2.1
Bij de beoordeling van het geschil gaat de kantonrechter uit van het volgende:
a. Vanaf 22 juli 2019 is [eiseres01] op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst geweest van de firma [bedrijf01] te [plaats01] .
De eigenaresse van [bedrijf01] is op 7 juni 2022 overleden.
[eiseres01] en Zorgbruggen zijn met ingang van [datum01] 2022 een arbeidsovereenkomst voor de duur van 7 maanden aangegaan.
De functie van [eiseres01] volgens die arbeidsovereenkomst was ‘Teamregisseur (i.o.)’.
Aanvankelijk bedroeg de arbeidsduur 28 uren per week. Met ingang van 1 juli 2022 werd een werkweek van 36 uren overeengekomen.
In de ochtend van donderdag 15 september 2022 heeft [eiseres01] zich bij Zorgbruggen ziek gemeld.
Ook op 15 september 2022 schreef [eiseres01] in een e-mail aan directeur [naam01] van Zorgbruggen het volgende:
“
Ik heb vanochtend telefonisch contact met jou gehad over hoe ik me op moment voel de druk is veel te hoog werk, thuis ,afspraken ik kan het niet meer aan daarom wil ik mijn ontslag indienen ik voel aan mezelf dat ik eronder door ga, en dat mag niet gebeuren ik vond het fijn om bij jullie te werken , maar sommige afspraken die in juli zijn toegezegd daar is tot op heden nog niks mee gebeurd , en ik ben echt wel iemand van de afspraken daarom heb ik daar een probleem mee dat afspraken niet worden nagekomen en ik begrijp zeker dat alles tijd nodig heeft om het te doen. Maar sommige dingen die maanden verkeerd zijn en niet worden opgelost na zo veel keren aangegeven te hebben. Ik kan dit niet meer aan te veel druk voor mij lichamelijk en geestelijk. Ik wil jou hartelijk bedanken voor wat je voor mij hebt gedaan en mij een tijdelijk contract heb aangeboden en voor de fijne samenwerking. Graag hoor ik nog van jou . hoe we dit netjes en correct gaan afhandelen.
”
Bij brief van 19 september 2022 schreef de medewerkster personeelszaken aan [eiseres01] :
“
Hierbij bevestigen wij jouw schriftelijke opzegging van 15 september 2022. Telefonisch heeft u ook aangegeven dit per direct in te willen laten gaan en wij hebben dit geaccepteerd. (…)
Alle bedrijfsmiddelen dienen binnen een week (…) ingeleverd te worden bij de afdeling HR. (…)
”
i. Diezelfde dag reageerde [eiseres01] in een e-mail als volgt:
“
Jij geeft in de beëindiging aan dat ik telefonisch heb bevestigd per direct dit is niet het geval ik ben afgelopen vrijdag gebeld door [naam01] met een voorstel dat ik 3 dagen 24 uur naar Tilburg kan gaan om daar in de wijk te gaan werken , maar heb hem ook gezegd dat ik volgens mij niet duidelijk genoeg was door de grote werkdruk was ik geneigd om ontslag te nemen en dit was de laatste kans die ik kreeg en daar over moest nadenken en vandaag daarop moest terug komen. Maar hij belde mij zelf vanmiddag wat ik had beslist en hij vertelde mij dat hij met jou ging overleggen wat jullie gingen doen. Maar het is duidelijk nu voor mij en wil ook een afspraak maken om jullie spullen terug te geven ik hoor wel van jou wanneer je tijd hebt.
”
Nadat op verzoek van [eiseres01] het moment waarop de eigendommen van Zorgbruggen konden worden teruggegeven was gewijzigd en Zorgbruggen met tegenzin instemde met tweede verzoek tot wijziging van [eiseres01] , schreef [eiseres01] op 22 september 2022 :
“
Laat de afspraak maar morgen doorgaan want ik wil het ook afhandelen (…).
”
[eiseres01] is ziek uit dienst gemeld en heeft vanaf 19 september 2022 recht op een uitkering op grond van de Ziektewet.