beschikking
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rekestnummer: 204627 / FA RK 05-6557
voornaamswijziging
Beschikking van 8 maart 2006
in de zaak van
[de man],
en
[de vrouw],
echtelieden,
wonende te Utrecht,
verzoekers,
procureur mr. M. Cohen.
1. Verloop van de procedure
Verzoekers hebben op 29 november 2005 een verzoekschrift ter griffie van deze rechtbank ingediend. Daarbij is verzocht de wijziging te gelasten van de voornamen van hun minderjarige kind FLORIS THEODOOR, geboren op [geboortedatum] te Utrecht,
in FLORIS THEODOOR RAGSTAT.
2. Beoordeling van het verzochte
Verzoekers hebben als grond voor hun verzoek aangevoerd dat alle mannelijke familieleden die afstammen van de grootvader van verzoeker de voornaam RAGSTAT dragen. Blijkens de overgelegde uittreksels uit de gemeentelijke basisadministratie geldt dit ook voor de twee andere zonen van verzoekers. Verzoekers hebben aangegeven dat bij de aangifte van de geboorte van FLORIS THEODOOR bij de burgerlijke stand de naam RAGSTAT abusievelijk niet aan zijn voornamen is toegevoegd.
Het is de rechtbank bekend dat het vaker voorkomt dat namen verkeerd of onvolledig worden aangegeven bij de aangifte van geboorte bij de burgerlijke stand. Nu verzoekers deze fout willen rechtzetten nu de minderjarige pas drie jaar oud is en het belang van de minderjarige wordt gediend met eenheid van voornamen binnen het gezin, is de rechtbank van oordeel dat er voldoende zwaarwichtig belang voor de verzochte wijziging bestaat.
Voorts is de verzochte toegevoegde voornaam geoorloofd te achten. Het verzoek kan derhalve worden toegewezen.
Ten overvloede wijst de rechtbank erop dat de ambtenaar van de burgerlijke stand van een beschikking tot voornaamswijziging een latere vermelding dient toe te voegen aan de geboorteakte.
3. Beslissing
De rechtbank gelast de wijziging van de voornamen van
FLORIS THEODOOR [achternaam], geboren op [geboortedatum] te Utrecht,
in: FLORIS THEODOOR RAGSTAT,
zodat hij zal zijn geheten FLORIS THEODOOR RAGSTAT [achternaam].
Deze beschikking is gegeven door mr. E.A.A. van Kalveen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. drs. J.M.J. Mutsaers, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2006.