3.1
[verzoeker] heeft een verzoek gedaan om ten laste van HLN een billijke vergoeding toe te kennen. Hij stelt dat het Uwv ten onrechte toestemming heeft verleend om zijn arbeidsovereenkomst op te zeggen. De functie van [verzoeker] is immers niet komen te vervallen en de verhuizing van de onderneming van Raamsdonksveer naar Maastricht staat een correcte invulling van die functie niet in de weg. [verzoeker] kan vanuit zijn huis of een andere locatie dan het hoofdkantoor werken. Bovendien waren er voldoende andere functies binnen de groep, waar HLN toe behoort, om [verzoeker] te herplaatsen. Voorts heeft HLN het Uwv onjuist voorgelicht, nu zij heeft aangegeven dat de functie van [verzoeker] “Algemeen Administratief Bediende” was, terwijl de functie van [verzoeker] feitelijk breder was. Hij beschikt immers over specialistische kennis aangaande ISO-certificeringen en verrichtte aanvullende werkzaamheden als schadebehandelaar, HR-medewerker en KAM-coördinator (Kwaliteit, Arbeidsomstandigheden en Milieu). Bovendien heeft HLN een reële vestiging in Nederland nodig om een NIWO-vergunning te krijgen. Daar is op dit moment geen sprake meer van. HLN heeft feitelijk de orderportefeuille van haar rechtsvoorgangster overgenomen en de onderneming vervolgens uitgehold. Ook is niet ingezet op omscholing of bijscholing van [verzoeker] .
3.2
[verzoeker] voert vervolgens aan dat HLN dermate ernstig verwijtbaar heeft gehandeld dat er thans geen mogelijkheid meer is tot een vruchtbare samenwerking, zodat herstel van de arbeidsovereenkomst niet meer aan de orde is. Het ernstig verwijtbaar handelen van HLN volgt uit het volgende:
- [verzoeker] heeft op 5 juni 2019 een auto-ongeval had gehad, waarna hij zich arbeidsongeschikt moest melden. De tegenpartij van [verzoeker] bij dat auto-ongeluk was een grote klant van HLN, zodat [verzoeker] een grote druk vanuit HLN heeft ervaren om een regeling te treffen;
- heeft HLN zonder enige waarschuwing of aankondiging vooraf [verzoeker] bericht, dat zijn arbeidsovereenkomst zou komen te eindigen en dat het kantoor in Raamsdonksveer zou sluiten. [verzoeker] moest direct zijn sleutels inleveren, hem werd de toegang ontzegd en het kantoor werd ten tijde van de mededeling al leeggehaald;
- op of omstreeks 11 december 2019 heeft HLN voor de eerste maal toestemming aan het UWV gevraagd om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Deze aanvraag is, gelet op de arbeidsongeschiktheid van [verzoeker] , ingetrokken;
- HLN heeft vanaf dat moment geen medewerking meer verleend aan de re-integratie van [verzoeker] . Dit heeft uiteindelijk geleid tot een door het Uwv opgelegde loonsanctie;
- HLN heeft tot drie maal toe toestemming gevraagd aan het Uwv om de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] op te zeggen. Op of omstreeks 22 maart 2021 is voor de tweede maal toestemming aan het UWV gevraagd om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Toestemming is op dat moment geweigerd, omdat niet kon worden vastgesteld dat [verzoeker] al arbeidsgeschikt was. Nadat [verzoeker] zich hersteld had gemeld heeft HLN op 12 april 2022 opnieuw toestemming aan het UWV gevraagd de arbeidsovereenkomst op te mogen zeggen. Het UWV heeft op dit verzoek toestemming verleend en de arbeidsovereenkomst is per 1 september 2022 opgezegd;
- de hiervoor omschreven werkwijze van HLN heeft bij hem tot stress en verdriet
geleid.
3.3
De hoogte van de verzochte billijke vergoeding is deels gebaseerd op de spanningen en het verdriet dat HLN door haar handelen heeft veroorzaakt. Daarbij komt dat de positie van [verzoeker] op de arbeidsmarkt door zijn leeftijd, de onderbreking van zijn carrière en zijn medische situatie niet goed is, zodat [verzoeker] verwacht minimaal twee jaar nodig te hebben om een passende functie te vinden. Tot slot wordt het recht op een WW-uitkering verminderd, doordat [verzoeker] daar thans een beroep op moet doen. Hij acht een vergoeding van € 88.259,74, ter hoogte van 1,5 jaar loon inclusief vakantiegeld, redelijk.