2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat
1.
hij op of omstreeks 8 april 2018 te Breda, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon genaamd [Slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk met een (automatisch) vuurwapen een of meer kogel(s) in de hals/nek/rug en/of het lichaam van die [Slachtoffer 1] geschoten, tengevolge waarvan voornoemde [Slachtoffer 1] is overleden,
welke vorenomschreven doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van
enig strafbaar feit, te weten
- een diefstal met geweld (in vereniging) van een hoeveelheid hennep en/of hash en/of een tas (met inhoud waaronder een paspoort en/of gsm en/of een rijbewijs) (strafbaar gesteld in (de) artikel(en) 312/310 van het Wetboek van strafrecht)
en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 288 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 08 april 2018 te Breda tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid hennep en/of hash en/of een tas (met inhoud waaronder een paspoort en/of een gsm en/of een rijbewijs), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [Slachtoffer 1] en/of [Slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [Slachtoffer 1] en/of [Slachtoffer 2] en/of [Slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) daartoe
- ( hard) tegen een deur van een woning (gelegen aan de [Straatnaam] ) geduwd, terwijl hij/zij daarbij een of meerdere vuurwapen(s) vasthad(den) en/of
- daarbij die [Slachtoffer 2] naar achteren getrokken en/of
- ( daarbij en/of vervolgens) met een (automatisch) vuurwapen een of meer kogel(s) afgevuurd door de deur en/of langs de deur en/of door een open deur van die woning, alwaar op dat moment [Slachtoffer 2] en/of [Slachtoffer 3] zich bevonden (welke kogel(s) in elk geval in die woning terecht is/zijn gekomen en/of in de zeer directe nabijheid van die [Slachtoffer 2] en/of [Slachtoffer 3] ) en/of
- met een (automatisch) vuurwapen een of meer kogel(s) in de hals/nek/rug en/of het lichaam van [Slachtoffer 1] geschoten
welk feit de dood van die [Slachtoffer 1] tengevolge heeft gehad;
art 312 lid 3 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 8 april 2018 te Breda ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [Slachtoffer 2] en/of [Slachtoffer 3] van het leven te beroven, hebbende
verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet daartoe
- ( hard) tegen een deur van een woning (gelegen aan de [Straatnaam] ) geduwd, terwijl hij/zij daarbij een of meerdere vuurwapen(s) vasthad(den) en/of
- daarbij die [Slachtoffer 2] naar achteren getrokken en/of
- ( daarbij en/of vervolgens) met een (automatisch) vuurwapen (meerdere) kogel(s) afgevuurd door de deur en/of langs de deur en/of door een open deur van die woning, alwaar op dat moment [Slachtoffer 2] en/of [Slachtoffer 3] zich bevonden (welke kogel(s) in elk geval in die woning terecht is/zijn gekomen en/of in de zeer directe nabijheid van die [Slachtoffer 2] en/of [Slachtoffer 3] ,
terwijl de uitvoering van dit voorgenomen misdrijf niet is voltooid
welke vorenomschreven poging doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten diefstal met geweld in vereniging van een hoeveelheid hennep en/of hash en/of een tas (met inhoud waaronder een paspoort en/of een gsm en/of een rijbewijs)
en welke poging doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 288 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 08 april 2018 te Breda tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (grote) hoeveelheid hennep en/of hash en/of een tas (met inhoud waaronder een paspoort en/of een gsm en/of een rijbewijs), in elk geval enig goed, dat
geheel of ten dele aan [Slachtoffer 1] en/of [Slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [Slachtoffer 1] en/of [Slachtoffer 2] en/of [Slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te
maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers heeft verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) daartoe
- ( hard) tegen een deur van een woning (gelegen aan de [Straatnaam] ) geduwd, terwijl hij/zij daarbij een of meerdere vuurwapen(s) vasthadden en/of
- daarbij die [Slachtoffer 2] naar achteren getrokken en/of
- ( daarbij en/of vervolgens) met een (automatisch) vuurwapen (meerdere) kogel(s) afgevuurd door de deur en/of langs de deur en/of door een open deur van die woning, alwaar op dat moment [Slachtoffer 2] en/of [Slachtoffer 3] zich bevonden (welke kogel(s) in elk geval in die woning terecht is/zijn gekomen en/of in de zeer directe nabijheid van die [Slachtoffer 2] en/of [Slachtoffer 3] en/of
- met een (automatisch) vuurwapen een of meer kogel(s) in de hals/nek/rug en/of het lichaam van [Slachtoffer 1] geschoten
welk feit de dood van die [Slachtoffer 1] tengevolge heeft gehad;
art 312 lid 3 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
9 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1: Medeplegen van doodslag, vergezeld door een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en gemakkelijk te maken;
feit 2: Medeplegen van een poging tot doodslag, vergezeld door een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en gemakkelijk te maken;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van twaalf jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
[Naam 8]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [Naam 8] van € 2.800,-, ter zake van materiële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 8 april 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen.
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij ter zake van proceskosten heeft gemaakt, te weten € 17,94;
- wijst de gevorderde proceskosten voor het overige af en bepaalt dat voor die overige kosten, de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [Naam 8] (feit 1), € 2.800,- te betalen en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 8 april 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door 38 dagen gijzeling, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- verklaart de benadeelde partij [Naam 7] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen proceskosten dragen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [Slachtoffer 2] van € 1.800, waarvan € 300,- ter zake van materiële schade en € 1.500,- ter zake van immateriële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 8 april 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen.
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [Slachtoffer 2] (feit 2), € 1.800,- te betalen en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 8 april 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door 28 dagen gijzeling, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Kralingen, voorzitter, mr. Van der Linden en mr. Hoekstra, rechters, in tegenwoordigheid van mr. De Jonge, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 29 januari 2020.