4.3.2
Bewijsmiddelen
4.3.2.1 Betrokkenheid verdachte
De rechtbank zal hieronder eerst de betrokkenheid van verdachte bij voornoemde namen, telefoonnummers en/of domeinnamen beoordelen.
Verdachte heeft bij de politie en/of ter terechtzitting verklaard dat hij zich op Marktplaats heeft voorgedaan als koper en dat hij daarbij de namen [naam 5] , [naam 6] , [naam 17] , [naam 18] en [naam 19] heeft gebruikt. Verder is het telefoonnummer [telefoonnummer 1] van hem en heeft hij ook gebruik gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Ook de domeinnamen [website 2] en [website 1] zijn van hem.1
Op 3 juli 2019 zijn tijdens een doorzoeking in de woning van verdachte onder andere vier mobiele telefoons (een roze, grijze, blauwe en zwarte), een iPad en een computer aangetroffen en inbeslaggenomen2. Verdachte heeft verklaard dat de inbeslaggenomen telefoons, iPad en computer van hem zijn.3
Telefoonnummer [telefoonnummer 1]
In de roze iPhone zat een simkaart behorende bij het telefoonnummer [telefoonnummer 1]4. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat dit zijn telefoonnummer is. Uit historische bevraging van dit telefoonnummer bleek dat dit telefoonnummer tussen 4 februari en 4 juli 2019 in gebruik is geweest5. Uit onderzoek aan de telefoon is gebleken dat aan de Apple ID twee e-mailadressen waren gekoppeld, te weten [e-mail address 2] en [e-mail address 1]6. Hierover heeft verdachte verklaard dat dit zijn e-mailadressen zijn7.
Telefoonnummer [telefoonnummer 2]
Op 3 februari 2019 kreeg [naam 20] via Marktplaats een bericht van een persoon die zich [naam 5] noemde. Hij was geïnteresseerd in een door haar aangeboden goed. Nadat zij haar telefoonnummer had gegeven benaderde hij haar via WhatsApp met telefoonnummer [telefoonnummer 2] .8 Verdachte heeft bekend dat hij degene is geweest die [naam 20] heeft benaderd en een betaallink heeft gestuurd en dus gebruik maakte van dit telefoonnummer9.
Telefoonnummer [telefoonnummer 3]
Uit een historische bevraging van het IMEI nummer van de grijze iPhone bleek dat dit telefoonnummer in dit toestel is gebruikt van 28 tot en met 31 mei 201910. Uit onderzoek bleek dat op de telefoon [e-mail address 3] als Apple ID was ingesteld11. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de naam [naam 21] heeft verzonnen12. Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij de telefoon ongeveer drie maanden voor zijn aanhouding tweedehands heeft gekocht13.
Grijze iPhone
Verdachte heeft verklaard dat hij deze telefoon drie maanden voor zijn aanhouding (op 3 juli 2019) tweedehands heeft gekocht14. Op deze iPhone stonden WhatsApp gesprekken waarin de eigenaar van de telefoon zichzelf [naam 5] noemt. In de periode van 2 juni tot 3 juli 2019 zijn 294 gesprekken gevoerd met verschillende personen naar aanleiding van Marktplaatsadvertenties waarin [naam 5] een aangeboden goed wil kopen.15
iPad
Uit onderzoek aan de onder verdachte inbeslaggenomen iPad kwam naar voren dat de fakewebsite [website 1] op 14 juni 2019 tien keer is bezocht16.
Domeinnamen/websites
Tijdens onderzoek aan de onder verdachte inbeslaggenomen computer werden tussen de e-mailberichten drie e-mails aangetroffen waaruit bleek dat [e-mail address 2] een domein had geregistreerd:
- -
op 5 januari 2019 domein [website 2] ;
- -
op 9 maart 2019 domein [website 1] ;
- -
op 23 maart 2019 domein [website 7] .17
Uit onderzoek aan de roze iPhone is gebleken dat in de periode van 28 april 2019 tot 1 juli 2019 onder andere de webadressen [website 5] en [website 1] regelmatig zijn bezocht. Dit betreffen fakewebsites.18 Verdachte heeft verklaard dat hij de domeinnaam [website 1] en [website 2] heeft gekocht19. Aangeefster [naam 20] heeft verklaard dat zij op 3 februari 2019 van een persoon die zich [naam 5] [naam 19] noemde een betaallink via [website 2] heeft ontvangen20. Verdachte heeft verklaard dat hij haar die link heeft toegestuurd21.
Conclusie
Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen kan de conclusie worden getrokken dat verdachte in de tenlastegelegde periode gebruik heeft gemaakt van de telefoonnummers [telefoonnummer 5] [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3] en de websites [website 5] , [website 2] en [website 1] Verdachte heeft naar eigen zeggen gebruik gemaakt van een criminele infrastructuur. Hij zat in een telegram-chatgroep en iedereen uit die groep kon volgens verdachte vrijelijk gebruik maken van de gegevens die daar ter beschikking werden gesteld. De bewering van verdachte dat ook anderen van de door hem gebruikte telefoonnummers, domeinnamen, emailadressen en websites gebruik maakten heeft verdachte echter niet aannemelijk weten te maken, terwijl het wel op zijn weg had geleden om dat wel te doen. De rechtbank concludeert daarom op grond van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, dat verdachte in de tenlastegelegde periode de eigenaar en gebruiker was van voornoemde telefoonnummers, domeinnamen, e-mailadressen en websites.
4.3.2.2 De aangevers
De bewijsmiddelen zullen hieronder per aangever weergegeven worden, in chronologische volgorde.
[naam 22]
Op 2 januari 2019 kreeg hij via Marktplaats een reactie op een door hem aangeboden goed van een persoon die zich [naam 16] noemde. Zijn telefoonnummer is [telefoonnummer 2] . Een dag later nam hij weer contact op. Hij wilde het aangeboden goed kopen voor de vraagprijs. Hij verzocht aangever € 0,01 over te maken en stuurde een link. Aangever heeft geprobeerd € 0,01 over te maken. Vervolgens kreeg hij een nieuwe link, omdat de eerdere link verkeerd zou zijn. Aangever heeft € 0,01 overgemaakt. Zijn telefoon liep vast en na herstarten kreeg hij een app van de koper dat Marktplaats een storing had. Omstreeks 22:15 uur werd aangever door iemand van de bank gebeld met de mededeling dat er verdachte transacties van zijn rekening plaatsvonden.22 Er zouden bitcoins in het buitenland worden aangekocht. Ook is er € 102,49 afgeschreven met als omschrijving beltegoed.nl23. In totaal is er een bedrag van € 1.100,00 afgeschreven.24 Uit onderzoek is gebleken dat bij de aankoop bij beltegoed.nl het e-mailadres [e-mail address 1] is gebruikt25. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat dit zijn e-mailadres is26.
[naam 23]
Op 18 januari 2019 ontving aangever via WhatsApp een bericht van telefoonnummer [telefoonnummer 2] met de naam [naam 5] [naam 17] . Zij zijn een prijs overeengekomen voor een door aangever op Marktplaats aangeboden goed. Vervolgens verzocht [naam 5] aangever om 1 cent te sturen ter controle van zijn bankrekening. Hij ontving een link die afkomstig leek te zijn van de [bank 1] . Aangever heeft deze link aangeklikt en € 0,01 overgemaakt.
’s Avonds werd hij gebeld door iemand van de [bank 2] met de mededeling dat hij slachtoffer was geworden van oplichting. Er was € 240,00 van zijn rekening afgeschreven.27
[naam 20]
Op 3 februari 2019 kreeg aangeefster via Marktplaats een reactie van [naam 5] [naam 19] op een door haar aangeboden goed. Nadat zij het eens waren over de prijs en verzendkosten vroeg deze [naam 5] het telefoonnummer van aangeefster en ging het gesprek verder via WhatsApp. [naam 5] maakte gebruik van het nummer [telefoonnummer 2] . Hij vroeg haar € 0,01 over te maken en stuurde een link via [website 2] . Aangeefster heeft de link geprobeerd te openen maar kreeg een foutmelding. Omdat zij het niet vertrouwde heeft haar moeder naar de [bank 1] gebeld. Op dat moment bleek dat werd geprobeerd om geld van haar rekening te halen door iemand die ‘ [naam 24] ’ gebruikte als naam.28 Zij had die dag een melding gekregen van de [bank 1] dat zij haar toestel ‘ [naam 24] ’ had geregistreerd via de Mobiel Bankieren app29. Verdachte heeft verklaard dat de roze iPhone de naam [naam 24] had30. Hij heeft voorts bekend dat hij heeft geprobeerd geld van de rekening van [naam 20] te halen, maar dat is mislukt31.
[naam 15]
Op 3 februari 2019 ontving zij een WhatsApp bericht van telefoonnummer [telefoonnummer 2] . De persoon stelde zich voor als [naam 5] . Hij vroeg aangeefster om één cent te betalen zodat hij kon verifiëren dat het legitiem was. Zij kreeg een link van [website 2] . Zij heeft deze link aangeklikt en één cent betaald. De persoon zei niets te hebben ontvangen en zij heeft het nog enkele malen herhaald. Zij heeft screenshots gemaakt om aan te tonen dat zij het bedrag overschreef zoals verzocht. De persoon reageerde steeds agressiever in zijn berichten. Een dag later werd aangeefster gebeld door iemand van de afdeling fraude van de [bank 1] . Er was de dag er voor twee keer geprobeerd om € 5.000,00 van haar rekening af te schrijven. Het was niet gelukt omdat de persoon geen code kreeg.32
[naam 25]
Op 10 februari 2019 vroeg ene [naam 5] aangeefster € 0,01 te betalen zodat hij kon zien dat zij geen oplichter was. Hierna zou hij het overeengekomen bedrag voor het door haar op Marktplaats aangeboden goed overmaken. [naam 5] heeft het betaalverzoek via WhatsApp gestuurd ( [website 2] ). [naam 5] maakte gebruik van het nummer [telefoonnummer 2] . Vervolgens is al het geld dat op haar rekening stond, te weten € 40,00, afgeschreven.33
[naam 13]
Op 9 juni 2019 reageerde een persoon die zich voorstelde als [naam 6] via Marktplaats op een door aangeefster aangeboden goed. Het contact is eerst via Marktplaats verlopen en nadat zij een prijs inclusief verzendkosten waren overeengekomen, via WhatsApp. [naam 6] maakte gebruik van het nummer [telefoonnummer 3] . Omdat [naam 6] in het verleden was opgelicht vroeg hij aangeefster € 0,01 te betalen via Tikkie ( [website 1] ) om haar rekening te verifiëren. Zij heeft toen via Tikkie € 0,01 betaald. Daarvoor moest zij gegevens invoeren met haar [bank scanner] . De website zag er echt uit. [naam 6] liet weten dat de transactie was mislukt en stuurde een nieuwe tikkie. Aangeefster heeft opnieuw alle handelingen om € 0,01 over te maken uitgevoerd. Anderhalf uur later kreeg zij een melding van de bank dat er een toestel voor online bankieren was geregistreerd. Aangeefster heeft daar niets mee gedaan. Later zag zij dat er geld was overgeschreven van de rekening van haar dochter naar de rekening van haar en haar man. Zij heeft direct de bank gebeld en toen bleek dat iemand zich toegang tot hun rekening had verschaft. In totaal is er voor € 1.875,43 euro afgeschreven.34
[naam 7]
Op 10 juni 2019 kreeg aangeefster via Marktplaats een bericht van een persoon die zich [naam 6] noemde. Hij was geïnteresseerd in een door haar aangeboden goed. Het gesprek is na enige tijd verder gegaan via WhatsApp. Het nummer waarmee [naam 6] reageerde was [telefoonnummer 3] . [naam 6] vroeg haar € 0,01 over te maken, zodat hij haar rekeningnummer kreeg en wist dat zij geen oplichter was. Hij stuurde een betaallink via [website 8] Hij heeft haar twee keer een betaalverzoek gestuurd. Aangeefster heeft deze link geopend. Zij kwam op de site van [bank 2] . Hier heeft zij haar inlognaam, wachtwoord en pasnummer ingevuld. Zij kreeg daarop een TAN-code toegestuurd. Later kreeg zij een bericht dat de koop niet doorging. Toen zij op 12 juni 2019 een betaalverzoek wilde doen bleek haar rekening geblokkeerd. Later die dag werd zij gebeld door iemand van de [bank 2] fraude helpdesk dat er mogelijk frauduleuze afschrijvingen hadden plaatsgevonden van haar rekening. Er was twee keer € 102,49 afgeschreven naar [website 9] en € 101,51 naar [website 10] .35 Uit onderzoek is gebleken dat bij de aankoop bij [website 9] het e-mailadres [e-mail address 2] is gebruikt36. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat dit zijn e-mailadres is37.
[naam 8]
Op 12 juni 2019 kreeg zij via Marktplaats een bericht van een persoon die zich [naam 6] noemde. Hij was geïnteresseerd in een door haar aangeboden goed dat hij voor de vraagprijs wilde overnemen. De communicatie verliep via WhatsApp. Het telefoonnummer van [naam 6] is [telefoonnummer 3] . [naam 6] vroeg haar € 0,01 over te maken en stuurde een betaallink via [website 1] ter verificatie van haar identiteit. Een dag later werd zij gebeld door iemand van de [bank 3] die haar meedeelde dat zij vermoedelijk het slachtoffer was geworden van internetoplichting. Er was € 120,00 van haar rekening afgeschreven.38
[naam 11]
Op 14 juni 2019 kreeg aangever van een persoon die zich [naam 6] noemde een bericht op Marktplaats dat hij een door aangever aangeboden goed wilde kopen. [naam 6] heeft het telefoonnummer van aangever gevraagd en zij zijn verder gegaan via WhatsApp. [naam 6] maakte gebruik van nummer [telefoonnummer 3] . [naam 6] vroeg aan aangever of hij € 0,01 wilde overmaken en stuurde een betaalverzoek met een marktplaatslogo. Aangever heeft € 0,01 overgemaakt. [naam 6] stuurde vervolgens een bericht dat het verzoek verlopen was en stuurde een nieuw verzoek via [website 1] . Aangever heeft wederom € 0,01 overgemaakt. Op 15 juni 2019 kreeg aangever een bericht van de [bank 2] en bleek dat er diverse bedragen, in totaal € 2.302,65, waren afgeschreven bij diverse bedrijven in Amsterdam.39
[naam 9]
Op 16 juni 2019 kreeg zij via Marktplaats een bericht van een persoon die zich [naam 6] noemde. Hij wilde een door haar aangeboden goed kopen voor de vraagprijs plus verzendkosten. [naam 6] vroeg haar telefoonnummer en het gesprek is voortgezet via WhatsApp. [naam 6] maakte gebruik van het nummer [telefoonnummer 3] . Hij wilde weten of het rekeningnummer wel van aangeefster was omdat hij in het verleden zou zijn opgelicht. Hij vroeg haar € 0,01 over te maken en stuurde een link via [website 1] . Zij heeft deze link geopend en kwam op de website ‘onlinebetaalplatform’, dat later een kopie bleek te zijn van de echte website. Zij heeft ingelogd met de gebruikersnaam en wachtwoord behorende bij haar [bank 2] -rekening. Vervolgens heeft zij haar bankpasnummer, rekeningnummer, de vervaldatum van de bankpas en haar geboortedatum ingevuld. Zij kreeg via een sms-bericht een TAN-code en heeft deze ingevuld. [naam 6] stuurde via WhatsApp dat hij per ongeluk het verzoek had ingetrokken en zij heeft de stappen herhaald waarna zij een Apple Pay code kreeg. Deze heeft zij niet gebruikt. [naam 6] vroeg haar het nog een keer te proberen. Zij heeft wederom de stappen herhaald en deze keer de Apple Pay code wel ingevoerd. Omdat zij het niet vertrouwde heeft zij gebeld met de blokkadelijn van de [bank 2] en is haar privérekeningnummer geblokkeerd. Van de medewerker heeft zij gehoord dat door de dader een mobiel internetbankieren app is aangemaakt met een iPhone X. De volgende dag constateerde zij dat er acht afschrijvingen hadden plaatsgevonden van de ‘en/of’-rekening, te weten geldopnames van telkens € 500,00 en betalingen in winkels.40
[naam 14]
Op 16 juni 2019 kreeg aangeefster van een persoon genaamd [naam 6] een bericht via Marktplaats. Hij had interesse in een door aangeboden goed en wilde dit overnemen. [naam 6] stuurde haar een betaallink om 1 cent over te maken, omdat hij in het verleden was opgelicht en zeker wilde weten dat het veilig was. Aangeefster heeft 1 cent overgemaakt. Op 17 juni 2019 zag aangeefster dat er verschillende afschrijvingen van honderden euro’s van haar rekening waren gedaan. In totaal is er voor € 4.969,99 afgeschreven. Uit de WhatsApp gesprekken tussen aangeefster en [naam 6] blijkt dat [naam 6] gebruik maakte van het nummer [telefoonnummer 3] . De betaallink betrof [website 1] .41
[naam 12]
Op 2 juli 2019 kreeg zij via Marktplaats een bericht van een persoon die zich [naam 5] noemde. Hij was geïnteresseerd in een door haar aangeboden goed. Nadat zij een prijs waren overeengekomen is het verdere contact via WhatsApp gelopen. Het telefoonnummer dat [naam 5] gebruikte was [telefoonnummer 3] .
Zij heeft hem haar rekeningnummer gestuurd zodat hij het geld kon overmaken. [naam 5] vroeg haar vervolgens € 0,01 te betalen, zodat hij wist dat het haar rekeningnummer was. Hij stuurde een link via [website 5] . Zij heeft deze link geopend en het leek alsof zij op de website van de [bank 2] kwam. Zij heeft haar gebruikersnaam en wachtwoord ingevuld en daarna ook de TAN-code die zij per sms-bericht kreeg. Vervolgens kreeg zij een bericht van de [bank 2] om zo snel mogelijk contact op te nemen omdat er een verdachte transactie was gezien. Er bleek € 102,49 afgeschreven te zijn naar [naam 26] onder vermelding van [website 9] .42 Uit onderzoek is gebleken dat bij de aankoop bij [website 9] het e-mailadres [e-mail address 3] is gebruikt43. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat dit zijn e-mailadres is44.
4.3.2.3 Verdachte
Verdachte heeft verklaard dat hij via Telegram een phishingwebsite heeft gekocht. Als hij een betaallink had aangemaakt en de verkoper ging akkoord, stuurde hij de link naar de verkoper. De verkoper klikte op de link en vulde zijn inloggegevens in. De verkoper werd vervolgens naar een nepwebsite doorgestuurd waarop zij hun kaartgegevens moesten invullen. Verdachte koppelde deze gegevens aan zijn iPhone. Hij gebruikte hiervoor zijn roze of grijze iPhone. De verkoper kreeg vervolgens een TAN-code, welke verdachte invulde in de mobiel internetbankieren app van de [bank 2] . Daarna kon verdachte bij de bankrekeningen van de verkopers.45
4.3.2.4 Bewijsoverwegingen ten aanzien van feiten 1, 2 en 3
Uit het vorenstaande volgt dat in de tenlastegelegde periode bij aangevers met succes door middel van “phishing” is gezocht naar inloggegevens, waarna met behulp van die inloggegevens op hun bankrekeningen is binnengedrongen en - met uitzondering van de zaken [naam 15] en [naam 20] - van die bankrekeningen geld is weggenomen.
Feit 2 en 3
Dat verdachte degene is geweest die de oplichting en diefstal heeft gepleegd, concludeert de rechtbank op grond van de volgende omstandigheden. Op basis van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, in onderling samenhang bezien, overweegt de rechtbank dat verdachte (in ieder geval) in de periode van 2 januari 2019 tot februari 2019 de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] was. Daarnaast zijn in alle zaken in deze periode naast het telefoonnummer ook andere identificerende gegevens aanwezig, zoals het e-mailadres van verdachte, de door de koper gebruikte naam [naam 5] en/of de betaallink die leidt naar een door verdachte geregistreerde domeinnaam.
De raadsman stelt zich op het standpunt dat de zaak [naam 15] slechts een poging betreft en derhalve niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. De rechtbank is van oordeel dat, hoewel verdachte geen geldbedrag heeft kunnen wegnemen door het snelle handelen van aangeefster, hij zich wel heeft voorgedaan als serieuze koper en haar heeft bewogen haar (inlog)gegevens in te voeren op een phishingwebsite. De diefstal van een geldbedrag is in deze zaak niet aan hem tenlastegelegd.
Met betrekking tot de zaken in juni en juli 2019 overweegt de rechtbank als volgt. De stelling van verdachte dat hij in de grijze iPhone alleen het telefoonnummer [telefoonnummer 2] heeft gebruikt vindt geen steun in het technisch bewijs. Immers, uit onderzoek aan de grijze iPhone is gebleken dat een simkaart met telefoonnummer [telefoonnummer 3] in de periode van 28 tot en met 31 mei 2019 is gebruikt in die telefoon. Verdachte heeft verklaard dat hij deze telefoon ongeveer drie maanden voor zijn aanhouding op 3 juli 2019 tweedehands heeft gekocht en dat hij die telefoon gebruikte. Anders dan de simkaarten, leende hij de telefoon niet uit. Daarmee kan dus worden vastgesteld dat verdachte ook het telefoonnummer [telefoonnummer 3] heeft gebruikt. Dat het telefoonnummer daarna niet meer in de grijze iPhone is gebruikt, betekent naar het oordeel van de rechtbank niet dat verdachte de simkaart met dit telefoonnummer niet in een ander telefoontoestel kan hebben gebruikt. De stelling van verdachte dat hij simkaarten met derden heeft uitgewisseld vindt geen steun in het dossier.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ten aanzien van de aangevers [naam 22] , [naam 23] , [naam 1] , [naam 13] , [naam 7] , [naam 8] , [naam 11] , [naam 9] , [naam 14] en [naam 12] de onder 2 en 3 tenlastegelegde feiten heeft gepleegd en met betrekking tot [naam 15] en [naam 20] het onder 2 tenlastegelegde feit.
Feit 1
Uit het hiervoor overwogene vloeit voort dat verdachte zich op verschillende momenten in de tenlastegelegde periode de toegang heeft verschaft tot de bankrekeningen van de hiervoor genoemde aangevers met gebruikmaking van hun inloggegevens. Daarmee is verdachte binnengedrongen in een (deel van een) geautomatiseerd werk, namelijk de beveiligde internetbankierenomgeving van de [bank 2] bank, de [bank 1] bank en de [bank 3] . Hij heeft dat gedaan met inloggegevens tot het gebruik waarvan hij niet bevoegd was en door zich voor te doen als een geautoriseerde gebruiker, dus is sprake van een valse sleutel en een valse hoedanigheid. De rechtbank acht daarmee ook het onder 1 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Partiële vrijspraak medeplegen
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting onvoldoende aanknopingspunten blijken dat verdachte ten aanzien van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten samen met een ander of anderen heeft gehandeld. De rechtbank zal hem daarom zonder nadere motivering vrijspreken van dat deel van de tenlastelegging.
Partiële vrijspraak met betrekking tot bepaalde aangevers/zaken
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat de zaken waarin de koper de naam ‘ [naam 4] ’ of ‘ [naam 4] ’ gebruikte, te weten de zaken ten aanzien van [naam 1] , [naam 3] en [naam 2] , niet wettig en overtuigend bewezen zijn, zodat verdachte ten aanzien van deze aangevers in alle tenlastegelegde feiten zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
Eendaadse samenloop
De verdediging stelt zich op het standpunt dat sprake is van eendaadse samenloop dan wel voorgezette handeling.
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van eendaadse samenloop van feit 1 en feit 2 en van feit 2 en feit 3. Met de oplichtingen en de diefstallen pleegde verdachte telkens ook computervredebreuk. Daarmee is telkens sprake van een zodanig samenhangend, zich op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex, dat de verdachte daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt. Anders dan de verdediging heeft bepleit, is de rechtbank van oordeel dat feit 3 geen voortgezette handeling is van feit 2, omdat aan de oplichtingen enerzijds en de diefstallen anderzijds meerdere wilsbesluiten van verdachte ten grondslag liggen.