RECHTBANK
ZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10627135 VV EXPL 23-56
Vonnis in kort geding van 8 september 2023
[eiser01]
,
wonende te ( [postcode01] ) [plaats01] aan het [adres01] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser01] ,
gemachtigde: mr. R.G.M. Michels, advocaat te Veghel,
de besloten vennootschap Tristar Europe B.V.
,
gevestigd en kantoorhoudende te (5048 AV) Tilburg aan het adres Swaardvenstraat 65,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Tristar Europe,
gemachtigde: mr. W. van Grieken, advocaat te ‘s-Hertogenbosch.
2
De feiten
Tussen partijen staat het volgende vast:
- -
Tristar Europe exploiteert een groothandel in kleine elektrische apparatuur (small domestic appliances of SDA);
- -
[eiser01] werkt sinds 8 oktober 2018 bij Tristar Europe op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, fulltime, als ‘ [functie01] ’. Voordat [eiser01] bij Tristar Europe in dienst trad was [eiser01] werkzaam als ‘ [functie02] ’ bij EDCO Eindhoven B.V. (verder: EDCO);
- -
Action is een belangrijke klant van Tristar Europe;
- -
in de arbeidsovereenkomst tussen partijen van 15 december 2020 is (onder andere) opgenomen:
“(…)
15. Geheimhoudingsplicht
15.1
Werknemer erkent dat hem door Werkgever geheimhouding is opgelegd ten aanzien van alle bijzonderheden betreffende of verband houdende met de onderneming van Werkgever en/of de aan Werkgever gelieerde ondernemingen waarvan Werkgever direct of indirect (een deel van) de aandelen houdt. Onder deze door Werkgever aan Werknemer opgelegde geheimhouding valt onder meer alle informatie omtrent de bedrijfsvoering binnen de onderneming van Werkgever en/of aan Werkgever gelieerde ondernemingen waarvan Werkgever direct of indirect (een deel van) de aandelen houdt, in het bijzonder betreffende de door hen gehanteerde producten, door hen ontwikkelde producten, door hen gehanteerde prijzen en kortingen alsmede alle informatie omtrent de zakelijke betrekkingen van de onderneming van Werkgever en van aan Werkgever gelieerde ondernemingen waarvan Werkgever direct of indirect (een deel van) de aandelen houdt. De plicht tot geheimhouding betreft daarnaast ook algemeen al datgene wat met de onderneming van Werkgever en/of van aan Werkgever gelieerde ondernemingen waarvan Werkgever direct of indirect (een deel van) de aandelen houdt, te maken heeft, waarvan Werknemer de vertrouwelijkheid redelijkerwijs had kunnen of behoren te begrijpen. Het is Werknemer verboden, een en ander behoudens de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van Werkgever, zowel gedurende de looptijd van het dienstverband alsook na het einde van het dienstverband, op enigerlei wijze aan derden, direct of indirect, in welke vorm of op welke wijze dan ook, mededelingen te doen over alle voornoemde bijzonderheden betreffende of verband houdende met de onderneming van Werkgever en/of aan Werkgever gelieerde ondernemingen waarvan Werkgever direct of indirect (een deel van) de aandelen houdt. (…)
18. Non-concurrentiebeding, relatiebeding en aftroggelbeding
18.1
Het is Werknemer, tenzij de directie van Werkgever Werknemer daartoe voorafgaand schriftelijk uitdrukkelijk toestemming heeft verleend, verboden gedurende een periode van 12 maanden na het einde van het dienstverband zelf in enigerlei vorm een onderneming, gelijksoortig of aanverwant aan de onderneming van Werkgever en/of aan Werkgever gelieerde ondernemingen waarvan Werkgever direct of indirect (een deel van) de aandelen houdt, te drijven, mede te drijven, te doen of te laten drijven, direct of indirect, of financieel in welke vorm dan ook bij een dergelijke onderneming belang te hebben of hierbij anderszins betrokken te zijn. Het is werknemer eveneens verboden om voor een dergelijke gelijksoortige of aanverwante onderneming aan de onderneming van Werkgever en/of aan Werkgever gelieerde ondernemingen waarvan Werkgever direct of indirect (een deel van) de aandelen houdt op enigerlei wijze - tegen vergoeding of om niet, in loondienst of anderszins - werkzaam te zijn. Als voorbeelden van een gelijksoortige of aanverwante onderneming die onder meer vallen onder dit verbod kunnen worden genoemd de ondernemingen die expliciet worden genoemd in de als bijlage aan deze overeenkomst gehechte lijst. De lijst behelst uitdrukkelijk geen uitputtende opsomming van ondernemingen die onder het verbod vallen.
Bij overtreding en/of niet nakoming door Werknemer van het bovenstaand bepaalde is Werknemer ten behoeve van Werkgever een direct opeisbare boete verschuldigd ter hoogte van € 10.000,- per overtreding en € 1.000,- boete per dag voor iedere dag dat de overtreding voortduurt. (…)
18.2
Het is Werknemer, tenzij de directie van Werkgever Werknemer daartoe voorafgaand schriftelijk uitdrukkelijk toestemming heeft verleend, verboden gedurende een periode van 12 maanden na het einde van het dienstverband op enigerlei wijze relaties van Werkgever en/of aan Werkgever gelieerde indirect (een deel van) de aandelen houdt, te benaderen, hiermee contact te onderhouden en/of hiervoor op enigerlei wijze - direct of indirect - werkzaamheden, tegen vergoeding of om niet, te verrichten en/of zakelijke betrekkingen met deze relaties aan te gaan
of te onderhouden. Onder relaties van Werkgever en/of aan Werkgever gelieerde ondernemingen waarvan Werkgever direct of indirect (een deel van) de aandelen houdt, waarvoor dit verbod geldt worden verstaan, klanten en/of leveranciers en/of fabrikanten van Werkgever en/of aan Werkgever gelieerde ondernemingen waarvan Werkgever direct of indirect (een deel van) de aandelen houdt, waar gedurende de 24 maanden voor afgaand aan het einde van het dienstverband, producten aan zijn verkocht c.q. producten van zijn betrokken en/of andersoortige zakelijke transacties mee zijn gedaan en/of een andersoortige zakelijke samenwerking mee is aangegaan of waarmee Werkgever en/of aan haar gelieerde ondernemingen op het moment van de beëindiging van het dienstverband hieromtrent in gesprek zijn. Werkgever zal Werknemer uiterlijk binnen 14 dagen na het einde van het dienstverband een lijst verschaffen van de relaties die op het moment van beëindiging van het dienstverband onder dit verbod vallen. (…)
Non-concurrentiebeding
Voorbeelden van ondernemingen die vallen onder het in de arbeidsovereenkomst opgenomen non-concurrentiebeding zijn onder meer:
- (…)
- Edco Eindhoven B.V. (…)
Het betreft de specifiek bovenstaand genoemde ondernemingen met inbegrip van de aan deze ondernemingen gelieerde ondernemingen, doch uitsluitend indien en voor zover deze gelieerde ondernemingen gelijke of aanverwante activiteiten ontplooien als Werkgever. (…)”
;
- -
bij brief van 12 april 2023 heeft Tristar Europe het tussen partijen gevoerde gesprek schriftelijk bevestigd. In voornoemd gesprek heeft Tristar Europe aan [eiser01] medegedeeld dat zijn arbeidsplaats komt te vervallen – kort gezegd – wegens bedrijfseconomische omstandigheden. [eiser01] is vanaf dat moment vrijgesteld van zijn werkzaamheden. Dientengevolge had hij ook geen toegang meer tot de systemen van Tristar Europe;
- -
[eiser01] is vervolgens een vaststellingsovereenkomst aangeboden. Onderdeel van die vaststellingsovereenkomst was een beperking van de voornoemde lijst met concurrenten. EDCO stond ook op de verkorte lijst. [eiser01] heeft de vaststellingsovereenkomst getekend;
- -
[eiser01] heeft vervolgens binnen de bedenktermijn ontbonden omdat hij in dienst kan treden bij EDCO die hem de functie van [functie02] voor Action heeft aangeboden en heeft aan Tristar Europe gevraagd of het non-concurrentiebeding voor wat betreft EDCO buiten toepassing kan blijven;
- -
op 23 mei 2023 heeft Tristar Europe [eiser01] erop gewezen dat indiensttreding bij EDCO onbespreekbaar is voor haar. Zij ziet EDCO als concurrent, omdat zij soortgelijke producten als Tristar Europe levert aan onder meer Action, de grootste klant van Tristar Europe. [eiser01] beschikt in haar ogen over veel bedrijfsinformatie van Tristar Europe, zodat zij om haar bedrijfsdebiet te beschermen hem houdt aan zijn concurrentiebeding;
- -
Tristar Europe heeft een ontslagvergunning aangevraagd voor [eiser01] bij het UWV. De ontslagvergunning is op 6 juli 2023 verleend;
- -
op 13 juli 2023 heeft Tristar Europe de arbeidsovereenkomst met [eiser01] opgezegd per 1 september 2023. In de brief wordt medegedeeld dat de postcontractuele bedingen onverkort van kracht blijven;
- -
op 22 augustus 2023 heeft de heer [eiser01] , [functie03] bij Tristar Europe, het volgende verklaard:
“ [eiser01] was bij ons [functie01] en met zijn team verantwoordelijk voor de productgroepen safety en lighting. (rookmelders, Co melders en verlichting). Daarnaast was hij voor het merk Tristar verantwoordelijk voor de categorieën klimaat (airco’s, ventilatoren, kachels) en barbecues Voor al
deze categorieën waren zijn belangrijkste accounts Action (50% van de totale omzet), andere klanten waren o.a. Aldi, Dirk van de Broek, Vomar, Makro, SHI, en deels Bol.com. (…)
In zijn functie van [functie01] had hij volledig zicht op al onze inkoopprijzen, calculaties, kostenstructuren en de fabrieken waar we onze producten laten produceren. Daarnaast is hij volledig op de hoogte van de werkprocessen en onze strategieën.
Om ervoor te zorgen dat deze informatie niet bij onze concurrenten terecht komt en door hen zodanig gebruikt kan worden dat onze belangen worden geschaad, hebben we met [eiser01] een concurrentiebeding opgesteld, waar hij ook mee heeft ingestemd. Het concurrentiebeding is ruim omschreven aangezien onze belangen geschaad kunnen worden als [eiser01] bij een van de bedrijven gaat werken die zich in dezelfde markt bevindt.
De markt is immers krap. Er zijn diverse aanbieders en het is belangrijk om het juiste product tegen de scherpste prijs te kunnen leveren en onze klanten te kunnen behouden.
Edco is (…) onze grootste concurrent op het gebied van klimaat en elektrische apparaten bij Action en een groot aantal andere klanten. Met hen concurreren we in
nagenoeg alle productgroepen waarin wij actief zijn. Dat zij ook andere productgroepen verkopen, maakt dat niet anders.
Op het gebied van de elektrische keukenapparatuur en klimaat artikelen zijn we specialist en is onze bedrijfsvoering volledig afhankelijk van deze categorieën. (het gaat om 85% van de totale omzet). Doordat de kennis en informatie die [eiser01] heeft tegen ons gebruikt kan worden bestaat het gevaar dat we tenders gaan verliezen. Dit maakt ons bedrijf kwetsbaar. Edco heeft veel te winnen aangezien zij minder specialist zijn dan Smartwares omdat zij zich ook richten op een groot aantal nadere productgroepen.
Bovendien kunnen zij - al dan niet tijdelijk - via de contacten en informatie waarover [eiser01] beschikt, de producten voor een lagere prijs aanbieden om dan zo de markt over te nemen. (…)”
.
3
Het geschil
3.1.
[eiser01] vordert – samengevat – te bepalen dat het tussen partijen geldende concurrentiebeding (artikel 18.1 van de arbeidsovereenkomst) geheel buiten toepassing dient te blijven, zodat Tristar Europe geen beroep toekomt op dat beding en het bijbehorende boetebeding, op straffe van verbeurte van een dwangsom, met veroordeling van Tristar Europe in de proceskosten, de nakosten en de wettelijke rente over de proceskosten.
3.2.
[eiser01] stelt dat Tristar Europe rechtens geen belang heeft bij haar beroep op het concurrentiebeding. Voorafgaande aan het dienstverband bij Tristar Europe werkte [eiser01] al voor EDCO in het segment ‘non-electric household & toys’. EDCO levert hoofdzakelijk goederen in dat segment. Het segment SDA vormt maar een heel klein percentage (rond de 1%) van de omzet van EDCO. Er is dan ook haast geen sprake van concurrentie tussen de beide bedrijven. Bij de overstap van [eiser01] naar Tristar Europe heeft EDCO [eiser01] dan ook niet gehouden aan zijn concurrentiebeding. EDCO heeft [eiser01] thans aangeboden weer in dienst te treden als ‘ [functie02] ’ voor de klant Action. Zowel Tristar Europe als EDCO leveren aan Action, maar EDCO levert met name goederen uit het segment ‘non-electric household & toys’. [eiser01] zal zich in zijn nieuwe functie ook enkel op dat segment gaan richten, zodat hij geen concurrerende activiteiten gaat verrichten richting Tristar Europe. Bij EDCO is er al een accountmanager SDA voor de Action. Daarbij is EDCO bereid te garanderen dat [eiser01] niet betrokken zal worden bij de verkoop van SDA goederen aan Action. Daarbij is [eiser01] gebonden aan zijn geheimhoudingsbeding, zodat hij bedrijfsgevoelige informatie niet kan doorspelen aan EDCO. Op grond van het concurrentiebeding kan [eiser01] echter niet in dienst treden bij EDCO, zodat hij onbillijk wordt benadeeld. EDCO heeft hem immers een positieverbetering aangeboden met een salarisverhoging van 25%. Tot slot wijst [eiser01] op de huidige ontwikkelingen in de politiek, waarin een voornemen is genomen het gebruik van concurrentiebedingen drastisch in te perken. In dat kader is ook van belang dat het initiatief de arbeidsovereenkomst te beëindigen niet bij [eiser01] ligt, maar bij Tristar Europe. Het spoedeisend belang is gelegen in het feit dat [eiser01] van plan is om zo snel mogelijk na 1 september 2023 in dienst te treden bij EDCO.
3.3.
Tristar Europe voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser01] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser01] , met veroordeling van [eiser01] in de proceskosten.
3.4.
Allereerst betwist Tristar Europe dat er sprake is van een spoedeisend belang van [eiser01] bij zijn vorderingen, zodat de vorderingen moeten worden afgewezen. Het aanbod van EDCO ligt er al sinds mei 2023, zodat het voor de hand ligt dat EDCO bereid is te wachten tot het moment dat het concurrentiebeding niet meer geldt. Daarbij is de arbeidsmarkt gunstig en is [eiser01] nog jong, zodat hij in iedere andere sector nagenoeg direct aan de slag kan. De toewijzing van de vordering kan bovendien er niet toe leiden dat hij in dienst kan treden bij EDCO, nu [eiser01] op grond van het relatiebeding niet aan Action mag leveren.
3.5.
Daarnaast voert zij aan dat [eiser01] in zijn functie bij Tristar Europe contact had met klanten, inzicht had in de leveranciers van Tristar Europe en toegang tot alle systemen en gegevens van Tristar Europe, zodat hij de toegang had tot een grote hoeveelheid bedrijfsgevoelige informatie. Deze informatie ziet onder andere op relaties met fabrikanten, andere leveranciers en vervoerders, die Tristar Europe in de loop der jaren heeft opgebouwd. Dit is informatie die voor EDCO van belang kan zijn. EDCO is niet voor niets opgenomen op de lijst met concurrenten. Zij is een stuk groter dan Tristar Europe, zodat SDA voor haar een klein percentage is van haar omzet, maar dat neemt niet weg dat zij één van de grootste concurrenten is van Tristar Europe. EDCO kan juist nog veel groeien in het segment SDA, zodat de kennis van [eiser01] daarbij kan helpen. Niet van belang is of [eiser01] zelf binnen het segment SDA gaat werken, nu EDCO, ook als hij niet in dat segment gaat werken, nog gebruik kan maken van zijn kennis op het gebied van SDA. De gestelde garantieverklaring en toezegging vanuit EDCO zijn niet onderbouwd door [eiser01] . Voor zover die er zijn, geeft dat al aan dat EDCO [eiser01] graag in dienst wil nemen. Daarnaast is gesteld dat [eiser01] nog een substantiële positieverbetering is toegezegd. Hoewel deze stelling niet is onderbouwd, zou dit betekenen dat een substantiële positieverbetering krijgen, terwijl hij in een lagere functie komt te werken dan bij Tristar Europe. Tristar Europe kan zich dus niet aan de indruk onttrekken dat EDCO andere bedoelingen heeft met [eiser01] . Te meer, nu al is gevraagd om een lijst van SDA goederen, waaraan [eiser01] niet zou mogen gaan werken bij EDCO. Het geheimhoudingsbeding is onvoldoende bescherming, nu dit niet wegneemt dat [eiser01] gebruik kan maken van zijn kennis (zonder dit te moeten bespreken binnen EDCO). Het belang van Tristar Europe dient, gelet op het voorgaande, de doorslag te geven in de onderhavige zaak, zodat de vorderingen dienen te worden afgewezen.
3.6.
Op het verweer van Tristar Europe voert [eiser01] aan dat EDCO al levert aan Action, zodat EDCO ook zonder zijn kennis kan concurreren met Tristar Europe. Het relatiebeding is een zwakkere vorm van het concurrentiebeding, zodat, als de vorderingen met betrekking tot het concurrentiebeding worden toegewezen, het relatiebeding hetzelfde lot treft. De kantonrechter kan dit meenemen in haar beoordeling. [eiser01] had het relatiebeding niet opgenomen in zijn vorderingen, omdat Tristar Europe daar voorafgaand aan de mondelinge behandeling geen beroep op is gedaan. Met betrekking tot Action is het ook niet reëel een beroep te doen op het relatiebeding. Action heeft immers heel veel leveranciers en Tristar Europe en EDCO zijn voor Action maar kleine spelers. Zij kunnen naast elkaar blijven leveren aan Action. Als [eiser01] in een andere branche zou gaan werken, heeft hij minder waarde voor zijn toekomstige werkgever. Hij kent deze markt en de spelers op de markt. Hij kan dan ook het beste op deze markt worden ingezet. Bij EDCO gaat hij als [functie02] aan de slag en stuurt hij daarnaast een team aan, zodat de toegezegde positieverbetering verklaarbaar is. Tot slot voert hij aan dat hij al sinds 12 april 2023 geen kennis meer heeft van mogelijk bedrijfsgevoelige informatie van Tristar Europe. De markt verandert zo snel, zodat de kennis van voor 12 april 2023 niet meer relevant is voor EDCO. Iedereen kan contact opnemen met relaties van Tristar Europe en de recentere informatie opvragen.
4
De beoordeling
4.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of [eiser01] ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
4.2.
Voldoende is onderbouwd dat [eiser01] een spoedeisend belang heeft bij zijn vordering. Hij heeft op dit moment geen werk en kan, als zijn vorderingen worden toegewezen, per direct aan het werk bij EDCO. Het feit dat het aanbod van EDCO er al sinds mei 2023 ligt is onvoldoende om tot een ander oordeel te leiden, nu uit de correspondentie volgt dat [eiser01] eerst getracht heeft er buitengerechtelijk met Tristar Europe uit te komen. Het is niet onbegrijpelijk dat EDCO die onderhandelingen en nadien de uitkomst van deze zaak wil afwachten. Daaruit volgt niet zonder meer dat EDCO bereid is te wachten met het in dienst nemen van [eiser01] tot het concurrentiebeding niet meer geldt. Het spoedeisend belang ligt dan ook besloten in de aard van de zaak, zodat [eiser01] ontvankelijk is in zijn vorderingen.
4.3.
Het meest verstrekkende verweer van Tristar Europe is dat [eiser01] , ook als zijn vorderingen worden toegewezen, geen belang heeft bij zijn vorderingen, nu hij gebonden blijft aan het relatiebeding. Hij is van plan in dienst te treden bij EDCO, waarbij hij [functie02] van Action, een zeer belangrijke klant van Tristar Europe, zal worden. Gelet op het tussen partijen geldende relatiebeding is dit niet toegestaan.
4.4.
Uit de dagvaarding en de toelichting op de mondelinge behandeling volgt dat de vorderingen van [eiser01] betrekking hebben op het non-concurrentiebeding, artikel 18.1 van de arbeidsovereenkomst. In dit kort geding komt [eiser01] niet op tegen artikel 18.2 arbeidsovereenkomst dat betrekking heeft op het relatiebeding. De kantonrechter zal dan ook hiervan uitgaan. Dit heeft [eiser01] erkend, maar hij voert aan dat als het non- concurrentiebeding wordt geschorst Tristar Europe niet gerechtvaardigd een beroep op het relatiebeding kan doen. Daarbij geeft [eiser01] aan dat de reden dat Tristar Europe het non-concurrentiebeding niet wil schorsen de klant Action is. Dat het om Action gaat kenmerkt volgens [eiser01] beide bedingen.
4.5.
De kantonrechter kan de stelling van [eiser01] niet volgen. Hij vordert enkel het concurrentiebeding buiten toepassing te stellen, omdat hij bij EDCO, een concurrent van Tristar Europe, wil werken. Hij vordert niet om schorsing van het relatiebeding en heeft op de mondelinge behandeling ook geen eiswijziging ingediend. De kantonrechter is niet bevoegd meer toe te wijzen dan is gevorderd, zodat, ook als het non-concurrentiebeding zou worden geschorst, het relatiebeding (voorlopig) geldig blijft. Het feit dat het relatiebeding niet eerder zou zijn genoemd door Tristar Europe doet aan het voorgaande niet af. Partijen hebben dit beding immers afgesproken en dat is in beginsel geldig, zoals op 13 juli 2023 ook al aan [eiser01] is bericht toen Tristar Europe meldde dat alle postcontractuele bedingen blijven gelden.
4.6.
Het voorgaande leidt er in beginsel toe dat er weinig belang is bij de onderhavige vorderingen. Zoals hiervoor overwogen neemt dit echter niet weg dat [eiser01] , als hij gelijk zou krijgen in deze procedure, ook een procedure aanhangig zou kunnen maken met betrekking tot het relatiebeding. Het is niet onaannemelijk dat in die procedure dezelfde stellingen en weren door partijen worden gevoerd en het relatiebeding uiteindelijk hetzelfde lot treft als het non-concurrentiebeding. De kantonrechter ziet daarin dan ook aanleiding de vorderingen verder inhoudelijk te behandelen, zij het dat deze in deze procedure, zoals hiervoor al is overwogen, enkel kunnen zien op het non-concurrentiebeding.
Het non-concurrentiebeding:
4.7.
Vooropgesteld wordt dat een non-concurrentiebeding bedoeld is om het bedrijfsdebiet (de opgebouwde knowhow en goodwill) van de werkgever te beschermen. Het beding is niet bedoeld om werknemers te binden, of om te bewerkstelligen dat een werknemer pas na betaling van een vergoeding kan vertrekken. Het enkele feit dat een werknemer in de uitoefening van zijn functie kennis en ervaring heeft opgedaan, betekent nog niet dat de werkgever bij het vertrek van die werknemer, ook niet bij vertrek naar een concurrent, in zijn bedrijfsdebiet wordt aangetast op zodanige wijze dat dit bescherming verdient. Dat een werknemer bij zijn vertrek kennis en ervaring die is opgedaan bij zijn werkgever meeneemt is immers inherent aan zijn vertrek.
4.8.
Tussen partijen staat vast dat het non-concurrentiebeding schriftelijk is overeengekomen in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een meerderjarige werknemer. Aan de eisen van artikel 7:653 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek is voldaan, zodat sprake is van een rechtsgeldig overeengekomen concurrentiebeding. Niet is gesteld of gebleken dat het concurrentiebeding niet zwaarder is gaan drukken op [eiser01] .
4.9.
Het is [eiser01] uitgaande van het overeengekomen non-concurrentiebeding en de daarbij opgenomen lijst met ondernemingen verboden om werkzaam te zijn voor EDCO. [eiser01] verzoekt om gehele of gedeeltelijke schorsing van het concurrentiebeding, waarbij hij stelt dat verwacht mag worden dat in een bodemprocedure zal worden beslist dat het concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk zal worden vernietigd. Op grond van de wet kan de kantonrechter het concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk vernietigen indien in verhouding tot het te beschermen belang van Tristar Europe, [eiser01] door dat beding onbillijk wordt benadeeld (artikel 7:653 lid 3 BW). Voorop wordt gesteld dat een dergelijk beding naar zijn aard bezwarend is voor een uit dienst tredende werknemer, omdat deze daardoor wordt beperkt in zijn mogelijkheden om met de persoonlijk door hem verworven kennis en ervaring in zijn levensonderhoud te voorzien.
4.10.
Met betrekking tot de voornoemde belangenafweging staat tussen partijen vast dat EDCO ook daadwerkelijk een concurrent is van Tristar Europe. Ook staat tussen partijen vast dat [eiser01] in zijn functie bij Tristar Europe de toegang had tot bedrijfsgevoelige informatie. Tot slot staat vast dat zowel Tristar Europe en EDCO SDA goederen verkopen aan Action, waarbij door [eiser01] niet is weersproken dat de verkoop aan Action een groot deel van de omzet van Tristar Europe vertegenwoordigd en dat Action een grote klant van haar is.
4.11.
[eiser01] wijst vervolgens op het feit dat SDA een klein deel van de omzet van EDCO vertegenwoordigt, hij zich daar bij EDCO niet mee bezig zal gaan houden en hij thans enkel nog over verouderde informatie van Tristar Europe beschikt, zodat hij geen noemenswaardige concurrentie kan veroorzaken aan Tristar Europe. In dat verband wijst hij er ook op dat EDCO [eiser01] wel heeft vrijgesteld van zijn concurrentiebeding om over te stappen naar Tristar Europe. Deze stellingen kan de kantonrechter niet volgen. Tristar Europe verkeert in een hele andere positie dan EDCO toen [eiser01] bij Tristar Europe ging werken. Tussen partijen staat vast dat Tristar Europe onder druk staat. Dat is immers de reden dat de arbeidsplaats van [eiser01] is komen te vervallen. Vervolgens staat vast dat Tristar Europe voor haar bestaansrecht grotendeels afhankelijk is van de verkoop aan Action. Voor EDCO was dit anders, nu zij een grote speler is in een ander segment. Dit neemt niet weg dat het voor de hand ligt dat zij wil groeien in het SDA segment. Tussen partijen staat vast dat zij thans al een beperkte rol bij Action als het gaat om SDA goederen, waarbij er een kleine overlap is met de door Tristar Europe geleverde goederen, zodat zij daarin altijd nog kan groeien. De vrees van Tristar Europe dat zij daarmee uit de markt kan worden geconcurreerd is niet onbegrijpelijk, ongeacht hoe sterk haar merken zijn. EDCO is voor een groot deel van haar omzet afhankelijk van inkomsten uit het andere segment, zodat zij het zich kan veroorloven tijdelijk verlies te draaien in het SDA segment om de concurrentie voor te zijn. Tristar Europe heeft dan ook een groot belang bij de instandhouding van het concurrentiebeding. De stellingen van [eiser01] , dat hij juist in het andere segment gaat werken, kan niet tot een ander oordeel leiden, nu dit zijn kennis in het SDA segment niet wegneemt. EDCO kan hier gebruik van gaan maken, ook al zou hij zich niet gaan bezig houden met SDA goederen.
4.12.
Het geheimhoudingsbeding geeft onvoldoende bescherming, omdat daar omheen kan worden gehandeld. Daarbij is in het voortraject tussen partijen besproken of [eiser01] ook kon worden ingezet in het SDA segment. Uiteindelijk is hieruit voortgekomen, aldus [eiser01] , dat EDCO heeft aangegeven bereid te zijn te garanderen dat [eiser01] niet betrokken zal worden bij de verkoop van SDA goederen aan Action, maar deze garanties zijn niet onderbouwd. Daarnaast heeft [eiser01] ter mondelinge behandeling aangegeven dat hij vooral waardevol is in deze markt, omdat hij de markt en de spelers kent. Dit geldt ook voor het SDA segment, zodat dit hem extra waardevol maakt voor EDCO.
4.13.
Aan de kant van [eiser01] speelt vervolgens dat Tristar Europe het initiatief heeft genomen de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Het voorgaande ontneemt haar echter niet haar recht een beroep te doen op het concurrentiebeding. Voorts heeft [eiser01] gesteld dat hem een positieverbetering is aangeboden, maar deze stelling is door hem niet onderbouwd. Daar komt bij dat onbetwist door Tristar Europe is gesteld dat [eiser01] in andere branches werkzaam kan zijn en dat de arbeidsmarkt op dit moment, met betrekking tot dergelijke functies, gunstig is. Tot slot is de geldingsduur van het concurrentiebeding (12 maanden) een gebruikelijke termijn en is het concurrentiebeding in zoverre beperkt dat het enkel om de lijst met ondernemingen gaat en gelijksoortige ondernemingen. [eiser01] heeft dan ook onvoldoende gesteld en onderbouwd om de belangenafweging in zijn voordeel te laten uitkomen.
4.14.
De gestelde ontwikkelingen in de politiek zijn tot slot onvoldoende om tot een ander oordeel te komen. Er is thans nog geen wetsvoorstel opgesteld. Het gaat enkel nog om overdenkingen van de Minister. Niet kan thans worden beoordeeld of en in hoeverre de besproken wijzigingen daadwerkelijk worden doorgevoerd.
4.15.
Het voorgaande leidt ertoe dat de vorderingen worden afgewezen.
4.16.
[eiser01] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Tristar Europe vastgesteld op een bedrag van € 529,00 aan gemachtigdensalaris.