De partijen worden hierna ‘[eiser]’ en ‘S&A’ genoemd.
1 De procedure
1.1.
Het dossier bestaat uit de dagvaarding van 26 februari 2024, met bijlagen.
1.2.
Op 3 april 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. [eiser] had van tevoren al gemeld dat hij en zijn gemachtigde daar niet bij aanwezig zouden zijn. S&A is zonder bericht niet verschenen. Tegen haar is daarom verstek verleend.
2 De beoordeling
De eis wordt toegewezen
2.1.
[eiser] stelt in de dagvaarding dat hij bij S&A heeft gewerkt op basis van een arbeidsovereenkomst. Volgens hem heeft S&A hem niet aangemeld bij de Belastingdienst, waardoor hij geen sociaal vangnet heeft, zoals de aanspraak op werknemersverzekeringen. Hij eist daarom dat S&A wordt veroordeeld om hem aan te melden bij de Belastingdienst, op straffe van een dwangsom.
2.2.
Een eis in kort geding kan worden toegewezen als de eisende partij hierbij zoveel spoed heeft dat die de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten (artikel 254 lid 1 Rv). Uit de stellingen van [eiser] volgt dat deze spoed aanwezig is. De eis wordt toegewezen omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond lijkt (artikel 139 Rv).
2.3.
De kantonrechter bepaalt dat S&A [eiser] binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis (en dus niet na afgifte ervan, zoals geëist) moet aanmelden bij de Belastingdienst.
S&A moet de proceskosten betalen
2.4.
S&A moet de proceskosten betalen, omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van [eiser] op € 87,- aan griffierecht, € 271,50,- aan salaris voor de gemachtigde en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 493,50. Het salaris betreft de helft van het gebruikelijke tarief in kort gedingzaken waarin de gedaagde verstek laat gaan, omdat [eiser] en zijn gemachtigde niet op de zitting zijn verschenen. Er worden geen explootkosten toegewezen, omdat [eiser] stelt dat hij met een toevoeging procedeert.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.5.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).
3 De beslissing
De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt S&A om [eiser] binnen vijf dagen nadat dit vonnis is betekend op een deugdelijke manier aan te melden bij de Belastingdienst en veroordeelt haar om een dwangsom te betalen van € 250,- per dag dat zij dit nalaat, met een maximum van € 5.000,-;
3.2.
veroordeelt S&A in de proceskosten, die aan de kant van [eiser] worden begroot op € 493,50;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.I. Mentink en in het openbaar uitgesproken.
33394
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: