Rechtbank Rotterdam
Parketnummer: 83/097322-22
Datum uitspraak: 11 mei 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01]
,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] te [plaats01] ,
raadsman mr. G.H. Kroon, advocaat te Gorinchem.
8.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47 en 225 van het Wetboek van Strafrecht.
10
. Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren
, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen
.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.J. Peeck, voorzitter,
en mrs. R.H. Kroon en E. IJspeerd, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.C. Wennekes, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2013 tot en met 13 juli 2017 te Hardinxveld-Giessendam en/of Brakel en/of in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, één of meerdere geschrift(en) (elk) zijnde een geschrift dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
één of meer factu(u)r(en) gericht aan [bedrijf01], te weten
a) een factuur ad 3666,67 euro d.d. 01-10-2013 (1310011606.DOC, dossierpag. 198), en/of
b) een factuur ad 13.642,75 euro d.d. 15-11-2014 (1411151314.DOC, dossierpag. 211), en/of
c) een factuur ad 22.562,00 euro d.d. 05-02-2015 (1502051613.DOC, dossierpag. 268), en/of
d) een factuur ad 4053,50 euro d.d. 14-05-2016 (1605141335.DOC, dossierpag. 283), en/of
e) een factuur ad 4053,50 euro d.d. 13-07-2017 (1707131035.DOC, dossierpag. 289),
valselijk heeft opgemaakt of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of
heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of haar mededader(s) toen en daar valselijk en/of in strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven- op die factu(u)r(en) (telkens) omschreven dat het een levering van (een) fietstrommel(s) betreft, (terwijl in werkelijkheid geen fietstrommels zijn geleverd en/of (telkens) sprake is van een levering van goederen aan
[naam01] geheel of gedeeltelijk in privé,)
zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken
of door (een) ander(en) te doen gebruiken.