Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBROT:2024:2886

Rechtbank Rotterdam
29-03-2024
18-04-2024
10838672
Arbeidsrecht
Tussenbeschikking

Arbeidszaak. Tussenbeschikking inzake verzoek om betaling transitievergoeding en loon.

Rechtspraak.nl
VAAN-AR-Updates.nl 2024-0542
AR-Updates.nl 2024-0542

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam

zaaknummer: 10838672 VZ VERZ 23-10264

datum uitspraak: 29 maart 2024

Beschikking van de kantonrechter

in de zaak van

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoeker,

gemachtigde: mr. J.T. Terpstra,

tegen

DC River B.V.,

gevestigd te Sluiskil (gemeente Terneuzen),

verweerster,

gemachtigde: mr. S.B.A. Lhachmi.

De partijen worden hierna ‘ [verzoeker] ’ en ‘DC River’ genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

  • -

    het verzoekschrift van [verzoeker] , met bijlagen;

  • -

    het verweerschrift van DC River, met bijlagen;

  • -

    de brief van [verzoeker] van 24 januari 2024, met bijlagen;

  • -

    de spreekaantekeningen van partijen;

  • -

    de brief van [verzoeker] van 9 februari 2024, met bijlagen;

  • -

    de brief van DC River van 21 februari 2024, met bijlagen.

1.2.

Op 2 februari 2024 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken met [verzoeker] en zijn gemachtigde, bijgestaan door haar collega [persoon A] , en met [persoon B] (finance manager) en [persoon C] (HR-medewerker) voor DC River en haar gemachtigde.

1.3.

[verzoeker] heeft de gelegenheid gekregen om een nieuwe berekening van zijn vordering te overleggen en DC River heeft de gelegenheid gekregen om daarop te reageren. Dat hebben partijen gedaan.

2 De beoordeling

Waar gaat de zaak over?

2.1.

[verzoeker] is op 19 oktober 2021 bij DC River, die zich bezighoudt met het zuigen van zand en het uitvoeren van baggerwerken, in dienst getreden in de functie van ‘ [functie 1] ’ op de sleephopperzuiger [naam vaartuig] voor de duur van zes maanden, tegen een loon van toen € 3.916,50 bruto per maand. [verzoeker] heeft gewerkt volgens het systeem van twee weken op en twee weken af, waarbij 14 aaneengesloten dagen gemiddeld 12 uur per dag werd gewerkt. De arbeidsovereenkomst, die tweemaal is verlengd, is van rechtswege geëindigd op 18 april 2023. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Waterbouw (hierna: de cao) van toepassing.

2.2.

Naar aanleiding van de eindafrekening en een toen uitbetaalde transitievergoeding van € 188,54 bruto is tussen partijen een geschil ontstaan. Dit heeft geleid tot het verzoek DC River te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van € 2.576,54 bruto aan transitievergoeding, € 25.022,70 bruto aan loon, de wettelijke verhoging en pensioenafdracht over dat loon, met rente en proceskosten.

2.3.

DC River is het niet eens met het verzoek. Wel heeft zij nog € 2.202,35 bruto aan transitievergoeding betaald.

Beoordeling

Ontvankelijkheid

2.4.

Het verzoek van [verzoeker] is ontvankelijk. Anders dan DC River aanvoert, volgt uit artikel 6.1 van de cao namelijk niet dat de gang naar de geschillencommissie dwingend is voorgeschreven. Daarin is de weg naar de gewone rechter alleen uitgesloten voor geschillen genoemd onder c. De beoordeling van geschillen vermeldt onder a van de bepaling, te weten geschillen tussen een werkgever en een werknemer die beiden door deze cao zijn gebonden over de tussen hen gesloten arbeidsovereenkomst, zoals het geschil tussen partijen, is echter niet exclusief voorbehouden aan de geschillencommissie.

Loon e.d.

2.5.

Vast staat dat [verzoeker] op de [naam vaartuig] feitelijk werkte als [functie 2] . Gelet daarop valt zijn beloning voor de overeengekomen functie van [functie 1] niet te rijmen met wat in artikel 32 van de cao en in de bijlagen 1, 3 en 4 bij de cao is bepaald over het functiewaarderingssysteem. Dat systeem biedt ruimte voor functies die niet uitdrukkelijk in de bijlagen 3 en 4 genoemd worden. In dat geval moet voor de beloning zoveel mogelijk aansluiting worden gezocht bij een functie die naar de aard en omstandigheden van de werkzaamheden zoveel mogelijk overeenkomt met een functie die wel in de bijlagen staat. De werknemer wordt dan ingedeeld in de bij die functie geldende functiegroep (artikel 32.5 cao). De functie van ‘ [functie 1] ’ wordt niet genoemd, maar wel die van 2e en 3e Stuurman. Voor de beloning voor de functie van [functie 1] had daarom bij die functies aansluiting gezocht moeten worden. Dat is niet gebeurd. [verzoeker] heeft onweersproken gesteld en toegelicht dat zijn beloning veel lager ligt, namelijk op het niveau van een lichtmatroos in functiegroep G. Een en ander is op zitting ook besproken. [verzoeker] is vervolgens in de gelegenheid gesteld een herberekening te maken van zijn vordering met als uitgangspunt het loon van een [functie 2] , functiegroep D, trede 2 als bepaald in de cao.

2.6.

Dit is gebeurd met de brief van 9 februari 2024. [verzoeker] concludeert samengevat dat DC River hem nog € 24.721,41 bruto verschuldigd is, bestaande uit

€ 24.256,62 bruto aan loon, vakantietoeslag, overwerkvergoeding, vakantie- en continudagen, en € 464,79 bruto aan transitievergoeding.

2.7.

DC River is het grotendeels eens met deze berekening. Volgens haar moet daarop wel nog € 1.365,17 bruto in mindering worden gebracht. Dat is € 1.212,47 aan teveel berekend loon over opleidingsuren en € 152,70 aan teveel betaalde vergoeding voor reisuren. Verder komt DC River uit op een transitievergoeding van € 2.732,10, waarop al € 2.390,89 is betaald, zodat € 341,21 resteert. Op basis hiervan concludeert DC River dat [verzoeker] nog recht heeft op in totaal € 23.697,45 bruto.

Vervolg

2.8.

Gelet op het gewijzigde standpunt van DC River en de constatering dat partijen elkaar daardoor zodanig dicht zijn genaderd dat een minnelijke regeling tot de mogelijkheden lijkt te horen, wordt aanleiding gezien een nieuwe zitting te houden. Die zitting kan dan worden gebruikt om tot een oplossing van het geschil te komen anders dan door een beslissing van de kantonrechter. Partijen worden in de gelegenheid gesteld hun verhinderingen op te geven, waarna een datum zal worden bepaald.

3 De beslissing

De kantonrechter:

3.1.

stelt partijen in de gelegenheid om uiterlijk 19 april 2024 opgave te doen van hun verhinderingen over de maanden juni tot en met september 2024;

3.2.

houdt iedere verdere beslissing aan.

Deze beschikking is gegeven door mr. V.F. Milders en in het openbaar uitgesproken.

465

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.