten neemt [voornaam eiseres01] ook deel aan de werkgroep Internationaal en de Rekenkamercommissie.

(…)

(4) Afspraken

1. “Voor de projecten langstuderen en mbo kan [voornaam eiseres01] bij goede uitvoering een promotie maken naar schaal 12.”

3 Het geschil

3.1.

[eiseres01] eist samengevat:

  • -

    dat Hogeschool Rotterdam wordt veroordeeld om [eiseres01] binnen een maand te promoveren naar de functie van Hogeschooldocent;

  • -

    Hogeschool Rotterdam te veroordelen tot betaling van € 5.880,05 aan gederfde inkomsten;

  • -

    Hogeschool Rotterdam te veroordelen in de proceskosten;

  • -

    het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

3.2.

Het geschil laat zich als volgt samenvatten.

[eiseres01] stelt zich op het standpunt dat Hogeschool Rotterdam een toezegging heeft gedaan en dat zij aan alle in die toezegging gestelde voorwaarden heeft voldaan. Hogeschool Rotterdam moet als goed werkgever haar toezegging nakomen. Op basis daarvan maakt [eiseres01] aanspraak op promotie naar de functie Hogschooldocent en misgelopen looninkomsten. Hogeschool Rotterdam betwist dat [eiseres01] op basis van haar presteren en de gemaakte afspraken recht heeft op promotie.

3.3.

Hetgeen partijen verder hebben aangevoerd komt – voor zover van belang – onder de beoordeling aan de orde.

4 De beoordeling

4.1.

Partijen zijn het er in wezen over eens dat het verslag en de afspraken zoals onder 2.2 geciteerd een toezegging van Hogeschool Rotterdam tot promotie van [eiseres01] inhouden, zij het onder voorwaarden. Hogeschool Rotterdam onderkent immers dat bij het goed voltooien van de projecten, een promotie naar schaal 12 (hogeschooldocent) zou volgen. Hogeschool Rotterdam stelt zich op het standpunt dat geen sprake is van het goed voltooien van het project. Daar waar in de stukken af en toe geïmpliceerd wordt dat (toch) geen toezegging is gedaan, wordt dat standpunt niet nader onderbouwd en daarom verworpen. Hierbij acht de kantonrechter voorts van belang dat namens Hogeschool Rotterdam ter zitting is gesteld: : “ Tijdens het beoordelingsgesprek van 27 november 2017 hebben partijen afgesproken dat [eiseres01] twee projecten zou oppakken en dat bij een goede uitvoering op schaal 12 niveau een promotie naar schaal 12 mogelijk zou zijn na een periode van 2 jaar.” Bovendien is niet betwist dat er door de toenmalige leidinggevende mondeling een harde toezegging aan [eiseres01] is gedaan en dat deze leidinggevende bevoegd was op dit punt beslissingen te nemen.

4.2.

Dan gaat het geschil slechts nog om de vraag of voldaan is aan de genoemde voorwaarden. Tussen partijen is niet in geschil dat beide projecten als “goed” zijn beoordeeld. In deze procedure stelt Hogeschool Rotterdam zich echter op het standpunt dat de projecten weliswaar als “goed” zijn beoordeeld, maar “op niveau 11”. Hogeschool Rotterdam stelt nu dat het project als goed moet zijn beoordeeld “op niveau 12”, dus op het niveau van een hogeschooldocent. Dit blijkt echter nergens uit. In het verslag staat onder afspraken alleen: “ (…) bij goede uitvoering een promotie naar schaal 12” . Als Hogeschool Rotterdam het belangrijk gevonden had dat [eiseres01] het project op niveau 12 uitvoerde, dan had zij dat in het verslag moeten opnemen en dan had zij concreter moeten maken wat dat dan precies betekent. Wat precies het verschil is tussen een goede beoordeling “op niveau 11” en een goede beoordeling “op niveau 12”, heeft Hogeschool Rotterdam evenwel niet duidelijk gemaakt. Daar komt bij dat op het moment van afgeven van de beoordeling duidelijk was dat het project bij een goede beoordeling een promotie tot gevolg zou hebben. Als Hogeschool Rotterdam op dat moment van mening was dat de projecten daarvoor niet geschikt waren dan had zij de promotie niet van de goede uitvoering daarvan afhankelijk moeten stellen.

4.4.

Op basis van het voorgaande oordeelt de kantonrechter dat Hogeschool Rotterdam aan [eiseres01] een voorwaardelijke promotie heeft toegezegd en dat de voorwaarden daarvoor zijn vervuld. De vordering, waaronder de loonvordering, is verder onbetwist gebleven. De vordering van [eiseres01] is dan ook toewijsbaar.

Proceskosten

4.5.

Hogeschool Rotterdam krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [eiseres01] tot vandaag vast op € 132,42 aan dagvaardingskosten, € 244,- aan griffierecht en € 792,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 396,-). Dit is totaal € 1.168,42. Voor kosten die [eiseres01] maakt na deze uitspraak moet Hogeschool Rotterdam een bedrag betalen van € 132,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist. 1

Uitvoerbaarheid bij voorraad

4.6.

Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

5 De beslissing

De kantonrechter:

5.1.

veroordeelt Hogeschool Rotterdam om binnen een maand [eiseres01] te promoveren naar de functie van Hogeschooldocent met toepassing van het bij die functie en het dienstverband van [eiseres01] behorende salaris en emolumenten;

5.2.

veroordeelt Hogeschool Rotterdam om aan [eiseres01] te betalen € 5.880,05 vermeerderd met € 155,16 voor iedere maand na april 2023 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;

5.3.

veroordeelt Hogeschool Rotterdam in de proceskosten, die aan de kant van [eiseres01] tot vandaag worden vastgesteld op € 1.168,42;

5.4.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Vroom en in het openbaar uitgesproken.

527

1 Hoge Raad 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.