Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Ter zitting hebben partijen daaraan het volgende toegevoegd:
Belanghebbende:
Er is gehandeld conform de wettelijke bepalingen en Mededeling 26.
Als je wijzigt van koop naar verhuur moet je corrigeren. Dat is logisch.
De tekst van Mededeling 26 voorkomt dat men van twee walletjes eet. Er is dan ook gecorrigeerd om te voldoen aan de voorwaarden van Mededeling 26.
Het is hard om dit niet toe te staan, na wijziging van de omstandigheden.
Het is niet logisch dat binnen een woningcomplex verschillende omzetbelastingregimes van toepassing zijn.
Ik lees de tekst niet strikt. Ik heb gehandeld volgens de geest en bedoeling van Mededeling 26.
Als aan de voorwaarden voldaan wordt moet de inspecteur toestemming geven voor het achterwege laten van de integratieheffing.
Ik wijs er nog op dat er nu cumulatie plaats vindt van overdrachts- en omzetbelasting over de grond.
Praktisch gezien is hier sprake van een complexbenadering.
Men moet kunnen corrigeren, facturen kunnen fout zijn.
Mededeling 26 geeft enkel een keuzemoment en is niet fataal voor fouten.
De inspecteur:
Gelet op de correspondentie en de aangifteperiode ga ik er vanuit dat de acht appartementen in het vierde kwartaal van 2011 in gebruik zijn genomen.
De bedoeling van Mededeling 26 was om woningcorporaties te ontlasten.
De tekst van Mmededeling 26 is helder.
Mededeling 26 is niet geschreven voor deze situatie. Het wettelijk systeem gaat uit van integratieheffing. Het Besluit is goedkeurend beleid.
Belanghebbende loopt gewoon ondernemersrisico. Als zij wil switchen van verkoop naar verhuur is dat voor haar rekening.
Belanghebbendes correctie op de aangifte is volgens afspraak, zo kon integratieheffing geheven worden.
Belanghebbende had niet hoeven te corrigeren.
Belanghebbendes casus is de eerste die ik tegenkom.