Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBSGR:2000:AA7448

Rechtbank 's-Gravenhage
15-03-2000
15-03-2000
AWB 00/1388
Vreemdelingenrecht
Voorlopige voorziening+bodemzaak

-

Rechtspraak.nl
RV20000006 met annotatie van Red. Rechtspraak Vreemdelingenrecht

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE 's-GRAVENHAGE

Zittingsplaats Zwolle

Vreemdelingenkamer

President

regnr.: Awb 00/1388 VRWET Z VS

uitspraak: 15 maart 2000

UITSPRAAK

inzake: A,

geboren op [...] 1964,

verblijvende te B,

van Armeense nationaliteit,

IND dossiernummer 9908.06.2008,

verzoeker,

gemachtigde: mr. R. Kakes, advocaat te Zwolle;

tegen: DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

(Immigratie- en Naturalisatiedienst),

te 's-Gravenhage,

verweerder,

vertegenwoordigd door mr. M.C.P.G. Kamminga, ambtenaar ten departemente.

1 PROCESVERLOOP

1.1 Op 8 augustus 1999 heeft verzoeker een aanvraag om toelating als vluchteling gedaan. Bij beschikking van 20 januari 2000, uitgereikt op 1 februari 2000, heeft verweerder de aanvraag niet ingewilligd op grond van artikel 15b,

eerste lid, aanhef en onder a, Vreemdelingenwet (Vw) en ambtshalve beslist aan verzoeker geen vergunning tot verblijf op grond van klemmende redenen van humanitaire aard te verlenen.

1.2 Verzoeker heeft daartegen bij brief van 15 februari 2000 bezwaar gemaakt. Verzoeker is medegedeeld dat hij de behandeling van het bezwaar niet in Nederland mag afwachten.

1.3 Bij verzoekschrift van 2 februari 2000 heeft verzoeker de president verzocht te bepalen dat uitzetting achterwege wordt gelaten tot op het bezwaar is beslist.

De griffier heeft de van verweerder ontvangen stukken aan verzoeker gezonden en hem in de gelegenheid gesteld nadere gegevens te verstrekken.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Openbare behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden ter zitting van 10 maart 2000. Verzoeker is daarbij verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen. Tevens was aanwezig mevrouw

Blakaj, tolk in de Armeense taal.

2 OVERWEGINGEN

2.1 Ingevolge artikel 8:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de president van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een

mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

2.2 De president zal, voor zover de beslissing tot uitzetting samenhangt met de niet-inwilliging van de aanvraag om toelating als vluchteling, toetsen of er als gevolg van overdracht aan Duitsland in redelijkheid geen twijfel over

kan bestaan dat geen gevaar bestaat voor vervolging in vluchtelingenrechtelijke zin, en voor zover de beslissing tot uitzetting samenhangt met de beslissing aan verzoeker geen vergunning tot verblijf op grond van klemmende redenen

van humanitaire aard te verlenen, toetsen of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft.

2.3 Duitsland heeft de door verweerder gelegde claim op grond van artikel 5, vierde lid, Overeenkomst van Dublin (OvD) geaccepteerd. Duitsland is derhalve in beginsel verantwoordelijk voor de behandeling van het

asielverzoek.

2.4 Artikel 3, vierde lid, OvD geeft verweerder de bevoegdheid om, in afwijking van het bepaalde in de artikelen 4 tot en met 8 OvD, de verantwoordelijkheid voor de behandeling van de asielaanvraag aan zich te trekken.

2.5 In het kader van artikel 3, vierde lid, OvD, voert verweerder het beleid, dat is neergelegd in Vc B7/8.1.1.3. Dit beleid is niet kennelijk onredelijk. Ingevolge dit beleid neemt Nederland in geval twee of meer Dublinlanden,

waaronder Nederland, verantwoordelijk zijn voor de behandeling van de asielaanvragen van leden van één gezin, onder bepaalde omstandigheden een asielaanvraag waarvoor Nederland niet verantwoordelijk is op grond van artikel 3, vierde

lid, OvD zelf in behandeling.

2.6 Verzoeker heeft zich op het standpunt gesteld dat de medische toestand van zijn echtgenote, C, aan uitzetting naar

Duitsland in de weg staat.

Ter ondersteuning van dit standpunt is door verzoeker overgelegd een medische verklaring van 11 februari 2000 van de COA-arts, de heer B.M.E. van Klink, waarin staat dat de echtgenote van verzoeker bekend is met spanningsklachten,

nervositeit, veel piekeren en slaapstoornissen die zich uiten in hyperventilatie. Voor deze klachten heeft zij gesprekken met het maatschappelijk werk.

Tevens is overgelegd de verklaring van 14 februari 2000 van de behandelend maatschappelijk werkster, mevrouw Roely Brouwer Veen, waarin onder meer beschreven staat dat verzoekers echtgenote last heeft van een post traumatisch stress

stoornis wat zich onder andere manifesteert in nachtmerries, slapeloosheid, paniek aanvallen omdat zij grote angst heeft om wederom alleen voor de kinderen te moeten zorgen, alsmede vele lichamelijke klachten. Voorts heeft de

maatschappelijk werkster gesteld dat zij vreest dat, naast verzoekers echtgenote, ook de kinderen in therapie zullen moeten en er een uitgebreide hulpverleningstraject gestart zal moeten worden indien verzoeker Nederland dient te

verlaten.

Duidelijk is dat de echtgenote het niet alleen zal redden en de psyche van de kinderen daaronder zal lijden, aldus de maatschappelijk werkster.

2.7 Naar het oordeel van de president is in het onderhavige geval sprake van een medische/psychische problematiek die qua aard en ernst genoegzaam met medische stukken, afkomstig uit diverse bronnen, is onderbouwd. Naar het oordeel

van de president had verweerder zich moeten beraden op de consequenties van een gescheiden uitzetting van de vader ten opzichte van zijn echtgenote en kinderen, nu het gezin niet in zijn geheel aan Duitsland wordt overgedragen en

sprake is van verlatingsangst bij de kinderen. De beslissing om artikel 3, vierde lid, OvD niet toe te passen is derhalve niet zorgvuldig voorbereid. Pas na het gewenste onderzoek kan verweerder beoordelen of de beslissing om niet

gebruik te maken van de in artikel 3, vierde lid, OvD gegeven bevoegdheid in bezwaar gehandhaafd kan blijven.

2.8 Gelet op het vorenstaande is de president van oordeel, dat onmiddellijke uitvoering van het besluit van verweerder om uitzetting niet achterwege te laten voor verzoeker, en zijn gezin, een onevenredig nadeel meebrengt. De

voorlopige voorziening dient derhalve te worden toegewezen.

2.9 De president ziet thans geen aanleiding om, met toepassing van artikel 33b Vw, onmiddellijk uitspraak te doen op het bezwaarschrift.

2.10 Gezien het vorenoverwogene is er aanleiding verweerder met toepassing van artikel 8:75 Awb te veroordelen in de door verzoeker in verband met de behandeling van het onderhavige verzoek om een voorlopige voorziening gemaakte

kosten.

3 BESLISSING

De president

* wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe;

* gebiedt verweerder zich te onthouden van iedere maatregel tot verwijdering of uitzetting buiten het grondgebied van Nederland van verzoeker, c.q. van voorbereidingen tot zodanige maatregelen, totdat op

het bezwaarschrift is beslist;

* veroordeelt verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten ad f 1.420,-, onder aanwijzing van de Staat der Nederlanden als rechtspersoon die deze kosten aan verzoeker dient te vergoeden;

* wijst de Staat der Nederlanden aan als rechtspersoon ter vergoeding van het door verzoeker betaalde griffierecht ad f 50,-.

Deze uitspraak is gedaan door mr. G. Blomsma en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2000 in tegenwoordigheid van

mr. P.M. Buurke-Nederstigt als griffier.

----------------

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Afschrift verzonden:

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.