2.1.
[eiser01] eist - samengevat en zo de kantonrechter begrijpt - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. [gedaagde01] , [gedaagde02] en [gedaagde03] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan hem, binnen tien dagen na betekening van dit vonnis, van:
- € 1.883,84 netto aan achterstallig loon;
- € 1.485,68 netto aan vakantiebijslag;
- 1,67 (lees: € 149,90 netto aan) vakantiedagen;
- een en ander te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;
2. [gedaagde01] , [gedaagde02] en [gedaagde03] te veroordelen tot verstrekking aan hem van bruto/netto salarisspecificaties over de periodes van 1 juni 2021 tot 1 maart 2022 en 11 april 2022 tot 13 mei 2022 binnen tien dagen na betekening van dit vonnis, op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat hieraan niet wordt voldaan na het verstrijken van de termijn, met een maximum van € 5.000,-;
3. [gedaagde01] , [gedaagde02] en [gedaagde03] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan hem van € 773,14 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
4. [gedaagde01] , [gedaagde02] en [gedaagde03] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan hem van de (na)kosten.
2.2.
[eiser01] stelt dat [gedaagde01] een koeriersbedrijf is en dat [gedaagde02] en [gedaagde03] haar vennoten zijn. Op grond van een arbeidsovereenkomst heeft [eiser01] voor [gedaagde01] gewerkt als pakketbezorger in de periodes van 1 juni 2021 tot 1 maart 2022 en van 11 april 2022 tot 13 mei 2022. In die periodes heeft hij geen salarisspecificaties ontvangen. Die wil hij alsnog. Daarnaast heeft hij over genoemde periodes aanspraak opgebouwd op vakantiebijslag, welke niet is uitbetaald. Tevens heeft hij over laatstgenoemde periode geen loon ontvangen en heeft hij in die periode 1,67 vakantiedagen opgebouwd die nog uitbetaald moeten worden. Het gaat om de hierboven genoemde bedragen, die ondanks sommatie niet zijn voldaan door [gedaagde01] . Daarom vordert [eiser01] de bedragen, met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente. Omdat hij kosten heeft gemaakt om de bedragen te innen, vordert [eiser01] ook een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten, met rente.
2.3.
[gedaagde01] , [gedaagde02] en [gedaagde03] erkennen dat [eiser01] nog recht heeft op uitbetaling van loon, vakantiebijslag en vakantiedagen en geven te kennen dat zij de daarmee gemoeide bedragen op korte termijn zullen voldoen. Zij verzoeken de gevorderde wettelijke verhoging en wettelijke rente alsmede de buitengerechtelijke incassokosten af te wijzen, met veroordeling uitvoerbaar bij voorraad, van [eiser01] in de proceskosten.