Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBROT:2023:3813

Rechtbank Rotterdam
02-05-2023
08-05-2023
10300808
Arbeidsrecht
Beschikking

Ontbinding arbeidsovereenkomst op de e-grond. Hypotheekbeoordelaar wijzigt op verzoek van bevriende hypotheekadviseur dossier dat hij zelf niet in behandeling heeft. Geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen.

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2023-0550
VAAN-AR-Updates.nl 2023-0550

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam

zaaknummer: 10300808 VZ VERZ 23-828

datum uitspraak: 2 mei 2023

Beschikking van de kantonrechter,

in de zaak van:

Quion Groep B.V. ,

vestigingsplaats: Rotterdam,

verzoekster, verweerster in het tegenverzoek,

gemachtigde: mr. E. van der Meulen,

tegen

[verweerder01] ,

woonplaats: [woonplaats01],

verweerder, verzoeker in het tegenverzoek,

gemachtigde: mr. R. Verkerke.

De partijen worden hierna ‘Quion’ en ‘ [verweerder01] ’ genoemd.

1. De procedure

1.1.

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

  • -

    het verzoekschrift, met bijlagen, dat op 25 januari 2023 op de rechtbank is ontvangen;

  • -

    het verweerschrift, met een tegenverzoek, met bijlagen;

  • -

    de brief van Quion van 22 maart 2023, met bijlagen;

  • -

    de brief van [verweerder01] van 23 maart 2023, met bijlagen en een wijziging van het tegenverzoek;

  • -

    de brief van Quion van 24 maart 2023, met bijlagen;

  • -

    de pleitnotitie van Quion.

1.2.

Op 28 maart 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen en de gemachtigden besproken.

2. De beoordeling

Waar gaat het om?

2.1.

[verweerder01] (62 jaar oud) werkt sinds 1 december 2015 bij Quion, als Medewerker Mid Office. Quion verzoekt in deze procedure aan de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst tussen partijen zo snel mogelijk te ontbinden, zonder dat [verweerder01] recht heeft op een vergoeding. De reden hiervan is (primair) dat zij vindt dat [verweerder01] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. [verweerder01] is het hier niet mee eens. Hij vindt dat zijn handelen geen aanleiding is voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Hij wil bij Quion blijven werken. Hij wil daarom dat de kantonrechter het verzoek van Quion afwijst en Quion veroordeelt om [verweerder01] weer toe te laten tot de werkvloer. Als de kantonrechter de arbeidsovereenkomst wel ontbindt, verzoekt [verweerder01] om hem een transitievergoeding van € 9.750,- en een billijke vergoeding van € 166.841,41 bruto toe te kennen.

De conclusie

2.2.

De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per 1 juli 2023. De reden hiervan is dat [verweerder01] op verzoek van een bevriende hypotheekadviseur een dossier waarvan hij niet de behandelaar was, heeft geopend en gewijzigd, zonder een toelichting vast te leggen, met alle mogelijke gevolgen van dien. Daarbij heeft hij onvoldoende laten blijken dat zijn handelen ontoelaatbaar is en dat hij inziet dat dit in het vervolg niet meer kan. [verweerder01] heeft daarom zo verwijtbaar gehandeld dat van Quion niet kan worden gevraagd dat zij de arbeidsovereenkomst laat voortduren. Allebei de partijen hebben niet ernstig verwijtbaar gehandeld of nagelaten. Daarom hoeft Quion alleen een transitievergoeding aan [verweerder01] te betalen. Het oordeel van de kantonrechter wordt hierna toegelicht.

Wat is de taak van [verweerder01] bij Quion?

2.3.

Quion is een onderneming die actief is in de financiële sector. Zij begeleidt voor financiële organisaties het beheer van hypotheken en consumptief krediet. De rol van [verweerder01] is dat hij namens geldverstrekkers (de klanten van Quion) hypotheekaanvragen beoordeelt en dossiers begeleidt tot aan het passeren van de hypotheekakte bij de notaris.

Het voorval van 25 oktober 2022

2.4.

Rond mei 2022 heeft een consument via hypotheekadviseur Niessen, werkzaam bij Cammelot & Niessen Finance, een nieuwe lening aangevraagd bij de geldverstrekker BijBouwe. Het ging om een lening met NHG-garantie, die was bedoeld voor de aankoop van een woning. In mei 2022 heeft de consument het rente-aanbod van BijBouwe geaccepteerd. Vervolgens is in september 2022 de betreffende woning getaxeerd op een bedrag dat ligt boven de NHG-grens. De consument kon dus niet langer een lening met NHG-garantie aanvragen bij BijBouwe. BijBouwe heeft aan Niessen laten weten dat de consument daarom een volledig nieuwe hypotheekaanvraag moet indienen, maar dan zonder NHG-garantie. Dit was voor de consument nadelig, omdat inmiddels de hypotheekrente met 1,55% gestegen was. Niessen wilde daarom graag dat BijBouwe aan de consument een lening zou verstrekken op basis van het oude rente-aanbod van mei 2022.

2.5.

Op 25 oktober 2022 heeft Niessen gebeld met [verweerder01] , die een ex-collega van hem was. Hij heeft gevraagd of BijBouwe een klant is van Quion. [verweerder01] heeft daarop de van Niessen ontvangen dossiercode van de hypotheekaanvraag ingevoerd in het systeem van Quion. Het bleek dat hij het betreffende dossier kon openen. Niessen heeft vervolgens aan [verweerder01] gevraagd of het nog mogelijk is om de lopende financieringsaanvraag te veranderen van ‘met NHG’ naar ‘zonder NHG’. [verweerder01] heeft daarop deze wijziging doorgevoerd. Door deze wijziging veranderde de status van het dossier in de software automatisch naar ‘offerte geaccepteerd’. [verweerder01] heeft nergens in het systeem genoteerd wat hij heeft gedaan en met welk doel hij dit heeft gedaan.

Het handelen van [verweerder01] is verwijtbaar

2.6.

De kantonrechter oordeelt dat de voorgaande handelswijze van [verweerder01] verwijtbaar is. [verweerder01] heeft op verzoek van een bevriende oud-collega een dossier geopend dat hij zelf niet in behandeling had. Sterker nog, Quion doet in het geheel geen nieuwe hypotheekaanvragen voor BijBouwe. Zij levert voor nieuwe hypotheekaanvragen bij BijBouwe alleen de software, maar biedt geen verdere dienstverlening. Door toch het dossier te openen, is [verweerder01] al buiten zijn bevoegdheden getreden. Dat is namelijk niet aan hem. [verweerder01] had Niessen moeten doorverwijzen naar de persoon die dit dossier behandelt. Voor zover [verweerder01] toen nog niet wist dat Quion geen nieuwe hypotheekaanvragen voor BijBouwe verzorgde (zoals hij aangevoerd heeft), had het op zijn weg gelegen daar navraag naar te doen. [verweerder01] is echter zelf het dossier ingedoken. Door op dergelijke verzoeken van bevriende, elders werkzame, hypotheekadviseurs in te gaan heeft [verweerder01] al de schijn van belangenverstrengeling op zich geladen. [verweerder01] moet namelijk primair de belangen van de geldverstrekkers (de klanten van Quion) behartigen en dus niet die van hypotheekadviseurs.

2.7.

[verweerder01] is verder gegaan dan alleen het raadplegen van het dossier. Hij heeft namelijk daarin ook wijzigingen aangebracht. Hij heeft de status van het dossier veranderd en stukken verwijderd. In dit geval gaat het om een wijziging die voor de geldverstrekker grote financiële consequenties kan hebben. Door deze wijziging kon de consument namelijk mogelijk profiteren van een rente die 1,55% lager is dan de rente waar die consument volgens BijBouwe aanspraak op kon maken. De mogelijkheid van aanzienlijke financiële schade van BijBouwe, en daarmee van Quion, heeft zich dus voorgedaan. Dat deze schade uiteindelijk niet is ingetreden, vindt de kantonrechter niet van belang. Dit is namelijk slechts te danken aan oplettendheid van BijBouwe en niet aan schadebeperkend handelen van [verweerder01] .

2.8.

Daar komt bij dat [verweerder01] de betreffende wijziging zonder enige notitie in het systeem heeft laten staan en de status dus niet heeft teruggezet naar wel-NHG. Volgens [verweerder01] wilde hij alleen maar kijken of de aanpassing naar niet-NHG technisch nog mogelijk was en is hij vergeten d terug te zetten. De aannemelijkheid van deze uitleg laat de kantonrechter in het midden. De precieze bedoeling is nu niet meer te achterhalen, juist omdat [verweerder01] ervoor heeft gekozen om niets vast te leggen over zijn handelen. De ondoorzichtige situatie die hierdoor is ontstaan komt daarom voor zijn rekening. [verweerder01] heeft weliswaar na 25 oktober 2022 met tenminste één collega contact gezocht over dit dossier. Echter is niet gesteld of gebleken dat hij aan deze collega’s duidelijk heeft gemaakt welke wijzigingen hij in het dossier heeft aangebracht.

2.9.

De situatie is aan het licht gekomen doordat BijBouwe op 27 oktober 2022 zelf heeft geconstateerd dat [verweerder01] activiteiten heeft verricht in het dossier. Zij heeft toen contact opgenomen met Quion, waardoor het balletje is gaan rollen. Doordat het hier op heeft moeten aankomen heeft [verweerder01] ook de reputatie van Quion op het spel gezet.

2.10.

[verweerder01] had (veel) beter moeten weten. Hij is met ruim 40 jaar werkervaring in de financiële sector zeer ervaren te noemen. Hij moet daarom als geen ander weten dat dit een sterk gereguleerd werkveld is, waarin iedere schijn van belangenverstrengeling moet worden voorkomen. Klanten van Quion moeten er namelijk op kunnen vertrouwen dat op een juiste manier met hun financiën wordt omgegaan. Van medewerkers in deze sector mag daarom een extra hoge focus op integriteit worden verwacht. Daar komt bij dat Quion in zowel de functiebeschrijving, als de gedragscode en de belofte daar ook op heeft gewezen en heeft gehamerd op het belang van integriteit. Bovendien bekleedt [verweerder01] zelf de rol van fraudespecialist, zodat hij ook vanuit dat oogpunt had moeten aanvoelen dat wat hij deed niet door de beugel kan. Met het oog op deze omstandigheden vindt de kantonrechter het gedrag van [verweerder01] verwijtbaar.

Het verwijtbare handelen van [verweerder01] leidt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst

2.11.

Dit handelen is dermate verwijtbaar dat van Quion niet kan worden verwacht dat zij de arbeidsovereenkomst met [verweerder01] voortzet. Daarbij zijn twee bijkomende omstandigheden van belang: (1) dat [verweerder01] tot en met deze procedure onvoldoende blijk van reflecterend vermogen geeft en (2) dat hij vaker de grenzen van zijn bevoegdheden opzoekt.

2.12.

[verweerder01] heeft onvoldoende blijk gegeven van reflectie op zijn handelen. Hij heeft toegelicht dat hij graag iedereen blij wil maken en dat dit los moet worden gezien van de geldende procedures. Ook tijdens de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter [verweerder01] meermaals nadrukkelijk gevraagd of hij nog steeds achter zijn handelswijze staat. [verweerder01] heeft dat bevestigd. Hij stelt dat hij heeft gehandeld in het belang van zowel de consument, als de hypotheekadviseur, als Quion, als BijBouwe. [verweerder01] heeft echter niet laten merken dat hij er oog voor heeft dat hij primair moet handelen in het belang van Quion en haar klanten en dat dit onder druk komt te staan wanneer hij zich laat (ver)leiden door verzoeken van niet in dienst of in opdracht van Quion werkzame hypotheekadviseurs. Door zijn handelwijze zijn namelijk de reputatie van Quion en de regels die bij Quion gelden in het gedrang gekomen. [verweerder01] heeft niet laten zien dat hij dit beseft. Doordat hij dit inzicht niet heeft laten zien, is de kans op herhaling van dit soort situaties aanwezig.

2.13.

Naar aanleiding van het voorval heeft de afdeling Veiligheidszaken een onderzoek uitgevoerd. Daarbij is geconstateerd dat [verweerder01] vaker op verzoek van hypotheekadviseurs activiteiten verricht in dossiers die hij zelf niet in behandeling heeft. Dat heeft [verweerder01] tijdens de mondelinge behandeling bevestigd. Hij heeft toegelicht dat hypotheekadviseurs hem vaak weten te vinden als er akkefietjes zijn, omdat hij daar vaak een oplossing voor weet te vinden. Op zichzelf is oplossingsgericht denken een mooi uitgangspunt, maar [verweerder01] moet zich daarbij wel bewust zijn van het karakter van de financiële sector. Als hij met hypotheekadviseurs wil meedenken, ligt het daarom op zijn weg om zijn leidinggevende hierbij te betrekken en/of zeer gedegen vast te leggen waarom hij zich heeft bemoeid met een dossier en welke handelingen hij met welk doel heeft verricht. [verweerder01] heeft er onvoldoende blijk van gegeven dat hij dit ook aanvoelt. Daarom kan van Quion niet worden verwacht dat zij de arbeidsovereenkomst met [verweerder01] voortzet.

2.14.

Op grond van het voorgaande ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst, omdat sprake is van zodanig verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerder01] , dat van Quion in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren (artikel 7:671b lid 1 sub a en 7:669 lid 3 sub e BW). Omdat sprake is van verwijtbaar handelen ligt herplaatsing niet in de rede, zodat dit niet aan de ontbinding in de weg staat (artikel 7:669 lid 1 BW).

De einddatum van de arbeidsovereenkomst is 1 juli 2023

2.15.

De einddatum van de arbeidsovereenkomst wordt bepaald op 1 juli 2023 (artikel 7:671b lid 9 sub a BW). De kantonrechter ziet geen aanleiding om het einde te bepalen op een eerder moment. Dat zou alleen kunnen wanneer zij het handelen van [verweerder01] ernstig verwijtbaar vindt. Dat is niet het geval. Daarbij overweegt zij dat [verweerder01] verder een onbevlekt dienstverband heeft en dat hij niet eerder is aangesproken op vergelijkbaar handelen. Daarnaast vindt zij van belang dat Quion en BijBouwe uiteindelijk geen directe schade hebben geleden en dat ook niet is gesteld of gebleken dat [verweerder01] zelf voordeel heeft gehad bij zijn handelen.

[verweerder01] heeft recht op een transitievergoeding van € 9.750,-

2.16.

[verweerder01] heeft recht op een transitievergoeding. De hoofdregel is namelijk dat een werknemer daar recht op heeft als de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden op verzoek van de werkgever (artikel 7:673 lid 1 sub a onder 2 BW). Zoals hiervoor is overwogen is er geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerder01] , zodat er geen reden is om af te wijken van deze hoofdregel (artikel 7:673 lid 7 BW). Partijen zijn het erover eens dat de transitievergoeding € 9.750,- bruto bedraagt. Dit tegenverzoek van [verweerder01] wordt daarom toegewezen.

[verweerder01] heeft geen recht op een billijke vergoeding

2.17.

Het verzoek van [verweerder01] om toekenning van een billijke vergoeding wordt afgewezen. Dat verzoek kan namelijk alleen worden toegewezen als de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Quion (artikel 7:671b lid 9 sub c BW). Daarvan is geen sprake. De ontbinding is namelijk juist het gevolg van verwijtbaar handelen van [verweerder01] .

Beide partijen dragen de eigen proceskosten

2.18.

De kantonrechter bepaalt dat beide partijen de eigen proceskosten dragen. Dat is gebruikelijk in dit soort zaken. De omstandigheden van de zaak geven geen aanleiding om van dat uitgangspunt af te wijken. Dat betekent dus ook dat Quion niet zal worden veroordeeld in de reële proceskosten van [verweerder01] , zoals [verweerder01] nog afzonderlijk heeft verzocht.

Uitvoerbaarheid bij voorraad

2.19.

Deze beschikking wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3. De beslissing

De kantonrechter:

3.1.

ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 juli 2023;

3.2.

veroordeelt Quion om een transitievergoeding van € 9.750,- bruto aan [verweerder01] te betalen;

3.3.

bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten betaalt;

3.4.

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

3.5.

wijst al het andere af.

Deze beschikking is gegeven door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.

33394

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.