2.1
De klacht, zoals weergegeven in de uitspraak van de accountantskamer, welke weergave door partijen niet wordt bestreden, houdt in dat [naam 3] volgens [naam 1] en [naam 2] heeft gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. Ten grondslag aan de klacht liggen, zoals blijkt uit het klaagschrift en de daarop door en namens [naam 1] en [naam 2] gegeven toelichting, de volgende verwijten:
a. [naam 3] heeft het beroep in diskrediet gebracht door:
- zich op 2 februari 2020 ziek te melden, terwijl hij op 23 februari 2020 wel in staat bleek
om tweemaal van de bankrekening van de maatschap geld aan zichzelf over te maken;
- tijdens zijn ziekte cliënten te benaderen en hen te laten weten niet ziek te zijn maar een
conflict binnen het kantoor te hebben;
b. [naam 3] heeft niet professioneel gehandeld door geen verklaring van een
verzekeringsgeneeskundige te overleggen, zich niet beter te melden en niet meer voor het
kantoor te werken, terwijl het de vraag is of hij ziek is/was;
c. [naam 3] handelt niet eerlijk en oprecht door niet de waarheid aan de rechter te vertellen
tijdens een door hem jegens [naam 1] en [naam 2] aangespannen kort geding;
d. [naam 3] heeft in 2019 meer vakantie-uren opgenomen dan was afgesproken en
privébezoeken geboekt als gewerkte uren voor de maatschap;
e. [naam 3] heeft vier conceptjaarrekeningen 2019 van de maatschap opgesteld, met telkens
een andere resultaatverdeling en andere kapitaalrekeningen en alle vier niet conform het
maatschapscontract;
f. [naam 3] heeft een jaarrekening 2020 van het kantoor opgesteld terwijl die van 2019 nog
niet is vastgesteld.
2.2
Bij de bestreden uitspraak heeft de accountantskamer alle klachtonderdelen ongegrond verklaard. De accountantskamer heeft, voor zover hier van belang, het volgende overwogen.
“4.3 Om te kunnen beoordelen of een bepaalde verweten gedraging tuchtrechtelijk verwijtbaar is, zal eerst moeten worden vastgesteld of de daaraan door klagers ten grondslag
gelegde feiten voldoende aannemelijk zijn gemaakt. Betrokkene heeft al deze door klagers
gestelde feiten gemotiveerd weersproken en/of deze in een ander daglicht geplaatst. Klagers zijn er niet in geslaagd om deze gemotiveerde stellingen van betrokkene te weerleggen. Verder moet worden geconstateerd dat schriftelijke stukken die de stellingen van hetzij klagers, hetzij
betrokkene zouden kunnen ondersteunen veelal ontbreken. Nu over en weer geldt dat aan het
woord van de een niet meer of minder waarde kan worden toegekend dan aan het woord van de ander is de conclusie dat niet valt vast te stellen of er met betrekking tot de door klagers
gemaakte verwijten sprake is geweest van klachtwaardig handelen door betrokkene.
De klachtonderdelen a., b., c., en d. zijn daarom ongegrond. (…)
4.5
Dit klachtonderdeel is ongegrond. Redengevend daartoe is het volgende. De concepten
zijn opgesteld ten tijde van het tussen partijen bestaande conflict en de daaruit voortvloeiende
afwikkeling van de maatschap. Het is niet ongebruikelijk dat concepten van een jaarrekening ter bespreking aan maten worden voorgelegd voordat deze wordt vastgesteld. Dat partijen van
mening verschillen over de juiste opstelling van de jaarrekening over 2019 heeft alles te maken met het conflict dat tussen hen is ontstaan en een verschil van inzicht over de wijze waarop de maatschapsovereenkomst dient te worden uitgelegd. Verder is niet gebleken dat betrokkene in zijn concepten van de jaarrekening 2019 opzettelijk foutieve informatie heeft verwerkt. Klagers hebben in het klaagschrift weliswaar gesteld dat de jaarrekening omissies behelst, maar zij hebben deze stellingen niet met een verwijzing naar producties onderbouwd. Voor zover zij de ontbrekende onderbouwing alsnog op zitting hebben gegeven was dat te laat, omdat van betrokkene niet kon worden verwacht dat hij daar op dat moment nog adequaat verweer tegen kon voeren. (…)
4.6
Ook klachtonderdeel f. is ongegrond. Er is geen voorschrift dat verbiedt dat een
(concept)jaarrekening over een jaar wordt opgesteld als die van het jaar daaraan voorafgaand
nog niet is vastgesteld. Bovendien heeft betrokkene deze (concept)jaarrekening opgesteld op
basis van de tussentijdse cijfers tot en met 3 augustus 2020 in verband met het einde van de
maatschap en de overdracht van het dossier aan een onafhankelijke accountant.”