2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat
1.
hij op een (of meer) tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 5 augustus 2017 tot en met 6 augustus 2017 te 's-Gravenhage en/of Delft, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
- van een of meer geldbedrag(en), te weten 7011,37 euro en/of 979 euro, in elk geval een of meer geldbedrag(en),de werkelijke aard en/of herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende op dat/die geldbedrag(en) is/zijn, en/of
- een of meer geldbedrag(en) te weten 7011,37 euro en/of 979 euro, in elk geval een of meer geldbedrag(en) heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad, heeft/hebben overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat het (een) - onmiddellijk of
middellijk - van (al dan niet uit eigen) misdrijf afkomstig(e) geldbedrag(en) betrof(fen)
subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een (of meer) tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 5 augustus 2017 tot en met 6 augustus 2017 te 's-Gravenhage en/of Delft, althans in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- van een of meer geldbedrag(en) te weten 7011,37 euro en/of 979 euro, in elk geval een of meer geldbedrag(en), de werkelijke aard en/of herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing te verbergen en/of te verhullen en/of verbergen wie de rechthebbende op dat/die geldbedrag(en) is/zijn en/of
- een of meer geldbedrag(en), te weten 7011,37 euro en/of 979 euro, in elk geval een of meer geldbedrag(en) te verwerven, voorhanden te hebben, over te dragen en/of om te zetten, althans van voornoemd(e) geldbedrag(en) gebruik te maken terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat het (een)- onmiddellijk of middellijk- van (al dan niet uit eigen) misdrijf afkomstig(e) geldbedrag(en) betrof(fen) immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) meermalen, althans eenmaal, geprobeerd te pinnen bij een pinautomaat met een niet op zijn, verdachtes, naam gestelde pinpas terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks 05 augustus 2017 tot en met 6 augustus 2017 te 's-Gravenhage en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een of meer geldbedragen, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
die/dat weg te nemen geldbedragen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel te weten door naar een pinautomaat te gaan en/of (vervolgens) door gebruik te maken van een niet op zijn, verdachtes en/of mededader(s), naam gestelde bankpas en/of pincode en/of bankrekening,
in elk geval een sleutel tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) niet is/zijn/was/waren gerechtigd terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij in de periode van 01 december 2016 tot en met 31 oktober 2017 te Oosterland en/of Amsterdam en/of Almere en/of 's-Gravenhage en/of Delft, in elk geval een of meer plaats(en) in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, gericht tegen (klanten van) de [naam 3] , namelijk
- oplichting (artikel 326 Wetboek van Strafrecht) en/of
- een computerwachtwoord, toegangscode of daarmee vergelijkbaar gegeven voorhanden hebben, waardoor toegang kan worden verkregen tot (een) (gedeelte van een) geautomatiseerd werk(en) (artikel 139d en/of 350d Wetboek van Strafrecht) en/of
- computervredebreuk (artikel138ab Wetboek van Strafrecht) en/of
- aantasting of manipulatie van computergegevens (artikel 350a Wetboek van Strafrecht) en/of
- diefstal door middel van braak/verbreking, inklimming en/of een valse sleutel (artikel 311 Wetboek van Strafrecht) en/of
- witwassen (artikel 420bis Wetboek van Strafrecht).
8 De beslissing
De rechtbank:
- spreekt verdachte vrij van de onder 1, primair, 2 en 3 tenlastegelegde feiten;
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, subsidiair: poging tot witwassen
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 60 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 30 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf naar rato van 2 uur per dag.
Dit vonnis is gewezen door mr. Felix, voorzitter, mr. Goossens en mr. Schild, rechters, in tegenwoordigheid van Van Rensch, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 17 mei 2019.