Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBZWB:2024:2852

Rechtbank Zeeland-West-Brabant
25-04-2024
02-05-2024
10980055 VV EXPL 24-24 (E)
Arbeidsrecht
Bodemzaak

Werkgever heeft een deel van het loon van werknemer ingehouden, omdat volgens werkgever werknemer heeft verzuimd zaken in te leveren. Werknemer vordert in kort geding betaling van het ingehouden deel van het loon. Die vordering wordt afgewezen. Het bestaan van de vordering van werknemer is niet voldoende aannemelijk geworden om in kort geding op de toewijzing daarvan vooruit te lopen. Er zijn aanwijzingen dat werknemer heeft verzuimd alle zaken in te leveren. Voor een aantal zaken is nader onderzoek en bewijslevering op zijn plaats.

Rechtspraak.nl
VAAN-AR-Updates.nl 2024-0627
AR-Updates.nl 2024-0627

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Bergen op Zoom

Zaaknummer: 10980055 \ VV EXPL 24-14

Vonnis in kort geding van 25 april 2024

in de zaak van

[werknemer] ,

te [plaats 1] ,

eisende partij in conventie,

verwerende partij in reconventie,

hierna te noemen: [werknemer] ,

gemachtigde: mr. L.A.J.M.P. Leijdekkers,

tegen

TROPICALIA BEVERAGES INDUSTRIES B.V.,

te Bergen op Zoom,

gedaagde partij in conventie,

eisende partij in reconventie,

hierna te noemen: Tropicalia,

gemachtigde: mr. E.F. Gomes.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 19 maart 2024 met producties 1 tot en met 12;

- de akte aankondiging conclusie van eis in reconventie met producties 1 tot en met 15b;

- de e-mail van mr. Leijdekkers van 10 april 2024 met productie 13;

- de mondelinge behandeling van 11 april 2024, alsmede de op de mondelinge behandeling door mr. Gomes overgelegde en voorgedragen spreekaantekeningen tevens conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie en de door mr. Leijdekkers overgelegde en voorgedragen pleitnota.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

2 De feiten

2.1.

[werknemer] is op 1 juli 2023 in dienst getreden van Tropicalia in de functie van [naam functie] . Tussen partijen bestaat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot en met 30 juni 2024.

2.2.

Op 17 november 2023 heeft [werknemer] zich ziek gemeld. Hij heeft vervolgens niet meer gewerkt bij Tropicalia.

2.3.

Bij brief van 30 november 2023 heeft Tropicalia [werknemer] verzocht om een notebook, een telefoon, kabels en sleutels van Tropicalia in te leveren. Bij brief van 25 januari 2024 heeft Tropicalia het verzoek aan [werknemer] herhaald.

2.4.

Tropicalia heeft vervolgens € 2.813,56 netto ingehouden op het loon van februari 2024 van [werknemer] . Bij e-mail van 29 februari 2024 heeft de gemachtigde van Tropicalia aan de gemachtigde van [werknemer] gemeld dat wanneer [werknemer] de sleutels, de notebook, de iPhone met simkaart en toebehoren van Tropicalia op haar kantoor inlevert, het ingehouden deel van het loon wordt betaald aan [werknemer] .

2.5.

Partijen hebben met elkaar gecorrespondeerd, maar zij hebben ter zake geen overeenstemming bereikt.

3 Het geschil

In conventie

3.1.

[werknemer] vordert bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Tropicalia te veroordelen tot betaling van:

  • -

    het ingehouden nettoloon van € 2.813,56, te vermeerderen met de wettelijke verhoging wegens te late betaling tot de dag van algehele voldoening;

  • -

    de wettelijke rente vanaf 19 februari 2024;

  • -

    de buitengerechtelijke incassokosten;

  • -

    Tropicalia in alle gevallen te veroordelen in de kosten van het geding, waaronder de noodzakelijke verschotten en het salaris van gemachtigde van [werknemer] , alsmede in de nakosten van € 132,00, voor zover deze ontstaan, met de bepaling dat als deze kosten niet binnen zeven dagen na het vonnis worden voldaan, daarover vanaf de achtste dag na het vonnis wettelijke rente is verschuldigd.

3.2.

[werknemer] legt het volgende ten grondslag aan zijn vordering. Tropicalia dient het overeengekomen loon te betalen. Zij is niet gerechtigd enig bedrag daarop in te houden. [werknemer] had sleutels en een simkaart van Tropicalia onder zich, maar die heeft hij bij brief van 4 maart 2024 aan Tropicalia geretourneerd. De notebook heeft hij enkel op kantoor van Tropicalia gebruikt. Die heeft hij op het kantoor van Tropicalia achtergelaten. Een iPhone heeft hij niet ontvangen van Tropicalia.

3.3.

Tropicalia voert verweer.

In reconventie

3.4.

Tropicalia vordert:

- [werknemer] primair te veroordelen tot betaling aan Tropicalia van € 10.000,00 op grond van verbeurde boetes overeenkomstig artikel 18 jo. artikel 9 lid 2 en 4 sub a en b jo. artikel 11 van de personeelsgids, althans;

- [werknemer] subsidiair te veroordelen tot betaling aan Tropicalia van € 2.561,63, bestaande uit € 655,82 excessieve telefoon/internetkosten en € 1.905,81 ter zake de iPhone en de notebook, en daarbij te bepalen dat de vorderingen van [werknemer] vooralsnog geacht worden teniet te zijn gegaan door de verrekening daarvan met de hogere vorderingen van Tropicalia op [werknemer] op grond van artikel 6:127 BW, althans;

- [werknemer] te veroordelen tot betaling van dat bedrag aan Tropicalia dat resteert te voldoen na verrekening van het bedrag tot betaling waarvan Tropicalia in conventie eventueel mocht worden veroordeeld aan [werknemer] te voldoen;

- in het geval [werknemer] niet binnen 14 dagen na betekening van het in deze door de kantonrechter te wijzen vonnis voormelde bedragen aan Tropicalia heeft voldaan, te bepalen dat [werknemer] daarover tevens de wettelijke rente per dag of gedeelte van een dag verschuldigd zal zijn tot de dag der algehele voldoening;

- met veroordeling van [werknemer] in de kosten van het geding, de kosten van de advocaat/gemachtigde en het griffierecht daaronder begrepen, en in de nakosten, beide te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en – voor het geval voldoening van de kostenveroordeling binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de kostenveroordeling vanaf bedoelde termijn tot aan de dag der algehele voldoening.

3.5.

Tropicalia legt het volgende ten grondslag aan haar vorderingen. Zij heeft sleutels, een simkaart, een notebook en een iPhone ter beschikking gesteld aan [werknemer] voor de uitvoering van zijn werkzaamheden. Toen [werknemer] ziek werd, was hij op grond van de personeelsgids gehouden om die zaken in te leveren bij Tropicalia. [werknemer] heeft enkel de sleutels ingeleverd. De simkaart, de notebook en de iPhone heeft hij niet ingeleverd. Daarnaast heeft [werknemer] in strijd met zijn verplichtingen in de personeelsgids gehandeld door de simkaart privé te gebruiken. Tropicalia maakt primair aanspraak op boetes vanwege het niet inleveren van de simkaart, de notebook en de iPhone en vanwege het privégebruik van de simkaart. Subsidiair maakt Tropicalia aanspraak op een schadevergoeding voor het verlies van de notebook en de iPhone, alsmede een vergoeding van de kosten voor het privégebruik van de simkaart.

3.6.

[werknemer] voert verweer.

In conventie en reconventie

3.7.

Op de standpunten van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

In conventie

4.1.

Voor toewijzing van een vordering in kort geding is vereist dat sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening nodig is. [werknemer] stelt, onweersproken, dat hij het ingehouden deel van het loon nodig heeft om in zijn levensbehoefte te voorzien. Daarmee is het spoedeisend belang van zijn vordering gegeven.

4.2.

In dit kort geding dient te worden beoordeeld of het bestaan van de vordering van [werknemer] voldoende aannemelijk is en dat het, mede gelet op de belangen van partijen over en weer, gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan in een bodemprocedure vooruit te lopen door het treffen van de gevorderde voorziening. Gelet op het karakter van een kort geding past daarbij geen uitgebreid onderzoek en is er geen plaats voor nadere bewijsvoering.

4.3.

Tussen partijen is in geschil of [werknemer] alle zaken die hij van Tropicalia in zijn bezit had, heeft ingeleverd. Indien [werknemer] dat niet heeft gedaan, is Tropicalia gerechtigd om, onder nadere voorwaarden, boetes en schadevergoeding te verrekenen met het loon van [werknemer] (artikel 7:632 BW).

4.4.

Tropicalia stelt dat [werknemer] heeft verzuimd de notebook, de iPhone en de simkaart in te leveren. Zij legt daarvoor over een lijst met inloggegevens waaruit volgens haar blijkt dat [werknemer] na zijn ziekte heeft ingelogd met de notebook vanuit zijn woning te [plaats 1] (productie 3 van Tropicalia). Volgens Tropicalia is inloggen op de notebook slechts mogelijk als men ook over de iPhone beschikt. Zij legt ook verklaringen van medewerkers over die verklaren dat [werknemer] een iPhone van Tropicalia in gebruik heeft genomen (productie 2 van Tropicalia). [werknemer] betwist dat gemotiveerd. Zij voert aan dat de inloggegevens geen inzicht geven in het gebruik van de apparatuur. Ook voert zij aan dat de verklaringen van de medewerkers niet juist zijn en niet betrouwbaar zijn, omdat die medewerkers afhankelijk zijn van Tropicalia.

4.5.

De kantonrechter overweegt dat in de lijst van inloggegevens staat dat er is ingelogd vanuit [plaats 1] . De kantonrechter leest daarin niet dat dit is gebeurd met de betreffende notebook en dat daarbij gebruik is gemaakt van de betreffende iPhone. Er staan tabellen met codes, maar zonder nadere toelichting, die ontbreekt, kan thans niet worden vastgesteld hoe die codes zich verhouden tot de notebook en de iPhone. Anderzijds wijzen de verklaringen van de medewerkers van Tropicalia er wel op dat [werknemer] de iPhone in zijn bezit heeft gehad. De omstandigheid dat het medewerkers van Tropicalia zijn en tussen hen en Tropicalia een mate van afhankelijkheid bestaat, betekent op zichzelf nog niet dat de verklaringen onbetrouwbaar zijn, zoals [werknemer] aanvoert. De heren [naam 2] en [naam 1] verklaren, onder meer:

“Om een eventueel lastige discussie zo vroeg in zijn dienstverband [kantonrechter: [werknemer] ’ dienstverband] te vermijden, hebben wij gehoor gegeven aan zijn verzoek [kantonrechter: [werknemer] ’ verzoek] en op 14 september 2023 heeft [naam 1] bij de [winkel] in [plaats 2] in nieuwe I-Phone 11 64 GB zwart met toebehoren gekocht.

Deze telefoon heeft hij op maandag 17 september aan [naam 2] overhandigd, die vervolgens de gesloten verpakking met toebehoren weer aan [werknemer] overhandigd heeft.

In de dagen hierop volgend, is door onderstaande personen meerdere keren gezien dat [werknemer] bezig was met het installeren van deze nieuwe I-Phone 11.

Ons extern ICT bedrijf [bedrijf] , Dhr. [naam 3] , heeft op 19 juli [werknemer] [kantonrechter: [werknemer] ] op afstand geïnstrueerd, hoe hij de thuiswerk app Duo moest installeren. Hiermee is aantoonbaar diverse keren vanuit huis ingelogd. Zie ook de verklaring omtrent de onafscheidelijke verbinding tussen I-Phone en notebook (mail van 16-02-2024).”

[werknemer] betwist dat het juist is wat [naam 2] en [naam 1] verklaren. Het is echter het woord van [werknemer] tegenover dat van [naam 2] en [naam 1] . Om na te gaan wie van hen de waarheid spreekt, is nader onderzoek en bewijslevering nodig, maar daarvoor is geen plaats in dit kort geding.

4.6.

Ten aanzien van de simkaart legt [werknemer] een foto over van de zaken die volgens hem op 4 maart 2024 per aangetekende brief naar Tropicalia zijn verzonden (productie 11 van [werknemer] ). Daartegenover voert Tropicalia aan dat zij de brief heeft ontvangen, maar dat bij de brief niet de simkaart zat. Zij legt daarvoor een foto (productie 11 van Tropicalia) en verklaringen van medewerkers (productie 12 van Tropicalia) over. Op de door [werknemer] overgelegde foto is een simkaart te zien. Dat bewijst echter nog niet dat hij die simkaart met de brief heeft verzonden en dat de simkaart vervolgens door Tropicalia is ontvangen.

4.7.

Gelet op het bovenstaande zijn er dus omstandigheden die een aanwijzing vormen dat [werknemer] heeft verzuimd om de simkaart in te leveren en voor het antwoord op de vraag wat er met de notebook en de iPhone is gebeurd, is nader onderzoek en bewijslevering op zijn plaats. Het bestaan van de vordering van [werknemer] is niet voldoende aannemelijk geworden om in dit kort geding vooruit te kunnen lopen op toewijzing daarvan in een bodemprocedure. De vordering van [werknemer] zal daarom worden afgewezen. Het geschil over het privégebruik van de simkaart door [werknemer] behoeft bij deze stand van zaken geen beoordeling.

4.8.

[werknemer] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Tropicalia worden begroot op:

- salaris gemachtigde

543,00

- nakosten

135,00

(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)

totaal

678,00

4.9.

De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

In reconventie

4.10.

In reconventie dient evengoed een spoedeisend belang voor de vorderingen aanwezig te zijn.

4.11.

Er is geen spoedeisend belang gesteld of gebleken voor Tropicalia’s primaire vordering tot betaling van boetes. Met betrekking tot de subsidiaire vordering tot betaling van een schadevergoeding stelt Tropicalia dat zij een pressiemiddel nodig heeft om afgifte van de notebook en de iPhone te verkrijgen. De kantonrechter volgt Tropicalia daarin niet. De subsidiaire vordering is niet gericht op afgifte van die zaken maar op een vergoeding van schade. Door middel van die vordering krijgt Tropicalia de zaken niet terug. Dat betekent dat het spoedeisend belang ontbreekt voor de reconventionele vorderingen. Die vorderingen zullen daarom worden afgewezen.

4.12.

Tropicalia is in reconventie in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [werknemer] worden begroot op:

- salaris gemachtigde

543,00

- nakosten

135,00

(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)

totaal

678,00

4.13.

Hoewel een vordering daartoe ontbreekt, zal de kantonrechter gelet op de omstandigheden van deze zaak de proceskostenveroordeling in reconventie op de voet van artikel 258 Rv ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5 De beslissing

De kantonrechter

In conventie

5.1.

wijst de vorderingen van [werknemer] af,

5.2.

veroordeelt [werknemer] in de proceskosten van € 678,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [werknemer] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,

5.3.

veroordeelt [werknemer] tot betaling van de wettelijke rente over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,

In reconventie

5.4.

wijst de vorderingen van Tropicalia af,

5.5.

veroordeelt Tropicalia in de proceskosten van € 678,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Tropicalia niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,

In conventie en reconventie

5.6.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.7.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. Borm en in het openbaar uitgesproken op 25 april 2024.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.