3.1.
[eiseres in conventie] vordert (na vermeerdering van eis) dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
- primair: [gedaagden in conventie] hoofdelijk of wel ieder voor zich veroordeelt tot betaling aan haar van een bedrag van € 114.764,06, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf 17 augustus 2010 tot aan de dag der algehele voldoening,
- subsidiair: [gedaagden in conventie] hoofdelijk ofwel ieder voor zich veroordeelt tot betaling aan haar van een bedrag van € 50.000,-- aan hulploon en een bedrag van € 64.764,06 aan
‘special compensation’ (totaal € 114.764,06), althans een bedrag van € 30.000,--, althans een door de rechtbank te bepalen hulploon en ‘special compensation’, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf 17 augustus 2010 tot aan de dag der algehele voldoening,
met veroordeling van [gedaagden in conventie] in de kosten - waaronder de beslagkosten en nakosten - van deze procedure.
3.2.1.
Zij stelt (primair) dat zij in opdracht van [gedaagde1] en/of [gedaagde2] het jacht – nadat bleek dat het bij hoog water niet kon worden losgetrokken omdat het inmiddels water had gemaakt – zo snel mogelijk (op regiebasis) van de strekdam heeft verwijderd en naar de haven van Terneuzen heeft gesleept, waar vervolgens reparatiewerkzaamheden zijn verricht.
In dit verband wijst [eiseres in conventie] op voornoemde e-mail van [directeur eiseres in conventie] d.d. 17 augustus 2010 aan [gedaagde1] . [eiseres in conventie] verwijst naar een telefoongesprek, waarin zij, nadat [woordvoerder gedaagde2] om een prijsopgave had gevraagd, heeft aangegeven die vanwege de onzekere factoren en de toestand van het jacht niet te kunnen geven, waarop [woordvoerder gedaagde2] heeft ingestemd met het verwijderen van het jacht op regie-basis. Voorts geeft [eiseres in conventie] aan dat [gedaagde1] , noch [woordvoerder gedaagde2] , in de daarop volgende e-mailwisseling bezwaar heeft gemaakt tegen de in voormelde e-mail vermelde plan van aanpak tot verwijdering van het jacht, waarin overigens niet over ‘hulpverlening’ of ‘no cure no pay’ wordt gesproken. Naar de mening van [eiseres in conventie] moet het stilzwijgen van [gedaagde1] (en [woordvoerder gedaagde2] ) dan ook worden opgevat als een toestemming tot het verwijderen van het jacht.
[eiseres in conventie] mocht er in redelijkheid op vertrouwen dat [gedaagden in conventie] opdracht had gegeven tot het verwijderen van het jacht en dat zij de daaraan verbonden kosten zou betalen. In dit kader voert Multaship nog aan dat zij er op grond van art. 3:61 lid 2 BW gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat [gedaagde1] als eigenaar van het jacht, alsmede [woordvoerder gedaagde2] als woordvoerder van [gedaagde2] , bevoegd waren om de opdracht tot verwijdering van het jacht te geven. Volgens [eiseres in conventie] mochten [gedaagden in conventie] er op hun beurt niet in redelijkheid op vertrouwen dat een professioneel bergingsbedrijf haar werkzaamheden voor niets, dan wel voor minder dan de reële (kost)prijs, zou verrichten.
3.2.2.
[eiseres in conventie] stelt zich op het standpunt dat de daadwerkelijk door haar op regie-basis gemaakte kosten, zoals vermeld in de ‘internal costs sheet’, dienen te worden vergoed, waarbij een uplift van 25% dient te worden gehanteerd, zodat een (totaal)bedrag van
€ 114.764,06 dient te worden voldaan. Bij de berekening van dit bedrag dient volgens haar aansluiting te worden gezocht bij de SCOPIC-tarieven (Appendix A), omdat het gebruikelijk is om deze tarieven te hanteren bij een (regie)overeenkomst als de onderhavige. Volgens [eiseres in conventie] heeft zij ingevolge de overeenkomst van opdracht in ieder geval recht op een op de gebruikelijke wijze berekend loon, dan wel een redelijk loon.
Daarbij dienen tevens de niet in het loon begrepen onkosten te worden vergoed.
3.2.3.
Subsidiair stelt [eiseres in conventie] dat sprake is geweest van hulpverlening in de zin van het Hulpverleningsverdrag 1989 (hierna te noemen: het Hulpverleningsverdrag). Uit dien hoofde heeft zij in ieder geval recht op hulploon ad € 50.000,-- en een aanvulling daarop in de zin van een speciale compensatie ad € 64.764,06 .
3.3.1.
[gedaagden in conventie] voert verweer. Hij stelt dat sprake geen sprake is geweest van een overeenkomst met [eiseres in conventie] voor het verrichten van activiteiten. Met [gedaagde1] noch met [woordvoerder gedaagde2] is gesproken over opdracht, regie of prijzen. Voor het geval de rechtbank (toch) tot het oordeel mocht komen dat op regiebasis is gecontracteerd, betwist [gedaagden in conventie] dat de in de ‘internal costs sheet’ genoemde acties zijn verricht en dat de SCOPIC-tarieven (Appendix A) als basis kunnen dienen voor de berekening van de kosten en de uplift van 25%.
Daarnaast betwist [gedaagden in conventie] (ter comparitie en bij conclusie van dupliek in conventie (onder nummers 7.1. t/m 7.6)) dat de door [eiseres in conventie] (in de ‘internal costs sheet’) in rekening gebrachte bedragen redelijk zijn. Dit verweer komt er (in algemene zin) onder meer op neer [eiseres in conventie] te veel personeel (te lang en onnodig) heeft ingezet en daarvoor te hoge kosten heeft berekend. Daarbij is [gedaagden in conventie] van mening dat de sleepboot Multratug 5 en de bok onnodig lang zijn ingezet, dat het onduidelijk is waar de prijs van de bok op is gebaseerd en dat ten onrechte kosten van (bij [eiseres in conventie] reeds in bezit zijnde) apparatuur in rekening zijn gebracht. Voorts geeft [gedaagden in conventie] aan dat materiaal verloren is gegaan door onoordeelkundig gebruik door [eiseres in conventie] , dat de motoren slechts gedeeltelijk geconserveerd zijn en dat deze conservering ondeugdelijk is uitgevoerd, terwijl, gezien de gebruikelijke tijdsbesteding, onredelijk hoge loonkosten zijn opgevoerd. Daarnaast wordt, bij gebreke van onderliggende logboeken en urenstaten, betwist dat de genoemde personeelsleden en schepen gedurende de gehele op de ‘internal costs sheet’ vermelde tijd zijn ingezet en dat kosten ter zake office support zijn gemaakt en in rekening gebracht kunnen worden. Tenslotte ontbreekt volgens [gedaagden in conventie] een grondslag voor de uplift van 25%. Naar de mening van [gedaagden in conventie] komt, uitgaande van een overeenkomst van opdracht op regie-basis, een redelijk loon dan ook niet boven een bedrag van € 30.000,-- uit.
3.3.2.
Volgens [gedaagden in conventie] zou hooguit sprake kunnen zijn van hulpverlening (als bedoeld in art. 1 sub a van het Hulpverleningsverdrag 1989), maar daarvoor is te weinig gesteld. Indien en voor zover echter geoordeeld zou worden dat sprake is van hulpverlening, dan zouden slechts werkzaamheden die hebben geleid tot een gunstig gevolg voor vergoeding in aanmerking komen, met als plafond de geredde waarde. Het (bij de hulpverlening beschadigde) jacht was destijds € 50.000,-- waard (voor dat bedrag heeft [gedaagde1] het jacht begin 2011 verkocht). De hulpverlening door [eiseres in conventie] is echter onprofessioneel, onzorgvuldig en zelfs schadeveroorzakend geweest. Aldus is [eiseres in conventie] toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen als goed hulpverlener ex art. 8:560 lid 1 sub a BW (en art. 8 Hulpverleningsverdrag), dan wel heeft zij in strijd gehandeld met op haar rustende (on)geschreven verplichtingen, zodat het hulploon op nihil dient te worden vastgesteld, aldus [gedaagden in conventie] .
3.4.
[gedaagden in conventie] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [eiseres in conventie] veroordeelt tot betaling aan hem van € 570.000,--, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf
17 augustus 2010, althans 20 juli 2011, althans 27 juni 2012 en te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten ad € 2.500,-- en proceskosten, alsmede de nakosten.
3.5.
[gedaagden in conventie] stelt daartoe dat hij schade heeft geleden als gevolg van de onzorgvuldig en onoordeelkundig uitgevoerde hulpverlening. Daardoor is het jacht vervuld geraakt; vervolgens heeft [eiseres in conventie] de motoren van het jacht ondeugdelijk geconserveerd of laten conserveren. Daardoor had het schip na hulpverlening nog slechts een waarde van
€ 50.000,--, terwijl dat daarvoor € 650.000,-- was. Was wel succesvol hulp verleend, dan had het loon daarvoor maximaal € 30.000,-- bedragen; de schade die [gedaagde1] c.s lijdt bedraagt dus € 570.000,--. Zou een regieovereenkomst worden aangenomen, dan heeft [eiseres in conventie] niet gehandeld als een redelijk bekwaam en redelijk handelend opdrachtnemer, en is zij schadeplichtig. Zelfs na verrekening met de gestelde regiekosten resteert dan nog een vordering van ruim € 450.000,--.
3.6.
[eiseres in conventie] voert verweer. Zij stelt dat de grondslag van de vordering onduidelijk is. [gedaagde1] noch [gedaagde2] stellen onvoldoende waarop zij hun respectievelijke vorderingsrechten baseren. Voor zover op grond van onzorgvuldige hulpverlening wordt gevorderd, stelt [eiseres in conventie] dat art. 8 van het Hulpverleningsverdrag niet zonder meer als grondslag van een vordering tot schadevergoeding kan dienen. Overigens betwist [eiseres in conventie] dat onzorgvuldig is gehandeld. Het is niet aan haar te wijten dat het schip is vastgelopen en vervuld geraakt. Dat laatste kon plaatsvinden omdat (walstroom-) kabeldoorvoeringen door de schipper ( [gedaagde1] ) niet waterdicht waren afgesloten; dat is niet aan [eiseres in conventie] gemeld. Vervolgens is het jacht verwijderd in het kader van een overeenkomst van opdracht dan wel in het kader van hulpverlening. De motoren van het jacht zijn in opdracht van [eiseres in conventie] tijdig en deugdelijk geconserveerd; dat is uitgevoerd door Terneuzen Port Service te Terneuzen. [eiseres in conventie] betwist de gestelde waardes van het jacht voor en na de hulpverlening.
3.7.
[eiseres in conventie] vordert dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde1] veroordeelt tot betaling aan haar van een bedrag van € 30.000,--, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf 18 augustus 2010, althans vanaf de dag der dagvaarding, althans vanaf 25 juni 2014, althans van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag der voldoening, met veroordeling van [gedaagde1] in de kosten van het incident.
3.8.
[eiseres in conventie] vordert aldus bij wijze van provisionele eis een voorschot op het in conventie in de hoofdzaak vast te stellen door [gedaagden in conventie] verschuldigde bedrag. [gedaagden in conventie] heeft zelf het standpunt heeft ingenomen dat bij een succesvolle hulpverlening (ook als sprake is van een regieovereenkomst) een bedrag van € 30.000,-- een redelijk beloning is. Deze gerechtelijke erkentenis impliceert dat de vordering van [eiseres in conventie] in ieder geval tot dat bedrag kan worden toegewezen. Voor verrekening is geen plaats, nu de (in reconventie ingediende) tegenvordering allerminst liquide is.
3.9.
[gedaagden in conventie] voert verweer. Hij stelt dat geen sprake is van een gerechtelijke erkenning; het bedrag van € 30.000,-- is slechts genoemd bij de berekening van het bedrag dat [gedaagden in conventie] in reconventie vordert en gaat uit van hypothetische elementen. Ook de stelling dat [gedaagden in conventie] zich op verrekening zou beroepen is niet juist; [gedaagden in conventie] stelt zich op het standpunt dat in de gegeven omstandigheden het hulploon op nihil moet uitkomen.