Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:CRVB:2023:20

Centrale Raad van Beroep
05-01-2023
10-01-2023
21 / 1704 WMO15
Socialezekerheidsrecht
Hoger beroep

Aanvraag voor maatwerkvoorziening opvang terecht afgewezen. Voldoende onderzoek. Appellante moet in staat worden geacht zelf in onderdak voor haar en haar gezin te kunnen voorzien. Appellante heeft immers rechtmatig verblijf en heeft inkomsten uit arbeid boven de toepasselijke bijstandsnorm waarmee zij geacht wordt te kunnen voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan. De Wmo 2015 is niet bedoeld om een oplossing te bieden voor schaarste op de woningmarkt.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

21 1704 WMO15

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 8 april 2021, 20/2675 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] te [woonplaats] (appellante)

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (college)

Datum uitspraak: 5 januari 2023

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. L. Veenman, advocaat, hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Het college heeft nadere stukken ingediend.

Partijen hebben toestemming gegeven een onderzoek ter zitting achterwege te laten, waarna het onderzoek is gesloten.

OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

1.1.

Appellante, geboren in 1987, heeft zich met haar minderjarige kinderen bij het college gemeld voor opvang op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015).

1.2.

Het college heeft bij besluit van 17 februari 2020, gehandhaafd bij beslissing op bezwaar van 1 april 2020 (bestreden besluit) de aanvraag van appellante om een maatwerkvoorziening opvang afgewezen. Het college heeft hieraan ten grondslag gelegd dat appellante niet voor een maatwerkvoorziening opvang in aanmerking komt, omdat zij voldoende zelfredzaam is.

2. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.

3. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college onzorgvuldig onderzoek heeft verricht. Appellante is niet zelfredzaam.

4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.

4.1.

In geschil is de vraag of appellante in staat is zich te handhaven in de samenleving. Gelet op de hulpvraag van appellante houdt dat in dit geval concreet in dat beoordeeld moet worden of zij door problemen bij het zich handhaven in de samenleving niet in staat is zelf in onderdak voor haar en haar gezin te kunnen voorzien.

4.2.

De beroepsgrond dat het college hiernaar onvoldoende onderzoek heeft verricht, slaagt niet. De GGD heeft op 23 januari 2020 onderzoek verricht. Hierbij is onder meer aandacht besteed aan de hulpvraag, de geestelijke en lichamelijke gezondheid en de overige omstandigheden van appellante. Het college heeft hiermee in dit geval voldoende onderzoek verricht.

4.3.

Het standpunt van appellante dat zij niet in staat is zich te handhaven in de samenleving wordt niet gevolgd. Appellante moet in staat worden geacht zelf in onderdak voor haar en haar gezin te kunnen voorzien. Appellante heeft immers rechtmatig verblijf en heeft inkomsten uit arbeid boven de toepasselijke bijstandsnorm waarmee zij geacht wordt te kunnen voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan. Zij heeft tot de onder 1.1 genoemde melding zelf in onderdak voor haar en haar gezin kunnen voorzien. De stelling dat het appellante tot op heden nog niet is gelukt woonruimte te vinden, wijst er ook niet op dat appellante door problemen bij het zich handhaven in de samenleving niet zelf in onderdak voor haar en haar gezin kan voorzien. De Wmo 2015 is niet bedoeld om een oplossing te bieden voor schaarste op de woningmarkt.

4.4.

Gelet op het voorgaande heeft het college de aanvraag voor een maatwerkvoorziening opvang kunnen afwijzen.

4.5.

Uit 4.1 tot en met 4.4 volgt dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak zal worden bevestigd.

5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze uitspraak is gedaan door D. Hardonk-Prins, in tegenwoordigheid van I. van der Hout als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 januari 2023.

(getekend) D. Hardonk-Prins

(getekend) I. van der Hout

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.