1.1
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het op 28 augustus 2017 door de griffie van de rechtbank ontvangen verzoekschrift (met bijlagen);
b. het op 29 augustus 2017 door de griffie van de rechtbank ontvangen origineel van bovengenoemd verzoekschrift;
c. de brief d.d. 29 augustus 2017 van de griffie aan verzoeker;
d. de reactie van verzoeker hierop bij brief van 31 augustus 2017;
e. de ontvangst van een kopie/afschrift van het levenstestament van [rechthebbende] ;
f. het op 29 september 2017 door de griffie ontvangen (gewijzigde) verzoekschrift, met bijlagen, waaronder een kopie van een (vertaald) neuropsychologisch verslag betreffende [rechthebbende] d.d. 31 januari 2017;
g. de op 25 oktober 2017 door de griffie van de rechtbank ontvangen schriftelijke reactie van [rechthebbende] ;
h. de mailwisselingen met de (niet) akkoordverklaringen van de overige broers en zussen van verzoeker;
i. de op 27 oktober 2017 door de griffie van de rechtbank ontvangen schriftelijke bereidverklaring van de door verzoeker voorgestelde bewindvoerder;
j. het proces-verbaal van gehoor met betrekking tot het verhandelde op de terechtzitting van
1 november 2017, tijdens welke zitting de rechthebbende afzonderlijk is gehoord op de plaats waar zij verblijft;
k. de op 21 november 2017 en 23 november 2017 ter griffie ingekomen schriftelijke reacties van [kind B] ;
l. het proces-verbaal van gehoor met betrekking tot het verhandelde op de terechtzitting van
23 november 2017, tijdens welke zitting verzoeker, de verder verschenen twee broers en een zus van verzoeker zijn gehoord. Niet verschenen was -met bericht van verhindering- eerder genoemde [kind B] .