Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBROT:2023:9809

Rechtbank Rotterdam
11-10-2023
27-10-2023
10699476 VV EXPL 23-453
Arbeidsrecht
Kort geding

Kort geding; verstek; toewijzing loonvordering.

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2023-1315
VAAN-AR-Updates.nl 2023-1315

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam

zaaknummer: 10699476 VV EXPL 23-453

datum uitspraak: 11 oktober 2023

Vonnis in kort geding van de kantonrechter

in de zaak van

[eiseres01] ,

woonplaats: [woonplaats01] ,

eiseres,

gemachtigde: mr. V.G. Baran,

tegen

Infinitascare B.V. ,

vestigingsplaats: Barendrecht,

gedaagde,

die niet is verschenen.

De partijen worden hierna ‘ [eiseres01] ’ en ‘Infinitascare’ genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het dossier bestaat uit de dagvaarding van 25 september 2023, met bijlagen.

1.2.

Op 4 oktober 2023 is de zaak tijdens een zitting met [eiseres01] en mr. Baran besproken. Infinitascare is niet verschenen. Tegen haar is verstek verleend.

1.3.

De kantonrechter heeft van mr. S. Kurz namens Infinitascare een e-mail van

4 oktober 2023 ontvangen met als onderwerp “kort verweer”. Omdat namens Infinitascare niemand is verschenen op de zitting, heeft de kantonrechter op grond van artikel 6.1 van het ‘Landelijk procesreglement kort gedingen rechtbanken, kanton’ geen acht geslagen op die

e-mail.

2 De vordering

[eiseres01] eist (samengevat):

  • -

    Infinitascare te veroordelen aan haar te betalen € 1.958,18 netto aan achterstallig loon over de maand mei 2023 en het vakantiegeld over de periode vanaf 1 mei 2022 tot en met 30 april 2023, met wettelijke verhoging en rente;

  • -

    Infinitascare te veroordelen aan haar te betalen € 1.370,14 netto aan eindejaarsuitkering over de periode vanaf 1 mei 2022 tot en met 31 december 2022, met wettelijke verhoging en rente;

  • -

    Infinitascare te veroordelen om aan haar deugdelijke salarisspecificaties te verstrekken van het achterstallige salaris dat op basis van de hiervoor genoemde vorderingen aan haar moet worden betaald;

  • -

    Infinitascare te veroordelen in de proceskosten met rente;

  • -

    het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

3 De beoordeling

toewijzing vordering

3.1.

Een eis in kort geding kan worden toegewezen als de eisende partij hierbij zoveel spoed heeft dat die de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten (artikel 254 lid 1 Rv). Uit de stellingen van [eiseres01] volgt dat deze spoed aanwezig is. De eis wordt toegewezen omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond is (artikel 139 Rv), met dien verstande dat Infinitascare veroordeeld zal worden om het bruto-equivalent van de gevorderde loonbedragen aan [eiseres01] te betalen.

proceskosten

3.2.

[eiseres01] krijgt gelijk. Infinitascare moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). Omdat [eiseres01] op basis van een toevoeging procedeert, blijven de dagvaardingskosten buiten beschouwing en moet Infinitascare de overige proceskosten van [eiseres01] rechtstreeks aan de gemachtigde van [eiseres01] betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [eiseres01] tot vandaag vast op € 86,00 aan griffierecht en € 529,00 aan salaris voor de gemachtigde. Dit is totaal € 615,00. Voor kosten die [eiseres01] maakt na deze uitspraak moet Infinitascare een bedrag betalen van € 132,00. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist. 1 De wettelijke rente wordt toegewezen.

uitvoerbaarheid bij voorraad

3.3.

Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

4 De beslissing

De kantonrechter:

4.1.

veroordeelt Infinitascare om aan [eiseres01] te betalen het bruto-equivalent van het bedrag van € 1.958,18 netto aan achterstallig loon over de maand mei 2023 en vakantiegeld over de periode vanaf 1 mei 2022 tot en met 30 april 2023, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 50% zoals bedoeld in artikel 7:625 BW en de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over het totaalbedrag van het bruto-equivalent van € 1.958,18 vanaf de data van opeisbaarheid van de loonbedragen waaruit dit bedrag bestaat tot de dag van volledige betaling;

4.2.

veroordeelt Infinitascare om aan [eiseres01] te betalen het bruto-equivalent van het bedrag van € 1.370,14 netto aan eindejaarsuitkering over de periode vanaf 1 mei 2022 tot en met 31 december 2022, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 50% zoals bedoeld in artikel 7:625 BW en de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf de datum van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling;

4.3.

veroordeelt Infinitascare om aan [eiseres01] deugdelijke salarisspecificaties te verstrekken van het salaris dat Infinitascare op grond van dit vonnis aan [eiseres01] moet betalen;

4.4.

veroordeelt Infinitascare in de proceskosten, rechtsreeks te betalen aan de gemachtigde van [eiseres01] , die aan de kant van [eiseres01] tot vandaag worden vastgesteld op € 615,00, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag dat volledig is betaald;

4.5.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.M. van Breevoort en in het openbaar uitgesproken.

757

1 Hoge Raad 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.