[eiser01] vordert – na eisvermeerdering tijdens de mondelinge behandeling – om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. Voor recht te verklaren dat [gedaagde01] aansprakelijk is voor alle
schade van [eiser01] die voortvloeit en nog zal voortvloeien uit het (te
vroeg) aansturen op een beëindiging van de arbeidsovereenkomst
met [eiser01] (waaronder de ontslagmededeling op 15 oktober 2020)
en/of de onvoldoende re-integratie inspanningen van [gedaagde01] ,
daaronder mede te verstaan de inkomensderving zijdens [eiser01] ;
b. [gedaagde01] te veroordelen tot betaling van de materiële schade,
bestaande uit de inkomensderving zijdens [eiser01] , nader op te maken
bij staat;
c. [gedaagde01] te veroordelen tot betaling van de immateriële schade
zijdens [eiser01] voor een bedrag ad € 10.000,- netto;
d. [gedaagde01] te veroordelen tot betaling van achterstallig loon aan
[eiser01] ten bedrage van € 2.182,29 bruto vanwege het niet betalen
van het loon over januari 2022, te vermeerderen met de maximale
wettelijke verhoging van 50% en vermeerderd met de wettelijke rente
ex artikel 6:119 BW vanaf 1 februari 2022;
e. [gedaagde01] te veroordelen tot betaling van achterstallig loon aan
[eiser01] ten bedrage van € 985,92 bruto vanwege het toepassen van
een loonstop in juli 2022, te vermeerderen met de maximale wettelijke
verhoging van 50% en vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel
6:119 BW vanaf 1 augustus 2022;
f. [gedaagde01] te veroordelen tot betaling van de (maximale)
wettelijke verhoging over het niet tijdig betaalde loon in de periode
19 november 2020 tot 26 januari 2021, te vermeerderen met de
wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 19 november 2020, althans
vanaf de dag dat het loon te laat is betaald aan [eiser01] .
g. [gedaagde01] te veroordelen in de kosten van deze procedure, het
salaris van de raadsman van [eiser01] daaronder begrepen,
vermeerderd met de wettelijke rente daarover met ingang van de
vijftiende dag na dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.