Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBSGR:2009:BH9019

Rechtbank 's-Gravenhage
12-02-2009
30-03-2009
KG 08/42
Civiel recht
Kort geding

Opeisbaarheid van een voorwaardelijk toegekende ontbindingsvergoeding na een uitspraak van de kantonrechter en de vraag of eerst een onherroepelijk bodemvonnis moet voorliggen alvorens de vergoeding geïncasseerd kan worden. Vorderingen afgewezen.

Rechtspraak.nl
RAR 2009, 80
NJF 2009, 164
AR-Updates.nl 2009-0264
VAAN-AR-Updates.nl 2009-0264

Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE

sector civiel recht - voorzieningenrechter

Vonnis in kort geding van 12 februari 2008,

gewezen in de zaak met rolnummer KG 08/42 van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Bastion Hotelgroep B.V.,

statutair gevestigd te Amsterdam,

eiseres,

procureur mr. E. Grabandt,

advocaat mr. R.M.L. Keunen te Rotterdam,

tegen:

[gedaagde]

wonende te [woonplaats],

gedaagde,

advocaat mr. F.J.T. van Gelderen te Utrecht.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als respectievelijk "Bastion Hotels" en "[gedaagde]".

1. De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 31 januari 2008 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

1.1. [gedaagde] is op 19 mei 1997 in dienst getreden van Bastion Hotels in de functie van onderhoudsmonteur.

1.2. Op 8 juni 2007 heeft Bastion Hotels [gedaagde] op staande voet ontslagen. Bij brief van 25 juni 2007 heeft de raadsman van [gedaagde] een beroep gedaan op de vernietigbaarheid van het ontslag op staande voet.

1.3. Bij verzoekschrift van 27 juni 2007 heeft Bastion Hotels deze rechtbank (sector kanton, locatie 's-Gravenhage) verzocht de arbeidsovereenkomst tussen partijen voorwaardelijk te ontbinden.

1.4. Bij beschikking van 21 augustus 2007 (hierna: de beschikking) heeft de kantonrechter - voor zover van belang - het navolgende overwogen:

"4.3. Bastion Hotels is in januari 2007 begonnen de technische dienst efficiënter te laten werken. Kennelijk -in de door [gedaagde] op 19 januari 2006 ondertekende overeenkomst betreffende het gebruik van de bedrijfsauto is daarvan nog geen sprake- is in de loop van 2006 in de bedrijfsauto van [gedaagde] een black box geïnstalleerd.

4.4. Gelet verder op de leeftijd en het relatief lange dienstverband van [gedaagde] is de kantonrechter van oordeel dat geen sprake is van een dringende ontslag op staande voet rechtvaardigende reden.

Vervolgens heeft de kantonrechter - voor zover van belang - als volgt beslist:

"Indien niet vóór 1 september 2007 is ontvangen een brief van Bastion Hotels waarbij zij haar verzoek intrekt:

5.1. Ontbindt voor het geval rechtens geoordeeld mocht worden dat de arbeidsovereenkomst nog bestaat de arbeidsovereenkomst tussen partijen per 1 september 2007 onder toekenning aan [gedaagde] ten laste van Bastion Hotels van een vergoeding van

€ 35.178,94 bruto."

Bastion Hotels heeft haar verzoek tot ontbinding niet ingetrokken.

1.5. Op 7 januari 2008 heeft [gedaagde] de beschikking bij Bastion Hotels laten betekenen en gevorderd dat de daarin vermelde hoofdsom per ommegaande wordt voldaan. Bastion Hotels heeft hieraan niet voldaan.

2. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer

Bastion Hotels vordert - zakelijk weergegeven -:

1) [gedaagde] te verbieden de beschikking verder te executeren, op straffe van een dwangsom;

2) [gedaagde] te veroordelen aan Bastion Hotels een bedrag van € 35.178,94 te betalen, vermeerderd met rente en kosten, voor het geval de door haar bestreden executie ten tijde van deze uitspraak al tot betaling zou hebben geleid.

Daartoe voert Bastion Hotels - kort weergegeven - het volgende aan.

De opeisbaarheid van een voorwaardelijk toegekende ontbindingsvergoeding is afhankelijk van het onherroepelijke oordeel van de bodemrechter over de vraag of de arbeidsovereenkomst na het ontslag is blijven voortduren tot de datum waarop deze voorwaardelijk is ontbonden. Een dergelijk oordeel ontbreekt, zodat Bastion Hotels op basis van de beschikking niet tot betaling van de toegekende ontbindingsvergoeding verplicht kan worden. De door [gedaagde] aangekondigde executie is daarmee onrechtmatig jegens Bastion Hotels.

[gedaagde] voert gemotiveerd verweer dat hierna, voorzover nodig, zal worden besproken.

3. De beoordeling van het geschil

3.1. In geschil is de vraag of de door de kantonrechter in de beschikking van 21 augustus 2007 vastgestelde ontbindingsvergoeding thans vatbaar is voor executie.

3.2. De kantonrechter heeft in de beschikking onder meer in de hiervoor aangehaalde rechtsoverweging 4.4. overwogen dat hij van oordeel is dat geen sprake is van een dringende reden die het ontslag op staande voet rechtvaardigt. De kantonrechter acht in het vervolg van zijn overwegingen een vruchtbare samenwerking tussen partijen in de gegeven omstandigheden niet langer mogelijk. De kantonrechter overweegt daarop dat voor het geval rechtens moet worden geoordeeld dat de overeenkomst nog bestaat, hij deze zal ontbinden. Vervolgens komt hij tot de onder 5.1. van zijn beschikking opgenomen beslissing, hiervoor aangehaald onder 1.4.

3.3. Vooropgesteld wordt dat vonnissen en beschikkingen in beginsel van rechtswege werken, hetgeen met zich brengt dat de daarin neergelegde verplichting tot voldoening ingaat op het tijdstip van de uitspraak, tenzij de rechter een later ingangstijdstip vaststelt. Ten aanzien van de executoriale kracht van een uitspraak wordt het vorenstaande ook aanvaard, met dien verstande dat voor een rechtsgeldige tenuitvoerlegging in beginsel voorafgaande betekening is vereist.

3.4. [gedaagde] heeft betoogd, onder verwijzing naar de uitspraak van de Hoge Raad van 5 september 1997 (NJ 1998/421), dat de executie van de onderhavige ontbindingsbeschikking niet onrechtmatig is en dat Bastion Hotels de ontbindingsvergoeding nu reeds aan [gedaagde] dient te voldoen. In het door [gedaagde] aangehaalde arrest had de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbonden "voor zover rechtens vereist", onder toekenning van een ontbindingsvergoeding. Ter beoordeling stond, met het oog op het verschuldigd worden van wettelijke rente, wanneer de ontbindingsvergoeding opeisbaar werd. De Hoge Raad heeft onder meer geoordeeld dat de ontbinding voor zover rechtens vereist niet een ontbinding onder opschortende voorwaarde is. In de visie van de Hoge Raad diende bij de beoordeling rekening te worden gehouden met het bijzondere karakter van de ontbindingsprocedure, welke immers gericht is op het verkrijgen van een spoedige beslissing over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De Hoge Raad heeft vervolgens geconcludeerd dat er geen grond is om aan te nemen dat de beschikking tot ontbinding voor zover rechtens vereist enigerlei andere werking - met name ten aanzien het tijdstip van het verschuldigd worden van de vergoeding - zou moeten hebben dan ingeval geen sprake zou zijn geweest van het nietige ontslag op staande voet.

3.5. Zoals Bastion Hotels terecht heeft aangevoerd vorderde de werknemer in het hiervoor bedoelde door de Hoge Raad beoordeelde geschil de wettelijke rente over de ontslagvergoeding vanaf de dag dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk had ontbonden. Het is evenwel niet duidelijk wat Bastion Hotels daarmee precies wil betogen nu de gefixeerde schadevergoeding vanwege de verhoging in de betaling van een geldsom, de wettelijke rente, niet kan worden toegewezen over een geldsom die niet opeisbaar is. Uit de uitspraak van de Hoge Raad volgt ondubbelzinnig dat de vergoeding zelf opeisbaar is vanaf de dag waarop de kantonrechter de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk heeft ontbonden. Toegesneden op de vergoeding die de kantonrechter ten laste van Bastion Hotels heeft toegekend, houdt het voorgaande in dat deze vanaf 1 september 2007 opeisbaar is.

3.6. Aan de orde is vervolgens de vraag of de door de kantonrechter gebezigde formulering (voor het geval rechtens geoordeeld mocht worden) eraan in de weg staat dat de op zichzelf opeisbare vordering van [gedaagde] op dit moment geïncasseerd kan worden. Tegen de achtergrond van hetgeen de Hoge Raad heeft overwogen in het onder 3.4. genoemde arrest ten aanzien van de opeisbaarheid van een ontbindingsvergoeding, is naar voorlopig oordeel niet wel denkbaar dat er gelet op de door de kantonrechter gebezigde formulering eerst een onherroepelijk vonnis in de bodemprocedure moet zijn alvorens de opeisbare vordering geïncasseerd kan worden. Voorop staat daarbij dat de kantonrechter niet uitdrukkelijk een later ingangstijdstip heeft vastgesteld, zodat in beginsel het onder 3.3. verwoorde uitgangspunt heeft te gelden. Daar komt bij dat een uitstel van de incasso tot het door Bastion Hotels bepleite ogenblik het onbillijke en met het systeem van de wet niet te rijmen gevolg zou hebben dat in een geval waarin de kantonrechter al heeft aangegeven dat er van een dringende reden geen sprake is, de werknemer desalniettemin voor onbepaalde tijd van de vergoeding verstoken blijft. Tegen die achtergrond dient een afweging van de belangen van partijen er toe te leiden dat het door Bastion Hotels gevorderde verbod tot executie moet worden afgewezen. De vraag of de door [gedaagde] in gang gezette executie al tot enige betaling van de ontbindingsvergoeding heeft geleid behoeft, gelet op dit voorlopig oordeel, geen beantwoording meer.

3.6. Bastion Hotels zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.

4. De beslissing

De voorzieningenrechter:

wijst de vorderingen af;

veroordeelt Bastion Hotels in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 1.067,--, waarvan € 816,-- aan salaris procureur en € 251,-- aan griffierecht.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.Th. Nijhuis en uitgesproken ter openbare zitting van 12 februari 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.