gemachtigde: mr. Ph. Ekering, advocaat te Rotterdam,
tegen
[verweerster]
,
woonplaats: [woonplaats],
verweerster,
gemachtigde: mr. M.M.J.M. Hagenaars-de Gauw (DAS Rechtsbijstand)
Partijen worden hierna ‘Tradiro’ en ‘[verweerster]’ genoemd
1 De procedure
1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
-
het verzoekschrift van Tradiro, met bijlagen, dat op 7 augustus 2024 op de rechtbank is ontvangen;
-
het verweerschrift van [verweerster].
1.2.
Beide partijen hebben te kennen gegeven dat zij een mondelinge behandeling niet nodig vinden, omdat de kwestie in het verzoekschrift en verweerschrift voldoende is toegelicht. Daarom heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden, maar wordt direct uitspraak gedaan, op basis van de stukken.
2 De beoordeling
2.1.
[verweerster] werkt sinds 16 april 2018 bij Tradiro, laatstelijk op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in de functie van Manager Huisvesting & Transport. Tradiro verzoekt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden per 1 november 2024 omdat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. Volgens Tradiro kan beide partijen geen verwijt worden gemaakt voor deze verstoring.
2.2.
[verweerster] ontkent niet dat de arbeidsverhouding is verstoord. Zij stelt dat beide partijen zich hebben ingespannen om de verhouding te verbeteren, maar dat dit niet het gewenste effect heeft gehad. Zij bevestigt verder dat geen van beide partijen een (overwegend) verwijt kan worden gemaakt. Ze refereert zich aan het oordeel van de kantonrechter over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
2.3.
De kantonrechter stelt vast dat partijen het erover eens zijn dat de arbeidsverhouding is verstoord en dat het daardoor niet meer mogelijk is om samen te werken. Dit is een redelijke grond en herplaatsing ligt niet voor de hand (artikel 7:669 lid 1 en 3 sub g BW). Er is weliswaar sprake van een opzegverbod, aangezien [verweerster] in verband met zwangerschap gerelateerde klachten arbeidsongeschikt is, maar partijen zijn het er over eens dat het verzoek geen verband houdt met omstandigheden waarop het opzegverbod betrekking heeft. De kantonrechter heeft geen aanleiding om daar anders over te oordelen. Dat betekent dat het opzegverbod, mede gezien het bepaalde in artikel 7:671b lid 6 onder a BW, niet aan de ontbinding van de arbeidsovereenkomst in de weg staat. Omdat is voldaan aan de wettelijke voorwaarden ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst (artikel 7:671b lid 1 onder a, lid 2 en lid 6 BW). Bij regelmatige opzegging zou de arbeidsovereenkomst zijn geëindigd per 1 november 2024, daarom wordt de overeenkomst ook per die datum ontbonden (artikel 7:671b lid 9 onder a BW).
2.4.
De kantonrechter bepaalt dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen. Dat betekent dat zij geen vergoeding hoeven te betalen voor de kosten die de andere partij voor deze rechtszaak heeft gemaakt.
3 De beslissing
De kantonrechter:
3.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst per 1 november 2024;
3.2.
bepaalt dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
33394
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: