Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBZWB:2024:8189

Rechtbank Zeeland-West-Brabant
25-09-2024
18-12-2024
11064353 CV EXPL 24-1361
Verbintenissenrecht
Bodemzaak

Eiser heeft arbeidskrachten ter beschikking gesteld aan gedaagde en vordert nu betaling. Eiser heeft echter onvoldoende onderbouwd dat hij met gedaagde een vergoeding voor de reisuren van de arbeidskrachten is overeengekomen. De vordering van eiser wordt daarom afgewezen.

Rechtspraak.nl
VAAN-AR-Updates.nl 2024-1588
AR-Updates.nl 2024-1588

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Middelburg

Zaaknummer: 11064353 \ CV EXPL 24-1361

Vonnis van 25 september 2024

in de zaak van

[eiser] , H.O.D.N. [bedrijf van eiser],

te [plaats 1] ,

eisende partij,

hierna te noemen: [eiser] ,

gemachtigde: Juristu Incasso Juristen B.V.,

tegen

[gedaagde] B.V.,

te [plaats 2] ,

gedaagde partij,

hierna te noemen: [gedaagde] ,

in persoon.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 5 april 2024 met producties;
- het mondelinge antwoord en de schriftelijke toelichting daarbij;
- de conclusie van repliek met productie;
- de conclusie van dupliek.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiser] heeft op 31 mei en 1 juni 2023 twee arbeidskrachten ter beschikking gesteld aan [gedaagde] . Hiervoor heeft [eiser] op 30 juni 2023 een factuur van € 1.225,13 inclusief btw aan [gedaagde] verstuurd. [gedaagde] heeft € 816,75 betaald. De uiterlijke betalingstermijn van de factuur is verstreken op 30 juli 2023.

3 Het geschil en de beoordeling

3.1.

[eiser] vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 408,38, te vermeerderen met buitengerechtelijke incassokosten, rente en proceskosten.

3.2.

In deze zaak staat centraal of [gedaagde] op grond van de overeenkomst tussen partijen ook een vergoeding verschuldigd is voor de reistijd van de ter beschikking gestelde arbeidskrachten.

3.3.

Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan. In dit geval kan niet worden vastgesteld dat [eiser] en [gedaagde] overeenstemming hebben bereikt over de vergoeding van reisuren. Tussen partijen staat niet ter discussie dat [eiser] telefonisch contact heeft gehad met de heer [naam 1] , maar over de inhoud van dat telefoongesprek zijn partijen het niet eens. Zo heeft [eiser] verklaard dat hij tegen de heer [naam 1] heeft gezegd dat de arbeidskrachten reistijd hebben om op de locatie te komen en dat daar kosten voor in rekening gebracht zullen worden. Ook zou hij de heer [naam 1] te kennen hebben gegeven dat, als [gedaagde] om 17:00 uur een machinist wil bestellen die de volgende dag om 5:00 uur moet beginnen, daar kosten aan verbonden zijn. [gedaagde] zou daar geen bezwaar tegen hebben gemaakt. [gedaagde] betwist deze stellingen van [eiser] .

3.4.

Gelet op deze betwisting had het op de weg van [eiser] gelegen om zijn standpunt nader te onderbouwen, bijvoorbeeld door een schriftelijke vastlegging van de gemaakte afspraken te overleggen. Dit heeft [eiser] niet gedaan. [eiser] heeft slechts toegelicht dat het gebruikelijk is dat de reistijd van de ingeleende arbeidskracht(en) als werktijd in rekening wordt gebracht. Hij verwijst daarbij naar een factuur die hij in het verleden naar een andere klant van hem heeft verstuurd. Dit vermeende gebruik in de branche wordt door [gedaagde] echter weersproken en uit de factuur voor de andere klant blijkt alleen van een rekening gebracht kilometervergoeding, niet van in rekening gebrachte reisuren. Verder is de kantonrechter van oordeel dat de overgelegde factuur voor die ene klant niets zegt over de afspraken die [eiser] met [gedaagde] heeft gemaakt. Ook toont die factuur niet aan wat het gebruik is in de branche. De kantonrechter zal de vorderingen van [eiser] als onvoldoende onderbouwd afwijzen.

3.5.

[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat [naam 1] en [naam 2] als (indirect) bestuurders van [gedaagde] in persoon op de rolzitting zijn verschenen om hun conclusie van antwoord mondeling toe te lichten, zal aan [gedaagde] een vaste vergoeding van € 50,00 aan reis-, verblijf-, en verletkosten worden toegekend. De proceskosten van [gedaagde] worden daarmee begroot op:

- reis-, verblijf- en verletkosten

50,00

(€ 50,00 per rolzitting)

- nakosten

20,00

(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)

Totaal

70,00

4 De beslissing

De kantonrechter:

4.1.

wijst de vorderingen van [eiser] af;

4.2.

veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 70,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.

Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2024.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.