2 Waar wordt [verdachte] van verdacht?
In de dagvaarding die [verdachte] heeft gekregen, staat waar hij van wordt verdacht. In moeilijke juridische woorden staat daar het volgende in:
Hij op of omstreeks 8 juli 2018 te ’s-Hertogenbosch, althans in het arrondissement ’s-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met een ander of andere, althans alleen,
opzettelijk brand heeft/hebben gesticht in en/of aan en/of bij en/of tegen een gebouw toebehorende aan [naam 1] (gelegen aan de [adres 2] ),
immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) toen aldaar
opzettelijk de vlam van een aansteker, in elk geval opzettelijk (open) vuur, in aanraking gebracht met één of meerdere piepschuimdoos/dozen (liggend in/bij voornoemd gebouw) met daarop door verdachte en/of zijn mededader(s) gespoten lijm, althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan dat gebouw en/of zich in dat gebouw bevindende goed(eren) geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor
- -
Dat gebouw en/of zich in het gebouw en/of in de directe omgeving bevindende roerende goederen en/of onroerende zaken, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was en/of
- -
Levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor één of meer toen en aldaar aanwezige gebruiker(s) van voornoemd pand en/of belendende panden en/of brandweerpersoneel en/of politieambtenaren, althans voor een ander of anderen te duchten was.
Art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
De rechtbank leest daar dus dat de officier van justitie denkt dat [verdachte] samen met een vriend van hem brand heeft gesticht. Deze brand is erg gevaarlijk geweest voor de spullen van andere mensen en voor de mensen die in de buurt van de brand waren.
7 De schadevergoeding die gevraagd wordt.
[naam 4] heeft een schadevergoeding gevraagd van € 5.000,-. [naam 4] heeft een verzekering, maar de eerste € 5.000,- wordt niet door de verzekering betaald. Dat is het eigen risico van [naam 4] . De schade is zeker hoger dan € 5.000,- zegt [naam 4] , dus [naam 4] zal dat geld kwijt zijn. Omdat [verdachte] de brand veroorzaakt heeft, vraagt [naam 4] aan [verdachte] om die
€ 5.000,- te betalen.
De officier van justitie en de advocaat van [verdachte] zijn het eens met deze schadevergoeding. Ook de rechtbank is het hiermee eens. De schade komt door de brand en dus door [verdachte] . [verdachte] moet daarom de € 5.000,- betalen. [verdachte] moet ook de rente over de € 5.000,- betalen.
Om het [naam 4] niet te moeilijk te maken, vindt de rechtbank het een goed idee als het CJIB het geld bij [verdachte] gaat regelen. Het CJIB is degene die ook boetes ophaalt bij mensen. Zij zijn daar goed in. Daarom legt de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel op. Het CJIB voert die maatregel uit.
De rechtbank vindt niet dat [verdachte] vast moet komen te zitten in de jeugdgevangenis als hij niet kan betalen. Daarom zal de rechtbank geen vervangende jeugddetentie opleggen.
[naam 5] vraagt een schadevergoeding van € 81.572,-.
[naam 6] vraagt een schadevergoeding van ongeveer
€ 1.000.000,-.
[naam 1] vraagt een schadevergoeding van € 45.000,-.
De officier van justitie en de advocaat van [verdachte] vinden dat deze schadevergoedingen nu nog niet door [verdachte] betaald hoeven te worden.
De rechtbank heeft nog vragen over deze schadevergoedingen. Het zijn ingewikkelde dingen die gevraagd worden. Er was niemand van [naam 5] , [naam 1] of [naam 6] op de zitting om die vragen aan te kunnen stellen. De rechtbank denkt ook dat die vragen niet meteen op de zitting beantwoord konden worden. Dat betekent voor de rechtbank dat de schadevergoedingen te veel invloed zouden hebben op de strafzaak van [verdachte] . Dan zou bijvoorbeeld de strafzaak van [verdachte] langer duren, omdat er nog vragen over de schadevergoeding beantwoord moeten worden. Dat is niet de bedoeling van deze strafzaak en daarom vindt de rechtbank dat [naam 5] , [naam 6] en [naam 1] hun schadevergoeding bij een andere rechter moeten vragen. Het kan zijn dat [naam 5] , [naam 6] en [naam 1] nog gaan vragen aan [verdachte] om bij een andere rechter, niet een strafrechter, te komen over de schadevergoeding.
9 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Opzettelijk in vereniging brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 80 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast van 40 dagen;
- veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie van 100 dagen, waarvan 57 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat deze jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd na te melden voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de jeugdreclassering uit te voeren door de William Schrikker Groep Jeugdbescherming en Jeugdreclassering als gecertificeerde instelling;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
* dat verdachte medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, de medewerking van huisbezoeken daaronder begrepen;
* dat verdachte verblijft bij ’s Heeren Loo te Woudrichem of een soortgelijke (vervolg-) woonvoorziening gedurende maximaal de proeftijd en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
* dat verdachte een nuttige dagbesteding heeft en zich hiervoor inzet;
- draagt deze gecertificeerde instelling op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde jeugddetentie;
Benadeelde partij [naam 4]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 4] van
€ 5.000,-, ter zake van materiële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen.
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam 4] , € 5.000,- te betalen, bij niet betaling te vervangen door 0 dagen jeugddetentie, met dien verstande dat toepassing van de vervangende jeugddetentie de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 8 juli 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.
Benadeelde partij [naam 5]
- verklaart de benadeelde partij [naam 5] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten die verdachte ter zake van rechtsbijstand heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [naam 6]
- verklaart de benadeelde partij [naam 6]
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten die verdachte ter zake van rechtsbijstand heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [naam 1]
- verklaart de benadeelde partij [naam 1]
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten die verdachte ter zake van rechtsbijstand heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. Tempel, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. I. de Graaf en mr. Prenger, kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. Aerts-Snatersen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 20 juni 2019.