[verzoekster01] verzoekt – na een gedeeltelijke eiswijziging tijdens de mondelinge behandeling – om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
I. een dag vast te stellen waarop deze zaak ter terechtzitting wordt behandeld;
II. alsdan de tussen [verzoekster01] en [verweerder01] bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens de daarvoor aangevoerde omstandigheden die maken dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen;
III. in rechte vast te stellen dat [verweerder01] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld in de zin van artikel 7:671c lid 2 onder b BW;
IV. [verweerder01] te veroordelen tot betaling aan [verzoekster01] van de transitievergoeding ten bedrage van € 31.199,67 bruto, zoals vermeld onder randnummer 6.12 van het verzoekschrift, dan wel een transitievergoeding zoals door de kantonrechter in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot aan de dag der algehele voldoening;
V. [verweerder01] te veroordelen tot betaling aan [verzoekster01] van een billijke vergoeding ten bedrage van € 200.000,00, zoals vermeld onder randnummer 6.15 van het verzoekschrift, dan wel een billijke vergoeding door de kantonrechter in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot aan de dag der algehele voldoening;
VI. [verweerder01] te veroordelen tot betaling aan [verzoekster01] van een schadevergoeding ten bedrage van € 13.465,11 bruto, zoals vermeld onder paragraaf 7 van het verzoekschrift, dan wel een bedrag door de kantonrechter in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
VII. [verweerder01] te veroordelen tot betaling aan [verzoekster01] van de wettelijke verhoging van 50% over het onder V. (de kantonrechter begrijpt: VI.) genoemde bedrag, dan wel een percentage door de kantonrechter naar billijkheid vast te stellen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
VIII. [verweerder01] te veroordelen tot betaling aan [verzoekster01] van een bedrag gelijk aan de opgebouwde, niet genoten 594,24 verlofuren, dan wel een bedrag door de kantonrechter in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid, door [verzoekster01] gesteld op de datum van onderhavig verzoekschrift tot aan de dag der algehele voldoening;
IX. [verweerder01] te veroordelen tot afgifte aan [verzoekster01] van correcte loonstroken en jaaropgaven over het tweede ziektejaar binnen een maand na het door de kantonrechter te wijzen vonnis op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag of dagdeel dat [verweerder01] hiermee in gebreke blijft;
X. [verweerder01] te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure, het salaris van de gemachtigde daaronder begrepen.