De akte van levering van 28 april 2015 (hierna: de akte) vermeldt over de koopovereenkomst 2015, voor zover hier van belang:
“Verkoper en de comparanten sub 2.a. [[C], de rechtbank] en b. [[B], de rechtbank] in privé hebben op twaalf februari tweeduizend vijftien een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de hierna te vermelden registergoederen.
Van de koop- en verkoopovereenkomst blijkt uit een onderhandse akte, die aan deze akte is gehecht en hierna wordt aangeduid met "het koopcontract".
De comparanten sub 2.a. en b. in privé hebben hun rechten uit het koopcontract voortvloeiende, daaronder begrepen het recht op levering, voor wat betreft het hierna onder B vermelde registergoed overgedragen aan de sub 2. B. [belanghebbende, de rechtbank] genoemde besloten vennootschap, die alle rechten en verplichtingen uit het koopcontract voortvloeiende, voor wat betreft het hierna onder B vermelde registergoed heeft overgenomen.
(…)
Ter uitvoering van voormelde overeenkomsten en ter voldoening van de daaruit voortvloeiende leveringsverplichtingen levert de comparante sub 1. [de gemeente, de rechtbank] handelend als gemeld, bij deze namens verkoper:
A. (…)
B. aan de sub 2. B. genoemde besloten vennootschap
[belanghebbende] B.V.
, voor wie de comparanten sub 2, handelend als sub 2. B. vermeld, bij deze aanvaarden:
OMSCHRIJVING REGISTERGOED SUB B:
het woonhuis, bedrijfsgebouwen, verdere aanhorigheden, ondergrond, erf en bijbehorende grond, gelegen te [plaats X], [adres 2]
(…).
(…)
het verkochte sub A en B hierna tezamen aangeduid met:
"het verkochte"
.
(…)
Koper koopt het gekochte als bouwterrein voor de herhuisvesting van zijn voorheen in de [gemeente Z] geëxploiteerde agrarische onderneming. Koper geeft aan dat hij een aanvang heeft gemaakt met de sloop van de bestaande gebouwen.
(…)
OMZETBELASTING
Omdat het verkochte door koper bestemd is als bouwterrein voor het door hem nieuw te bouwen woonhuis (wat betreft het verkochte sub A) respectievelijk voor de bouw van de door hem nieuw te vestigen onderneming (wat betreft het verkochte sub B), stellen partijen zich op het standpunt dat terzake van de levering van het verkochte omzetbelasting verschuldigd is.”