2 De tenlastelegging
De tenlastelegging in de zaak met parketnummer 02/821575-15 is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering.
Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat
in de zaak met parketnummer 02/820680-15
hij op of omstreeks 26 april 2015 te Tilburg [slachtoffer] opzettelijk van het
leven heeft beroofd, door die [slachtoffer] meermalen met een mes, althans met een
scherp en/of puntig voorwerp, in het lichaam te steken,
welke doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar
feit, te weten:
diefstal van een tablet (merk Difrnce Dit 102201) en/of een bankpas (ABN/AMRO,
pasnummer 748, rekeningnummer [nummer] ), in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan
verdachte,
en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat
feit voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf en/of aan andere deelnemers aan dat feit
straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te
verzekeren;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 288 Wetboek van Strafrecht
in de zaak met parketnummer 02/821575-15
hij op of omstreeks 28 december 2015 te Tilburg, ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te
beroven, met dat opzet met een mes, althans een scherp voorwerp een of
meermalen in de rug, althans in het bovenlichaam, heeft gestoken welke
vorenomschreven poging tot doodslag werd gevolgd en/of vergezeld en/of
voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten diefstal van een of meer
sieraden en/of een bankpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [man slachtoffer] , en welke poging doodslag werd
gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf
straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te
verzekeren;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 288 Wetboek van Strafrecht
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
A)
hij op of omstreeks 28 december 2015 te Tilburg, ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] , van het leven te
beroven, met dat opzet met een mes, althans een scherp voorwerp een of
meermalen in de rug, althans in het bovenlichaam, heeft gestoken, terwijl
de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art. 287/45 Wetboek van Strafrecht
of, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 december 2015 te Tilburg, opzettelijk [slachtoffer 2] , zwaar
lichamelijke letsel heeft toegebracht door met een mes, althans een scherp voorwerp
een of meermalen in de rug, althans in het bovenlichaam, van deze [slachtoffer 2] te
steken, waardoor deze onder andere een klaplong heeft opgelopen;
art. 302 Wetboek van Strafrecht
of, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 december 2015 te Tilburg, ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] , zwaar lichamelijke letsel
toe te brengen, met dat opzet met een mes, althans een scherp voorwerp een of
meermalen in de rug, althans in het bovenlichaam, heeft gestoken, terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art. 302/45 Wetboek van Strafrecht
B)
hij op of omstreeks 28 december 2015 te Tilburg, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer sieraden en/of een
bankpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2]
en/of [man slachtoffer] , in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan
verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij
het bezit van het gestolene te verzekeren,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] en/of [man slachtoffer] heeft
gedwongen tot de afgifte van een of meer sieraden en/of een bankpas, in elk
geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 2] en/of [man slachtoffer]
, in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte de woning van dan wel in gebruik bij deze [slachtoffer 2] en/of [man slachtoffer] in
de voor de nachtrust bestemde uren via het balkon onverhoeds is
binnengedrongen en/of binnengeslopen en/of meermalen althans eenmaal met een
mes, althans een scherp voorwerp, [slachtoffer 2] in de rug, althans in het
bovenlichaam heeft gestoken en/of deze [slachtoffer 2] heeft geslagen en/of met
geschoeide leest heeft geschopt/getrapt en/of aan die [slachtoffer 2] en/of [man slachtoffer]
met (vinger)gebaren duidelijk heeft gemaakt dat hij, verdachte, geld wilde
hebben;
art 312/317 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 28 december 2015 te Tilburg
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een pinautomaat
heeft weggenomen 500 euro, althans een hoeveelheid geld,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [man slachtoffer] , in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen
geld onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van een valse
sleutel, te weten een gestolen bankpas;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 16 maart 2015 te Tilburg ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit berging behorend bij een woning gelegen aan de [adres] weg te
nemen goederen en/of geld van hun /zijn gading, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die berging
te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed/geld onder zijn/hun bereik te
brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer
van zijn mededader(s), althans alleen daartoe de slotplaat van die
schuur/berging heeft/hebben verbroken en/of het cilinderslot van die
schuur/berging heeft/hebben verwijderd, terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 10 juni 2013 te Tilburg tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een berging/schuur behorende bij een woning gelegen aan
de [Adres] heeft weggenomen een fiets en/of een mini-bike en/of
fles(sen) alcohol en/of een tray energy-drank en/of meerdere/een elektrisch
gereedschap, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te
nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak, verbreking en/of inklimming.
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
7 De benadeelde partijen
Benadeelde partij [naam nabestaande]
De benadeelde partij [naam nabestaande] (nabestaande slachtoffer [slachtoffer] ) vordert in de zaak met parketnummer 02/820680-15 een schadevergoeding van € 13.238,31.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt, zodat de vordering zal worden toegewezen.
Met betrekking tot de toegekende vordering van deze benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
[slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] vordert een schadevergoeding van € 43.573,13 voor feit 1 in de zaak met parketnummer 02/821575-15.
De rechtbank is van oordeel dat de schade tot een bedrag van € 14.833,15 een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit, waarvan € 9.833,15 ter zake van materiële schade en € 5.000,00 ter zake van immateriële schade, en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
De materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- -
Ziekenhuisdaggeldvergoeding € 196,00
- -
Niet-verzekerde medische kosten € 135,48
- -
Bezittingen € 4.645,80
- -
Kledingschade € 20,00
- -
Reis- en parkeerkosten € 375,22
- -
Huishoudelijke hulp € 4.460,65
Het gevorderde is tot genoemd bedrag voldoende aannemelijk gemaakt en zij zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Voor het overige is de rechtbank van oordeel dat de behandeling van dat deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij zal daarom voor dat deel niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. Zij kan haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Hieromtrent overweegt de rechtbank nog het volgende.
Ten aanzien van de niet-verzekerde medische kosten van € 150,00 is de rechtbank van oordeel dat deze zien op mogelijk toekomstige psychologische behandelingen waarvan nu nog niet gezegd kan worden dat deze kosten ook daadwerkelijk zullen worden gemaakt. Vaststelling van die kosten in zoverre levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van dit strafgeding op. Met betrekking tot de gevorderde verhuiskosten overweegt de rechtbank dat het vaststellen van een causaal verband eveneens een onevenredige belasting voor het strafgeding oplevert.
Voor zo ver het betreft de post “verplaatste schade” is de rechtbank van oordeel dat op basis van de gegeven onderbouwing onduidelijk is in hoeverre deze schade een rechtstreeks gevolg is geweest van het bewezenverklaarde feit, nu uit de bijgevoegde salarisspecificaties blijkt dat de zoon van de benadeelde partij ook over de opgenomen dagen salaris heeft ontvangen. Ten aanzien van de post “persoonlijke verzorging” overweegt de rechtbank dat op basis van de gegeven onderbouwing niet vast te stellen is of de personen die hulp hebben geboden ook daadwerkelijk kosten hebben gemaakt. Ook de vaststelling van de posten “verplaatste schade” en “persoonlijke verzorging” levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding op.
Met betrekking tot de toegekende vordering van deze benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
[man slachtoffer]
De benadeelde partij [man slachtoffer] vordert een schadevergoeding van € 6.143,49 voor feit 1 in de zaak met parketnummer 02/821575-15.
De rechtbank is van oordeel dat de schade tot een bedrag van € 3.493,49 een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit, waarvan € 993,49 ter zake van materiële schade en € 2.500,00 ter zake van immateriële schade, en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is tot dat bedrag voldoende aannemelijk gemaakt en zij zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Voor het overige is de rechtbank van oordeel dat de behandeling van dat deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, zoals hiervoor ook ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 2] is overwogen. De benadeelde partij zal daarom voor dat deel niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. Zij kan haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Met betrekking tot de toegekende vordering van deze benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
De rechtbank zal verdachte tevens veroordelen in de kosten van rechtsbijstand van [slachtoffer 2] en [man slachtoffer] waarbij de rechtbank het liquidatietarief kanton zal toepassen.
[slachtoffer 3]
Namens de benadeelde partij [slachtoffer 3] is een schadevergoeding van € 223,28 gevorderd voor feit 3 in de zaak met parketnummer 02/821575-15.
Verdachte wordt vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan.
De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
[slachtoffer 4]
De benadeelde partij [slachtoffer 4] vordert een schadevergoeding van € 745,00 voor feit 4 in de zaak met parketnummer 02/821575-15.
Verdachte wordt vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan.
De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
10 De beslissing
De rechtbank:
- spreekt verdachte vrij van de onder 3 en 4 tenlastegelegde feiten in de zaak met parketnummer 02/821575-15;
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
in de zaak met parketnummer 02/820680-15
doodslag, gevolgd en/of vergezeld en/of voorafgegaan van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid hetzij het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
in de zaak met parketnummer 02/821575-15
feit 1 primair: poging tot doodslag, gevolgd en vergezeld van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en gemakkelijk te maken;
feit 2: diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 25 jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van de voorwerpen die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst zijn genummerd 1 en 3 tot en met 9;
- verklaart onttrokken aan het verkeer de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 2;
Benadeelde partij [naam nabestaande]
- veroordeelt verdachte in de zaak met parketnummer 02/820680-15 tot betaling aan de benadeelde partij [naam nabestaande] van € 13.238,31, te vermeerderen met de wettelijke rente, berekend vanaf 26 april 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil; (BP.06)
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam nabestaande] te betalen een bedrag van € 13.238,31, te vermeerderen met de wettelijke rente, berekend vanaf 26 april 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door 101 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd; (BP.04)
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
- veroordeelt verdachte in de zaak met parketnummer 02/832575-15 ten aanzien van feit 1 tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] een bedrag van € 14.833,15, waarvan
€ 9.833,15 ter zake van materiële schade en € 5.000,00 ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, berekend vanaf 28 december 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;(BP.09)
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] € 14.833,15 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente, berekend vanaf 28 december 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door 109 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd; (BP.04)
Benadeelde partij [man slachtoffer]
- veroordeelt verdachte in de zaak met parketnummer 02/832575-15 ten aanzien van feit 1 tot betaling aan de benadeelde partij [man slachtoffer] een bedrag van € 3.493,49, waarvan € 993,49 ter zake van materiële schade en € 2.500,00 ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, berekend vanaf 28 december 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;(BP.09)
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [man slachtoffer] € 3.493,49 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente, berekend vanaf 28 december 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door 44 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd; (BP.04)
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [man slachtoffer] ter zake van rechtsbijstand hebben gemaakt, te weten € 600,00;
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil; (BP.15)
Benadeelde partij [slachtoffer 4]
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil; (BP.15)
Dit vonnis is gewezen door mr. Kouwenhoven, voorzitter, mr. Veldhuizen en mr.Felix, rechters, in tegenwoordigheid van Van den Goorbergh, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 1 november 2016.