heeft op 7 februari 2008 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De zaak is ter terechtzitting van 14 april 2008 behandeld. Verzoeker is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
Uit de stukken en uit de behandeling ter terechtzitting is gebleken dat voorafgaand aan het indienen van het verzoekschrift geen buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in art. 288 lid 2 sub b Fw (minnelijk traject) heeft plaatsgevonden. Wel is eind 2005 een percentageaanbod gedaan aan de schuldeisers, waarmee niet alle schuldeisers akkoord zijn gegaan.
Naar het oordeel van de rechtbank is dit aanbod te lang geleden gedaan om te gelden als een minnelijk traject zoals dat dient plaats te vinden voorafgaand aan het indienen van een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Alleen door kort voor indiening van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling een aanbod te doen aan de schuldeisers kan beoordeeld worden of de wettelijke regeling vermeden kan worden. Niet uitgesloten is dat een schuldeiser die een aanbod verworpen heeft in 2005, toen de schulden bovendien nog vrij recent waren, een paar jaar later wel akkoord kan gaan, of dat de toen bestaande schuldeisers inmiddels (gedeeltelijk) zijn voldaan.
Vervolgens is de beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling twee maanden aangehouden om verzoeker in de gelegenheid te stellen alsnog een minnelijk traject te starten. Dit is niet gebeurd.
Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling dient derhalve te worden afgewezen.
Beslissing
De rechtbank
wijst het verzoek af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.T. van Rens en in het openbaar uitgesproken op
23 juni 2008.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: