Uitspraken

[eiseres01] vordert in kort geding Transchat te veroordelen aan haar vanaf april 2023 te betalen, onder overlegging van een deugdelijke bruto/netto specificatie, het loon van € 1.874,91 bruto per maand, vermeerderd met alle emolumenten tot de dag dat de dienstbetrekking rechtsgeldig geëindigd zal zijn en te vermeerderen met de wettelijke verhoging uit artikel 7:265 BW. [eiseres01] vordert tevens dat Transchat veroordeeld wordt om over het loon en de wettelijke verhoging de wettelijke rente te betalen vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag van algehele voldoening. Daarnaast vordert [eiseres01] om Transchat te veroordelen in de kosten van de procedure en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

Een eis in kort geding kan worden toegewezen als de partij die de voorziening vraagt hierbij zoveel spoed heeft dat die partij de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten. Bij die beoordeling is van belang hoe aannemelijk het is dat de eis in een gewone procedure wordt toegewezen. Verder moet het belang dat [eiseres01] heeft bij toewijzing van de eis worden meegewogen en de gevolgen hiervan voor Transchat als deze uitspraak later wordt teruggedraaid.

In de wet (artikel 7:629 BW) staat dat een werknemer in beginsel recht heeft op doorbetaling van het loon tijdens de eerste 104 weken van arbeidsongeschiktheid. Transchat heeft tot april 2023 het loon ook betaald aan [eiseres01] . Per april 2023 heeft Transchat slechts 70% van het loon betaald en vanaf de maand mei 2023 heeft Transchat geen loon meer uitbetaald.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft Transchat zich op het standpunt gesteld dat [eiseres01] niet arbeidsongeschikt is. Transchat onderbouwt dit standpunt echter niet. Het is aan de bedrijfsarts om te beoordelen of [eiseres01] ziek is. In de laatste voortgangsrapportage van de Senior Casemanager van de arbodienst van 8 mei 2023 staat ‘verder opbouwen conform laatste advies bedrijfsarts’ en uit de voortgangsrapportage van 27 maart 2023 volgt dat de bedrijfsarts re-integratie in spoor 2 adviseert. Gelet hierop kan niet geoordeeld worden dat de bedrijfsarts van mening is dat [eiseres01] niet meer arbeidsongeschikt is, want zij moest re-integreren van de bedrijfsarts. Dat de arbodienst met de verzuimbegeleiding is gestopt per 8 mei 2023, betekent ook niet dat [eiseres01] niet meer arbeidsongeschikt is. Volgens de rapportage van 8 mei 2023 kan er van verzuimbegeleiding geen sprake meer zijn door de ernstig verstoorde arbeidsverhoudingen en de verschillende rechtszaken en is het aan Transchat en [eiseres01] om het arbeidsconflict/de verstoorde arbeidsverhoudingen op te lossen. Gelet hierop is de verzuimbegeleiding niet beëindigd omdat [eiseres01] niet meer ziek is, maar omdat de arbeidsverhouding dusdanig is verstoord dat de re-integratie niet van de grond komt.

De heer [naam01] tijdens heeft daarnaast tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat hij aan [eiseres01] berichten heeft gestuurd waarin staat dat als [eiseres01] niet reageert of aan het werk gaat, het loon zou worden stopgezet. Volgens Transchat heeft Verweer op deze berichten niet gereageerd, zodat het loon terecht is stopgezet. [eiseres01] betwist echter dat zij dergelijke berichten heeft ontvangen. Hierover wordt als volgt overwogen. Transchat heeft niet alleen onvoldoende onderbouwd wanneer de berichten zijn verstuurd en per wanneer het loon zou worden stopgezet, maar zij heeft ook niet de berichten die zij aan [eiseres01] heeft verstuurd overgelegd. De heer [naam01] kon tijdens de zitting de berichten ook niet op zijn mobiele telefoon laten zien. Transchat heeft haar standpunt dat zij een loonstop heeft aangekondigd en het loon terecht is stopgezet, dus evenmin onderbouwd. Omdat een kort gedingprocedure niet geschikt is voor bewijslevering, is er geen ruimte om Transchat de berichten alsnog over te laten leggen. Het is dus niet vast komen te staan dat Transchat het loon mocht stopzetten.

Gelet op het voorgaande is het de verwachting dat in een gewone procedure geoordeeld zal worden dat Transchat vanaf april 2023 het loon moet doorbetalen aan [eiseres01] . Verweer stelt dat zij recht heeft op 100% van het overeengekomen loon, omdat zij aan de voorwaarden voldoet om op grond van de cao Beroepsgoederenvervoer zowel tijdens het eerste als tweede ziektejaar recht te hebben op doorbetaling van 100% van het loon. Transchat heeft dit op de mondelinge behandeling niet weersproken, zodat Transchat veroordeeld zal worden om vanaf april 2023 100% van het loon door te betalen aan [eiseres01] . Dit betekent dat Transchat aan [eiseres01] voor de maand april 2023 nog 30% aan loon moeten betalen en dat Transchat vanaf de maand mei 2023 100% loon moeten betalen. De vordering tot betaling van het toekomstig loon (het loon vanaf de maand juli 2023) zal ook worden toegewezen, omdat daar geen specifiek verweer tegen is gevoerd. Uiteraard behoudens nieuwe omstandigheden die beëindiging van de loondoorbetaling kunnen rechtvaardigen.

De gevorderde wettelijke verhoging over het achterstallige loon van de maanden april, mei en juni 2023 is toewijsbaar, omdat Transchat het loon niet op tijd heeft betaald aan [eiseres01] . De wettelijke verhoging zal wel worden gematigd tot 20%. Er is geen aanleiding om bij voorbaat de wettelijke verhoging voor de toekomst toe te wijzen, zodat dit zal worden afgewezen.

Transchat krijgt voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [eiseres01] tot vandaag vast op € 135,70 aan dagvaardingskosten, € 86,- aan griffierecht en € 529,- aan salaris voor de gemachtigde. Dit is totaal € 750,70.

Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).